Thematiendaagse vernietiging een indrukwekkende prestatie
Gisteren, 23 januari, werd de Thematiendaagse Vernietiging in de Digitale wereld in Den Haag afgeslot...
Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen,En waarom zou mij dan het leeren verveelen?Het lezen en schrijven verschaft mij vermaak.
Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken;Ik wil in mijn prenten mijn tijdverdrijf zoeken,'t Is wijsheid, 't zijn deugden, naar welken ik haak.
(Hieronymus van Alphen)
Een hoepel, een priktol en boeken zijn de leermiddelen in de tijd waarin Hieronymus van Alphen zijn gedicht heeft geschreven. Zo in het begin van de 21e-eeuw zijn deze middelen getransformeerd zoals Theo Huijbers aangaf in zijn keynote op DE2010: media, technologie en educatie zijn veranderd. We kennen iPads, mobiles, Augmented Reality om maar eens wat op te noemen en in principe is alles mogelijk met deze hedendaagse en toekomstige technologie.
Vaak wordt echter over het hoofd gezien dat ook de educatie aan verandering onderhevig is. Meer individueel waarbij de lerende zijn eigen leerweg bepaalt, een ruim aanbod aan media en kennis onder andere via de computer. De kennis zit niet langer bij één persoon of instituut, maar is verspreid over een groot aantal sectoren waardoor de lerende niet langer afhankelijk is van die ene docent of instituut. Daarbij kunnen lerenden onderling kennis delen en gezamenlijk opbouwen. Dat alles dankzij de computer. Inzet van dit instrument ten bate van de educatie vraagt een andere manier van denken, ontwikkelen en produceren.
We kunnen spreken van een digitale revolutie, die zo zijn valkuilen kent. Theo Huijbers waarschuwt ons daarvoor: ‘Ga niet denken: ‘nu moet ik ook, maar laat je leiden door je eigen strategie'. Rachel Smith van New Media Consortium liet zich naar mijn idee dan ook teveel leiden door de mogelijkheden van de nieuwe technologieën. Haar lezing bestond uit een opsomming van technische mogelijkheden. Ook Beeld en Geluid presenteerde zich wat populair en oppervlakkig: ‘Je kop op TV, dat is wat de bezoeker het meest waardeert!’ Een hoge wow-factor weliswaar, maar is dat wat we bedoelen met leren?
Enkele doorgewinterde visionairs op cultuureducatie waren sprekers als Piet Hagenaars, Carla van Boxtel en Ruben Smit. Allen zeer gewaardeerd in de educatieve sector met een duidelijk omschreven visie op leren en de leerling in een culturele omgeving. Bij geen van hen hoorde ik echter een visie op het veranderde leren. Toch zijn onderdelen als ‘onderdompeling in ervaring, gebruik maken van ruimte en bronnen’ en ‘verbeelding, fantasie, onderzoek hypothetische werelden’ essentiële onderdelen die leren mogelijk maken. En Van Boxtel: ‘Interactie met materiaal tussen medeleerlingen, docenten en instelling’ en ‘het gebruik maken van concrete, authentieke objecten’ zijn aanbevelingen die tijdloos zijn, ongeacht het medium hoepel, boek of computer.
Geslaagde en eigentijdse educatie vind ik dan ook diverse projecten zoals Waisda, waarbij het publiek meehelpt om het gedigitaliseerde materiaal mede te ontsluiten door het toevoegen van tags. Het bespaart tijd voor de instelling en de gebruiker is optimaal betrokken. Een ander medium waardoor ik persoonlijk enorm was geraakt waren de Brilliant Learning Possibilities van Lee Ann Potter met www.docsteach.org: archiefbronnen online beschikbaar. Zelf te interpreteren en te rangschikken. Daarbij tools om die bronnen te hanteren. Ook Les 2.0 is een goede opzet voor het online aanbieden van materiaal. De docent kan zelf zoeken in het aanbod, de leerling volgt een individuele leerroute.
Voor ons in de archieven heeft de digitalisering al ruimschoots haar intrede gedaan. Miljoenen bestanden zijn inmiddels online beschikbaar. Of ze daarmee al voldoende toegankelijk zijn, is maar de vraag. Hoe kunnen we er zelf van leren en hoe kunnen we onze gebruikers er mee laten ‘speelen en leeren’? 't Is wijsheid, 't zijn deugden, naar welken ik haak.
Reacties
Mooi verslag, Petra, en je stipt een paar belangrijke onderwerpen aan.
Ik erger me bijvoorbeeld soms ook aan projecten die buiten een hoge wow-factor (ikzelf heb het dan meestal over de hoge pr-waarde daarvan) verder niet veel om het lijf hebben. Aan de andere kant zijn dat soort projecten soms nodig op weg naar iets wezenlijkers. Ze laten je experimenteren met nieuwe media, en ze laten je in de belangstelling staan, wat voor (potentiële) financiers dan weer de moeite is. Nou goed, rationeel begrijp ik het wel, maar gevoelsmatig snap ik het soms ook niet. ;-)
Het 'nieuwe leren' of 'leren 2.0' staat in ieder geval nog in de kinderschoenen, zoveel is wel duidelijk.
Mooi verslag Petra! Inmiddels zijn er al videopresentaties en ppt-presentaties te zien en teksten van keynotespeakers te lezen op de site van Digitaal Erfgoedconferentie 2010.