Researcher in residence. Wie gaat de uitdaging aan?

  • okt 2017
  • Janna Leguijt
  • ·
  • Aangepast 27 jun
  • 1
  • 28
Janna Leguijt
KIA Community
  • Christian van der Ven

Een tijdje geleden ontving ik de scriptie van Gwen Breedijk, een studente van de Reinwardtacademie. In Uit Balans ( te raadplegen via het Kennisplatform dienstverlening op Pleio) onderzoekt ze waarom er door archiefdiensten zo weinig aandacht wordt besteed aan het creëren van digitale onderzoeksomgevingen. Haar conclusie is dat de focus van de archiefdiensten ligt bij digitale dienstverlening in plaats van de digitale onderzoekomgeving. Ik heb me bij mezelf afgevraagd wat voor diepere oorzaken hieraan ten grondslag liggen. Een ervan kan zijn dat de archiefsector geneigd is om zich te richten op “een breed publiek” en het vergroten van het publieksbereik. Met name de komst van het internet leidde tot hoge verwachtingen en pogingen om nieuwe doelgroepen te bereiken, zoals de snackers en de gravers. Een loffelijk streven, want openbaarheid is er natuurlijk voor iedereen. Soms vraag ik me af, of we het kind echter niet met het badwater hebben weggegooid. Daarmee bedoel ik “zijn we de onderzoekers niet een beetje vergeten?”. Zijn we het contact met deze groep gebruikers niet en beetje kwijtgeraakt?

De Koninklijk Bibliotheek heeft daar een hele leuke oplossing voor. De z.g. researcher in Residence. Jonge onderzoekers maken gebruik van de data van de KB. Zo ontstaat er een nauwe wisselwerking tussen de KB en onderzoekers uit de Digital Humanities, met voordeel voor beide partijen. Zou iets dergelijks ook niet mogelijk zijn in de archiefsector. Wie neemt de uitdaging aan?

Reacties

één reactie, 4 oktober 2017
  • @Janna: De scriptie van Gwen heb ik nog niet gelezen, die staat nog op de leeslijst. Ik ben benieuwd.

    Ik vraag me wel bij voorbaat af, of de conclusie klopt, dat archiefdiensten zo weinig aandacht besteden aan het creëren van digitale onderzoeksomgevingen. Of eigenlijk zou ik de vraag liever omdraaien: zouden archiefdiensten die omgevingen wel moeten creëren?

    Als je je die omgeving niet voorstelt als iets wat een archiefdienst aanbiedt of zou moeten aanbieden, maar als iets wat er al is (zeg de online omgeving in het algemeen), dan zou het vooral moeten gaan over de vraag wat archiefdiensten aan die omgevingen zouden kunnen bijdragen. En wat ze daarvan zouden móeten bijdragen. Meerwaarde toevoegen aan de al in ontwikkeling zijnde onderzoeksomgeving(en).

    Denk aan het realiseren van online toegankelijkheid van het bronmateriaal, d.w.z. zorgen voor een optimale interpreteerbaarheid daarvan. Dus inclusief scans van het materiaal zelf, (nadere) toegangen, tools om ze te kunnen lezen en begrijpen, mogelijkheden om daarbij hulp te krijgen, links naar relevante andere bronnen, duiding etc. Denk aan een service als chat of een tool als 'Wat staat daer?'.

    De analoge onderzoeksomgeving is voor de onderzoeker immers ook nooit beperkt gebleven tot onze studiezaal of studiezalen. Die vormden slechts ónze bijdrage aan de totale omgeving waarin de onderzoeker het onderzoek uitvoerde.

    Dat gezegd hebbende, kun je je afvragen of de onderzoeker wel zoveel minder wordt bediend als 'vroeger'. Er is wat aandacht betreft natuurlijk 'concurrentie' gekomen van het 'brede publiek', maar dat is terecht: immers archives for all! Daarnaast worden de onderzoekers toch ook bepaald níet vergeten, ook niet een beetje, zoals jij jezelf afvraagt. We ontplooien massaal activiteiten die het werk van die onderzoekers er veel eenvoudiger op maken, bijvoorbeeld door het scannen van bronnen en zorgen voor een immer grotere toegankelijkheid daarvan, in de meest brede zin van het woord. Misschien dat de gekozen wegen niet altijd voor iedere individuele onderzoeker uitkomst bieden, maar daarin verschilt deze tijd niet van zeg tien, twintig of hoeveel jaar dan ook geleden. Echter we doen nu méér werk voor méér mensen. Waaronder ook nog steeds onderzoekers. Maar niet meer alléén voor onderzoekers.

    Ik heb nog niet gezien hoe Gwen termen als 'digitale dienstverlening' en 'onderzoeksomgeving' definieert. Maar volgens mij is digitale dienstverlening er tegenwoordig zeker niet alleen voor het 'brede publiek'. Immers is die vandaag de dag nog in veel opzichten nog enorm gebaseerd op onze analoge dienstverlening, waarvan traditioneel vooral de groep profiteerde die naar onze studiezalen kwam: de onderzoeker; het 'brede publiek' was vroeger grotendeels afwezig. Nu nog trouwens.

    Een initiatief als een 'researcher in residence' vind ik overigens prachtig en moedig ik aan. In het archiefwezen zijn ook echt al wel mooie voorbeelden te vinden waar toegankelijkheid, onderzoek en opleiding hand in hand gaan, waarin archiefdiensten, instellingen voor onderwijs en onderzoek, onderzoekers en studenten samenwerken.

    Nou goed, nogmaals, de scriptie heb ik dus nog niet gelezen. Maar ik werd alvast getriggerd tot deze bijdrage door jouw vraag.

    Christian van der Ven

Trefwoorden