Auteursrechten bij erfgoedinstellingen

  • dec 2013
  • Yvonne Welings
  • ·
  • Aangepast 27 jun
  • 32
Yvonne Welings
KIA Community

Deze bijdrage heb ik tevens geplaatst op BREED (link).

Bij het digitaal online plaatsen van archieven en collecties worden archieforganisaties steeds meer geconfronteerd met auteursrechten en de verouderde auteurswet uit 1912 ! Vaak is de auteur niet bekend. Dit vraagstuk is niet voorbehouden aan erfgoedinstellingen alleen, ook gemeenten plaatsen steeds meer informatie online en openbaarmaking past bij een transparante overheid.

Op dit moment werken de Ministeries van V&J en OCW aan de Nederlandse implementatie van Europese Richtlijn 2012/28/EU over het gebruik van verweesde werken. Deze richtlijn stelt erfgoedinstellingen onder voorwaarden in staat om auteursrechtelijk beschermde werken in hun collecties waarvan de rechthebbenden onbekend of onvindbaar zijn, te digitaliseren en online beschikbaar te stellen. Een belangrijke voorwaarde is dat zorgvuldig naar hen is gezocht.

Organisaties van Nederlandse erfgoedinstellingen en de Federatie Auteursrechtbelangen hebben aan staatssecretarissen Bussemaker en Teeven gevraagd voor aandacht voor de mogelijkheid om, samen met de op handen zijnde richtlijnimplementatie, ook Extended Collective Licensing (ECL) in de wet te introduceren.

Uitgangspunten van ECL zijn:

  • ECL is met name geschikt voor grootschalige digitaliseringsprojecten omdat hiermee een duidelijk wettelijk kader wordt gecreëerd voor de clearing van rechten van zowel bekende als onbekende rechthebbenden. ECL vormt zo een aanvulling op de Richtlijn Verweesde Werken, die nadrukkelijk ruimte biedt voor ECL-regelingen.

  • ECL kan worden opengesteld voor collecties van voor het publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea, alsook archieven, instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed en publieke omroeporganisaties.

  • Contractvrijheid staat voorop: de erfgoedinstelling en de collectieve beheersorganisatie bepalen samen of en onder welke voorwaarden een overeenkomst in aanmerking komt voor ECL.

  • Wanneer partijen opteren voor ECL kan goedkeuring ervan door een onafhankelijke instantie worden overwogen, als waarborg dat aan de wettelijke voorwaarden voor ECL (o.a.representativiteit, gelijke behandeling van en een billijke vergoeding voor rechthebbenden) is voldaan en dat de rechten van niet-aangesloten rechthebbenden niet onredelijk beperkt worden. Mogelijk kan hiervoor aansluiting worden gezocht bij een bestaande instantie of procedure.

  • Individuele rechthebbenden moeten de mogelijkheid hebben om hun werken buiten de ECL te houden of daaruit terug te trekken (opt-out).

  • Collectieve beheersorganisaties zullen bij het uitkeren van een vergoeding geen onderscheid maken tussen aangeslotenen en niet-aangeslotenen.

  • Aandacht verdient een mogelijke beperking van de termijn waarbinnen een nietaangeslotene/ rechthebbende een vergoeding kan vorderen (zoals in artikel 26a lid 3 van de Auteurswet).

Voor meer informatie zie bijgaande bestanden, die in de Archiefcommissie van de VNG op 6 december 2013 waren geagendeerd.

4.8.2.%20Brief%20Erfgoedinstellingen%20over%20ECL.Archiefcommissie....

4.8.1.%20Uitgangspunten%20erfgoed%20en%20cbo.Archiefcommissie.04-12...

Trefwoorden