Best Practise: Haags Gemeentearchief wijzigt koers

  • aug 2020
  • Verwijderde gebruiker
  • ·
  • Aangepast 28 jun
  • 2
  • 143
Verwijderde gebruiker
Particuliere Archieven
  • Karen van Opstal
  • Marian Spoelman

Thuis in het archief Startnota.pdfThuis is het archief Flyer.pdfFoto van Ellen van der Waerden en Samantha van As

Omslagfoto: Op een bankje in de Schilderswijk, fotograaf: J.Ph. Bronkhorst, collectie Haags Gemeentearchief

Thuis in het (Haags Gemeente)Archief

Op KIA starten we een serie best practices. In de hoop dat goed voorbeeld goed doet volgen. Samantha van As (archivaris en studiezaalmedewerker) en Ellen van der Waerden (gemeentearchivaris en manager) van het Haags Gemeentearchief (HGA) vertellen over de aanpak en de eerste lessons learned van het project Thuis in het Archief, waarmee het Haags Gemeentearchief werkelijk representatief voor en van de veelkleurige Haagse bevolking wil worden.

Voor welk probleem werd de aanpak ontwikkeld?

Ellen van der Waerden: 'Met het project Thuis in het archief willen wij ervoor zorgen dat de geschiedenis van zoveel mogelijk Haagse burgers weerspiegeld wordt in het archief, en dat in de HGA-collectie ook terug te lezen is hoe de stad de afgelopen 60 jaar veranderde van een min of meer monoculturele naar een zeer diverse gemeenschap'. Samantha van As: ‘Den Haag heeft zo’n 550.000 inwoners, meer dan de helft heeft een migratie-achtergrond. We hebben hier een groot archief, maar lang niet al die groepen zijn in ons archief terug te vinden. De afgelopen veertig jaar is er weinig vastgelegd van bijvoorbeeld het dagelijks leven van migranten die hier zijn komen wonen, en van de transities die in wijken hebben plaatsgevonden. Dat missen we. Maar ook van andere groepen, bijvoorbeeld over mensen in de LHBTI-gemeenschap. Hoe was en is het voor hen om hier in Den Haag te wonen?

Als we dat nu al niet vastleggen, dan kunnen we de vraag ‘Hoe zag het dagelijks leven in Den Haag eruit?’ over 20 jaar niet goed beantwoorden, want die groepen maken daar ook onderdeel van uit.’ ‘Het Haags Gemeentearchief heeft in haar traditie altijd veel particuliere collecties verzameld. Dat zit in het DNA van ons archief’, legt Ellen van Waerden uit. ‘En daar ben ik blij mee, want alleen als je ook die particuliere kant erbij pakt, kun je het recentere verleden van de stad en van haar inwoners een beetje reconstrueren en snappen. Neem bijvoorbeeld het archief van Yasmin, een organisatie voor en door migrantenvrouwen die in 1982 in Den Haag werd opgericht en nog steeds actief is in de stad. Yasmin helpt vrouwen die uit andere landen en culturen hierheen komen, vaak als partner van iemand die er al is. Ze helpen met het zoeken naar zelfstandigheid, op allerlei gebied. Als je hun archief bekijkt – wij hebben het deel tot 1999 - komt er een totaal andere werkelijkheid naar voren dan wanneer je naar de overheidsdocumenten in het gemeentearchief kijkt over migranten en migrantenvrouwen.

Foto van staatsecretaris Hedy dÁncona die activiteitencentrum Yasmin opent, 1982. Fotograaf Robert Scheers, collectie Haags Gemeentearchief

Na de Tweede Wereldoorlog is Den Haag getransformeerd van een monocultuur naar een stad van diversiteit. Die ontwikkelingen hebben we in ons archief maar beperkt gedocumenteerd, en dan kunnen we het dus ook niet laten zien of erover vertellen. Dat is een gemis dat we met Thuis in het Archief proberen nu wat beter in te vullen. Ik vind het trouwens sowieso heel jammer als archiefinstellingen, ook het Nationaal Archief, weinig ruimte bieden voor het verzamelen van particulier materiaal. Als je als archief je taak versmalt tot uitsluitend het bewaren van overheidsarchief, bied je toekomstige generaties een veel te eenzijdige kijk op het verleden.

We staan bewust stil bij de vraag: Wat karakteriseert Den Haag? Dat is ook kunst en cultuur. Daarop zijn we ook actief gaan acquireren. We hebben het archief van Paul van Vliet bijvoorbeeld helemaal. Maar ook Diligentia, Pepijn, het Gemeentemuseum - nu Kunstmuseum - en Pulchri. Daar blijft het niet bij, we willen bijvoorbeeld ook graag collecties van Kane, Direct, Anouk en Golden Earring in huis halen. Want Den Haag is muziekstad nummer 1', lacht Ellen, ‘En dat moet in het archief terug te vinden zijn. Dat maakt het geheel veel interessanter.’ ‘En zo zijn er ook veel festiviteiten in de stad,’, vult Samantha aan. ‘Onder andere hebben we al het archief van Crossing Border, en ook van stichting Rukun Budi Utama, die het Putri Holland Festival organiseerden. Maar daar kan nog veel meer bij, zoals Afrobeats in the park van het The Hague African Festival bijvoorbeeld, of de Tong Tong Fair, dat vroeger de Pasar Malam heette. En er zijn er nog veel meer, waarvan wij bij het HGA niet eens allemaal het bestaan weten.

