Inventarisatie archieven gerelateerd aan Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging
Samenvatting: Veel van u zal inmiddels bekend zijn met Oorlog voor de Rechter, een project van het Nationaal Archief, Netwerk Oorlogsbronnen, Huygens Instituut en het NIOD. Binnen het project wordt het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) gedigitaliseerd, gecontextualiseerd en online gepubliceerd vanaf januari 2025.
Reacties
Wat ikzelf bij het digitaliseren door westerse landen van archieven in ontwikkelingslanden een interessante vraag vindt, is wie bepaalt welke stukken worden gedigitaliseerd. Wanneer één kant van een zaak gedigitaliseerd (en dus direct toegankelijk) wordt, en de andere kant van dezelfde zaak nniet gedigitaliseerd wordt, is het erg makkelijk om de publieke opinie te beïnvloeden. Zeker wanneer je er niet bij meldt dat het getoonde maar een deel van een discussie beslaat en dat mensen voor een volledig beeld alsnog naar het betreffende archief toe moeten. Is deze vraag toevallig ook aan de orde gekomen op AwB?
@Jeroen Deels is dat besproken. Vaak zijn het onderzoeksinstellingen (met name universiteiten) die collecties digitaliseren die voor hun onderzoek van pas komen. Met andere woorden: zij bepalen wat ze willen digitaliseren. En stellen dat dan ter beschikking via hun eigen website. Trudy Peterson sprak volgens mij meer vanuit de Amerikaanse praktijk. Ik hoorde zelfs, ik dacht van Mario Ramirez in zijn lezing over de situatie in El Salvador, dat het voorkomt dat niet openbare archiefstukken gedigitaliseerd worden, b.v. voor de geheime politie of inlichtingendiensten, terwijl voor openbare bestanden geen geld is. @Tom De situatie die ze schetste was wel schrijnend, dat vond ik ook,maar haar oplossingen kwamen uit een koker waar mijn naam niet op staat en niet zal komen te staan. Dat er wat geregeld moet worden is duidelijk in het kader van internationale solidariteit tussen archieven, ook een van de thema's van het congres. Zie ook mijn blogpost over dezelfde lezing, maar dan een stuk beknopter]
Eerlijk gezegd vind ik één en ander getuigen van een wel erg groot wantrouwen jegens de intenties van westerse onderzoekers. Misschien terecht, de Amerikaanse praktijk ken ik niet en ook de Nederlandse praktijk ken ik maar zeer ten dele. Maar ik ken in mijn eigen vakgebied geen Nederlandse onderzoeker wiens intentie het is onderzoeksresultaten (inclusief 'bijproducten' zoals gedigitaliseerde documenten) lekker voor zichzelf te houden. Vaak mag dat ook niet eens, door de voorwaarden die aan de onderzoeksfinanciering zijn gesteld. Om even als onderzoeker te vloeken in de archiefkerk: het is een behoorlijke klus om onderzoeksfinanciering te verkrijgen; mag je dan als onderzoeker alsjeblieft dat geld steken in dat wat jij voor je onderzoek nodig hebt, zonder je verplicht te hoeven voelen direct de volledige depot-inhoud van een archiefinstelling in 't één of ander minvermogend buitenland te digitaliseren? Je bent onderzoeker, geen hulpverlener. Dat gezegd zijnde: als je tot digitalisering overgaat, is het een kleine moeite om ook de archiefinstelling waar de originelen liggen te voorzien van kopieën van je digitaliseringswerk. Zo heb ik destijds van alle transcripten van archiefmateriaal die ik in het kader van mijn promotieonderzoek maakte, een kopie achtergelaten op een pc van mijn gastheer, een christelijke universiteit op Ambon (Oost-Indonesië). Daarmee was men daar nog steeds het Nederlands waarin de stukken gesteld waren niet machtig, maar was in elk geval de 'paleografische drempel' genomen. @Jeroen: een onderzoeker die zichzelf enigszins serieus neemt, zal niets liever doen dan beide kanten van een verhaal tonen, en zal dus niets liever doen dan stukken van beide kanten digitaliseren. Of de omstandigheden (lees: de machthebbers) in het land van onderzoek dat toestaan, is 'n tweede. Geen verstandige onderzoeker zal proberen te verhelen dat hij zich helaas op eenzijdig materiaal heeft moeten baseren; op het moment dat hij daarvan geen verklaring geeft, wordt hij daarop door zijn collegae namelijk snoeihard afgerekend.
De gedachte over controle en licenties gaat voorbij aan hoe het internet werkt. Wat gedigitaliseerd is zal uiteindelijk, legaal of illegaal, vrijelijk te verkrijgen zijn. Internet kent geen grenzen, wetgeving wel...
