Niet(s) weggooien?
Deze week hoorde ik ergens op de radio een gesprek over een actie "Niet weggooien" (mét website) bij m...
Afgelopen week heb ik deelgenomen aan de workshop 'Bereik de Onbereikbare'. Deze werd gehouden door Anno, de landelijke stichting die historisch bewustzijn wil bevorderen onder andere door het organiseren van de Week van de Geschiedenis. Deelnemers aan de workshop waren medewerkers van archieven, opvallend veel bibliotheken en andere cultuurhistorische instellingen.Er was veel ruimte voor zelf doen en zelf denken. De naam 'workshop' voldeed dan ook. Vaak wordt deze benaming immers onjuist gebruikt. Een workshop blijkt dan toch weer een praatje van best practice aan de hand van beeld en geluid. Maar goed, zelf denken stond voorop. Onze eerste opdracht was om aan de hand van een voorwerp of een foto een project te bedenken, waarbij nieuwe invalshoeken en onverwachte wendingen gewenst waren. Inderdaad, het werkte. Een foto van een kermisdame in airbrush tegenover twee priesters bracht ons op het idee om een reizende tentoonstelling te maken over de kermis en de rol van de kerk daarin. Een foto van een vereniging in de jaren veertig inspireerde een andere groep om het verhaal van de verenigingen centraal te stellen.Toch waren er 's middags enkele Best Practiceverhalen door Stadsmuseum Zoetermeer en Utrechts Archief. Beide waren vernieuwend; de ene door de bevolking van Zoetermeer te laten participeren in de tenoonstellingen en de collectievorming. Utrechts Archief verving hun 'stoffige' studiezaal tot een innovatief publiekscentum met een museale presentatie. Nog een 'goede praktijk' kwam van het Watersnoodmuseum, dat vorig jaar de Week van de Geschiedenisprijs won met opa's en oma's die hun verhaal over de ramp aan hun kleinkinderen vertelden.Het thema van de Week van de Geschiedenis is dit jaar 'Oorlog en Vrede'. Als excursie gingen we naar Nationaal Monument kamp Vught. Welk verhaal werd hier verteld? Wie bezochten dit monument? Wat vonden we er zelf van? 's Avonds kregen we het verhaal van de Holocaust via een indrukwekkende documentaire. De Holocaust blijkt namelijk op vele manieren overdraagbaar. De Amerikanen in de musea denken daar duidelijk anders over dan de medewerkers van het museum in Auschwitz. Hoe denken we er zelf over? Wat willen we onze (on)bereikbaren meegeven?Zoals het een goede workshop betaamt, behoort er een kop en een staart te zijn. De kop ging er donderdagochtend af, de staart volgde vrijdagmiddag. Na nog een rondje ideeen te hebben gelanceerd, vatten Wim van der Weijden en Paul Knevel de dag samen in een aantal aanbevelingen om de onbereikbare te bereiken. Of waren het aanbevelingen voor een optimale deelname aan de Week van de Geschiedenis?Eén van de aanbevelingen was namelijk om aan te sluiten bij bestaande initiatieven zoals 'Nederland Leest' en de Kinderboekenweek, Nationale Open Monumentendag of de Erfgoedmaand......Want een aantal deelnemers aan deze workshop (waaronder ikzelf) mopperde dat het soms gewoon teveel was. Teveel thema's, teveel versnippering. De onbereikbaren zien dan door de bomen het bos niet meer. Maar wie zijn in deze onbereikbaar? Ons publiek of wij als deelnemende instellingen aan initiatieven die lokaal, regionaal en landelijk worden georganiseerd?Of het nu om publiek of participerende instellingen gaat......Wat houdt hen bezig? Waarom doen we niet massaal mee aan de Week van de Geschiedenis? Waarom komen de bezoekers niet naar je activiteit? Zijn we/ze werkelijk onbereikbaar? Het is geen kwestie van geld. En aan de ideeen voor thema's en projecten ontbreekt het vaak ook niet. Zelfs onverwachte doelgroepen willen zich best aan je binden.Het enige wat naar mijn idee helpt is om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Bereikbaar zijn is slechts een kwestie van luisteren naar elkaar. Meer hoeft het volgens mij niet te zijn.
Reacties
Het probleem van de overvolle activiteitenagenda is volgens mij iets wat danig onderschat wordt. Want het gaat niet alleen om de culturele agenda, maar ook de bloembollen, rommelmarkten, jaarmarkten, festivals en noem maar op. Misschien moeten we veel meer samenwerken b.v. binnen stad of gemeente en daar krachten bundelen i.p.v. alles zelf te gaan doen. Dan moeten ook de andere partijen daartoe bereid zijn. Activiteiten in samenhang op verschillende locaties, op verschillende dagen. Zoiets. Jij hebt daar meer verstand van dan ik :-) Het klinkt in ieder geval wel als een inspirerende workshop!
Klinkt inderdaad als een inspirerende gebeurtenis, Petra. Goed verslag ook! Die overvolle agenda... Tja, ik denk dat niet zozeer het volk daar last van heeft - dat is immers gewend uit een groot aanbod te moeten kiezen - maar dat het vooral de instellingen zijn, die het aanbod niet aankunnen. Vooral mankracht ontbreekt. In september zijn het bijvoorbeeld Open Monumentendag en Den Bosch Maritiem, wat beide twee hele grote evenementen zijn in Den Bosch, waar wij als BHIC - komt door het pand waarin we zitten - eigenlijk niet onderuit kunnen (we worden er namelijk altijd bij betrokken door de gemeente, of we nu willen of niet). De Landelijke Archievendag (oktober) schiet er dan bij in, omdat we dat echt helemaal zelf moeten doen en in een korte tijd. We kunnen dan niet meeliften op de publiciteit van de rest van de stad en dat merk je aan bezoekersaantallen. Aan alles meedoen is te veel, dus dan moet je kiezen... Wel goed dat ze die Landelijke Archievendag samen laten vallen met de Week van de Geschiedenis. Misschien zijn er meer van dat soort combi's te maken. Over Het Utrechts Archief en hun innovatieve publiekscentrum: dit is echt heel mooi. Maar het is geen vervanging van die studiezaal. Die hebben ze namelijk gewoon op een andere locatie zitten (en een beetje bij dat centrum zelf). En eigenlijk hebben ze er dus gewoon een museaal concept naastgezet. Het gaat om verschillende doelgroepen (al zullen die archiefonderzoekers best een keer het publiekscentrum bezoeken). Over Kamp Vught: het mooiste wat daar is (of was), is (of was) een opstelling in het documentatiecentrum, waar in een bepaalde ruimte door middel van zuiltjes en vitrines/displays een soort loopgangen waren gemaakt. In iedere display lag een archiefstuk of een voorwerp of zo en had je een monitor waarop een overlevende iets vertelde over het leven in het kamp, aan de hand van dat object in de vitrine. Heel mooi gedaan en door de manier van opstellen heel privaat en soms zelfs beklemmend - passende sfeer. En oral history/digital storytelling doet het toch altijd goed.