Het is dus belangrijk dat Hagenaars, de oude én de nieuwe, met ons mee denken en helpen hierin.’ Ellen: 'Het probleem dat we met Thuis in het Archief dus aan willen pakken is dat we ook in de toekomst relevant willen blijven voor heel veel Haagse burgers. Als we op de oude lijn doorgaan zijn we uiteindelijk maar voor een kleine groep, ik schat in voor 10-20% van de inwoners relevant, omdat zij iets van hun verleden terugvinden in ons archief. De rest vindt dat dan niet, en daarmee verliezen we een belangrijk stuk van onze legitimiteit. Geschiedenis draagt bij aan de identiteit van mensen. Van oudsher zijn archieven de weerslag van de machtigen. Hun verleden is erin weerspiegeld. Nu moet dat dus echt veel breder.’ [Zie ook de startnota van dit project in de bijlagen].

Samantha licht een klein onderzoekje dat ze deed toe. ‘Ik bracht in kaart wat wij hebben aan archieven van na 1960. Dat bleken vooral archieven van en over mannen te zijn. Als je keek naar de beschrijving van hun archieven, zag je de met naam, toenaam én beroep vermeld staan. Bij de archieven van vrouwen staat alleen de voor- en achternaam, zoals bij het archief van Pia Beck. Daar moet natuurlijk bij dat ze jazzartiest was!’ Ellen: ‘We trekken Thuis in het Archief ook door naar onze andere activiteiten. Bijvoorbeeld de tentoonstellingen en lezingen die we organiseren. We kijken nu met iets andere – en vooral bredere – ogen naar die programmering en zoeken, naast de mooie, meer ‘traditionele’ Haagse thema’s, ook andere perspectieven en verhalen'.

Hoe en met wie werd deze aanpak ontwikkeld?

Samantha: 'We zijn ongeveer anderhalf jaar geleden begonnen met het maken van een toen nog beperkt netwerk met mensen uit verschillende migrantengroepen in de stad, deden inventarisaties en stelden scherp: Wie zijn wij als archief in relatie tot de stad? Sinds begin dit jaar hebben we dit naar een hoger plan gebracht. We trokken daarvoor iemand van buiten aan, Barbara Berger. Zij helpt ons bij het conceptueel kader voor Thuis in het Archief, de eerste uitwerkingen, gesprekken in de stad en het verder brengen van de aanpak.

Hoe werd daarvoor draagvlak verkregen?

Ellen: ‘In de organisatie vinden we het belangrijk om dit te doen. Er ligt dus nu een conceptueel kader [zie de bijlage] en dat vertalen we naar een werkplan. We betrekken daarin veel collega’s, daar is een apart intern spoor voor. Het onderwerp wordt in alle teams besproken. Wat betekent dat voor jouw werk, voor jouw denken? Met die gesprekken willen we bewustwording generen, zodat iedereen stappen kan gaan zetten naar het eigen werk. Hoe kan ik de lezing een ander karakter geven? Welke publicaties en periodieken passen in onze bibliotheek? Van welke organisaties zouden we materiaal moeten willen acquireren? En als die er niet zijn, archieven en documenten, zijn die dan misschien op een andere manier te verwerven. We kijken dus ook met een scherp oog naar mogelijkheden om structureel oral history in te gaan zetten.’ Samantha: ‘We zijn eigenlijk pas net begonnen. We gaan bouwen aan een netwerk in de stad en de gesprekken intern zijn al gaande. Verschillende teams besteden aandacht aan dit onderwerp. Veel collega’s geven aan het inspirerend te vinden'. ‘Work with the willing’ is ons uitgangspunt,’ vult Ellen aan. ‘Maar ook is het belangrijk om de inspanningen en prestaties van het archief in het verleden niet weg te wuiven. Want er staat hier een prachtig archief, waar met hart en ziel aan is gewerkt. Dat heeft geresulteerd in een rijkdom aan particuliere archieven en collecties uit en over Den Haag, maar de samenleving is de afgelopen decennia zó veranderd dat ons perspectief breder moet dan wat we gewend waren'.

Hoe wordt de nieuwe aanpak toegepast?