En in welk ontwikkelingsland moet ik Nieuw Land nu precies plaatsen? ;-)
Ik kwam vandaag mijn eigen aantekeningen van de lezing door Trudy Huskamp Peterson weer tegen - ben wat aan het ruimen - en reageer toch ook hier nog maar even. Eerst ter aanvulling voor wat betreft archieven en hun symboolwaarde: het voorbeeld van de Turkse archieven betreffende de Armeense genocide illustreerde ook heel mooi hoe niet alleen het archief en/of de archiefstukken zelf een symbolische waarde kunnen krijgen, maar ook hun (vermeende) (on)toegankelijkheid. De Turkse archieven waren namelijk volledig openbaar, maar alleen toegankelijk indien ze ook geclassificeerd waren... Voor het overige was dit een lezing die bij mij echt wel de ogen heeft doen openen. Want 'wij' denderen vanuit onze goede bedoelingen, ons idealisme en onze gekende context van luxe en vrijheid wel erg vaak en nog steeds erg gemakkelijk heen over de bezwaren van de benadeelde archieven. Het klinkt allemaal mooi: wij scannen het spul voor ze en geven ze een kopietje van het materiaal. Maar de werkelijkheid is anders: zo'n Afrikaans/Aziatisch/Zuid-Amerikaans archief krijgt minder bezoekers over de vloer en ook geen inzicht in het digitale bezoek, krijgt minder inkomsten, ziet zelf geen publicaties meer op basis van het materiaal langskomen en heeft vaak niet de mogelijkheden om gebruik te maken van het gescande materiaal, dat veelal op cd-rommetjes ligt weg te rotten. Dit verhaal werd direct bevestigd vanuit de zaal door een betrokkene. Dat wantrouwen jegens die westerse onderzoekers, waar Mariëtte over valt, is namelijk gewoon terecht: Afrikaanse archieven wachten bijvoorbeeld nog steeds op honderden dissertaties waarvoor gebruik is gemaakt van hun archieven en waarover afspraken zijn gemaakt met de onderzoeker. Om welke reden die onderzoekers die afspraken niet gewoon nakomen dan ook, voor die archiefdiensten betekent het een slag verloren in de oorlog om hun bestaansrecht veilig te stellen. Overigens ging de lezing niet zozeer over de onderzoekers, maar eerst en vooral over de samenwerking tussen de archiefdiensten zelf. Over die samenwerking is ook vanalles te zeggen, want gelijkwaardig is die niet. Er is hier namelijk sprake van een oneerlijke machtsrelatie. De armere archiefdiensten kunnen eigenlijk het aanbod van geld en mankracht, dat zo royaal en met goede bedoelingen door de rijkere archiefdiensten ter beschikking wordt gesteld, niet afslaan. Dan krijgen ze natuurlijk problemen van hogerhand. Er wordt ook veel druk op ze uitgeoefend om materiaal door digitalisering 'vrij' te geven. Tenslotte - het is niet alleen kommer en kwel - krijgen ze hiermee wel de kans in contact te komen met geavanceerde technieken. Maar goed, al met al kun je toch spreken van een vorm van neokoloniaal bewind, een soort export van culturele diamanten. Wij dringen een ander toch weer (bewust of onbewust - ik ga uit van het laatste) ónze mores op, zonder al te goed hún positie en belangen te zien. Vergeleken bij de luxeproblemen van de westerse archiefdiensten en onderzoekers hebben de niet-westerse archiefdiensten pas ècht reden tot bezorgdheid.
Zie voor de (positieve) ervaring van Henk Alting op BREED over het digitaliseren van het archief van Novib in Oeganda op deze link.
@Yvonne: Da's natuurlijk een totaal andere situatie dan de situaties waarover het in deze discussie gaat.
@Christian, niet met je eens. Door dit soort projecten wordt expertise opgebouwd in het land zelf en dat is een stap in de goede richting.
@Yvonne: Ja, als je het onderwerp maar breed genoeg trekt, dan heeft alles met alles te maken. Maar de discussie ging natuurlijk over situaties waarin archieven van die landen zelf worden gescand door ons, niet situaties waarin we scanning van onze eigen archieven uitbesteden aan die landen. (Sterker en enigszins kort door de bocht: door projecten zoals beschreven in Toms blogpost hebben die landen die expertise zoals beschreven in Henks blogpost niet eens meer nodig. ;-))
@Christian, Kennisopbouw in het eigen land is essentieel bij dekolonisatieprocessen. Goed voorbeeld is de betrokkenheid van het Nationaal Archief Den Haag bij het NA Suriname.
@Yvonne: Dat weet ik allemaal wel, maar nogmaals: het ging hier niet over dekolonisatieprocessen of ontwikkelingssamenwerking of wat dan ook in den brede, het ging specifiek over situaties waarin instellingen/organisaties uit 'rijke' landen de archieven scannen van instellingen/organisaties uit 'arme' landen en welke problemen dit geeft voor de betrokken archiefdiensten in die 'arme' landen - dat was het onderwerp van de presentatie waarvan Tom verslag deed. Vandaar mijn opmerking.