Samantha en Barbara interviewen mensen en maken daar leuke blogs van die weer aansprekend zijn voor op de website. In die berichten worden archiefstukken opgenomen die bijpassend zijn [de links worden later gepubliceerd]. Ellen: ‘We proberen steeds te inspireren met goede ideeën. Binnenkort gaan we met Thuis in het Archief de opzet pitchen voor een andere opzet van de Dag van Haagse Geschiedenis. Dat is een jaarlijkse manifestatie. Daar hebben we nu een ander concept voor bedacht om een veel bredere doelgroep te bereiken. Het plan is om ons te richten op activiteiten in de acht stadsdelen, en stellen per jaar een stadsdeel centraal. We willen onze informatie en kennis daar delen en laten zien: dit is wat wij weten over je geschiedenis. Uiteraard is ons doel ook het ophalen van informatie en inzoomen op de stad. Per stadsdeel tref je hele verschillende groepen bewoners aan, elk met hun eigen achtergrond en verhalen. Wij kunnen ze iets bieden, namelijk de geschiedenis van hun eigen woon- en leefomgeving. En hopelijk willen de stadsdeelbewoners ons laten delen in hún geschiedenis in buurt en wijk.’

Welke ‘Lessons learned’ kun je delen?

Samantha: ‘We merken nu al dat persoonlijk contact, de wijken in gaan en verhalen vertalen voor ons project goed werkt. We besteden veel aandacht aan de relatie. Even langskomen, de spullen ophalen en weer vertrekken, dat werkt dus niet. Verder adviseer ik iedereen om zaken als vormvereisten los te laten. Niet iedereen zal papieren stukken hebben. Sommigen mensen hebben hun verhaal of correspondentie op cassettebandjes staan. Als je de vorm loslaat, laat je ook veel makkelijker het meer traditionele idee van wat een archief is los. We evalueren steeds die gesprekken. Wat vond je ervan? Wat kunnen we een volgende keer anders of beter doen? We leren ‘onderweg’, we hebben geen blauwdruk. We proberen, ervaren en stellen gedurende de rit steeds bij. Niet het doel, wel de aanpak'.

Wat ging er mis, wat werkte niet?

Ellen: 'We maakten vorig jaar een brochure waarin we heel direct waren. Het project zat toen nog in de opstartfase. De toon was kordaat: kom maar op met je archief, lever maar in. Dat pakte niet zo goed uit. De brochure is inmiddels herschreven [Zie de bijgevoegde nieuwe flyer]'.

Is de context vergelijkbaar met die van andere archiefinstellingen of overheden?

Ellen: 'Jazeker! Dit thema betreft elke archiefinstelling. Wij en andere archiefinstellingen kijken ook wat andere archieven doen. We hebben sowieso regelmatig contact met onze Amsterdamse en Rotterdamse collega’s en keken wat ze in Dordrecht al eerder deden in hun contacten met de Turkse gemeenschap. Maar heel veel vergelijkbare initiatieven vind je in Nederland nog niet'.

Heeft de coronacrisis nog invloed gehad op de aanpak?

‘De bijeenkomsten konden niet in fysieke vorm plaatshebben, daardoor is een en ander wat gestagneerd. Het is ook in deze organisatie thuiswerken, tenzij. Er waren heel weinig mensen op kantoor. Ik heb daardoor een tijdje zelf de post gedaan,’ vertelt Ellen. ‘Toen viel het me op dat er veel bladen van de kerken binnenkwamen. Niets van moskeeën of andere religieuze instellingen. Die verbreding in het aandachtsgebied moeten we gaan maken.’

Hebben jullie documenten die je kunt delen over dit traject?

Een aantal dingen zijn nog in voorbereiding voor besluitvorming, maar zodra dat kan delen we graag van alles! Door mee te werken aan dit interview werk je mee aan het delen van kennis. Hoe zien jullie dat thema, welke oproep hebben jullie voor de sector? zegt Ellen. ‘Laten we niet allemaal het wiel opnieuw uitvinden, kom vooral shoppen. Tips zijn ook welkom. Laat oude stigma’s los. Verder wil ik attenderen op de Morren-stichting. Morren werkte ooit bij het Rijksarchief, hij was alleenstaand en zonder kinderen. Hij liet een geldbedrag en een huis na en een testament. Mensen uit de archiefsector mochten vakantie vieren in zijn huis. Dit speelde eind 19e eeuw. Het huis is verkocht, maar de Stichting bestaat nog steeds. En deze ondersteunt nu projecten die het archiefvak ondersteunen. Ook dit soort projecten die zorgen voor een betere representatie van migrantenarchieven. Meer informatie is te vinden op de website van KVAN/BRAIN . Maak er gebruik van!’

Zijn jullie bereid anderen op weg te helpen als er nadere vragen komen over de aanpak?

Ellen: ‘Zeker! In onze sector komen we er niet als we ieder zichzelf het wiel moet uitvinden. Ik shop op mijn beurt ook graag bij mijn collega’s van andere archiefinstellingen op onderwerpen waar wij bij het HGA minder goed op zijn ingevoerd.’