De dubbele rol van IT in duurzaamheid
Dit is blog 1 in de blogreeks over Green IT. Duurzaamheid in het kader van maatschappelijk verantwoord...
Dit is blog 12 in de blogreeks over Green IT.
Wist je dat het overgrote deel van de CO2-voetafdruk van IT-apparatuur voortkomt uit de productiefase? Bij het meten van de impact van ICT is het daarom belangrijk om ook de productie van de hardware die je gebruikt mee te nemen. Denk hierbij aan de servers in het datacentrum, de laptop en mobiele telefoon waarmee je werkt, tot aan de bekabeling die de data moet transporteren.
In de vorige twee blogs onderzochten we hoe software actief kan bijdragen aan het verminderen van energieverbruik en hoe je bewust keuzes kunt maken om groene energie effectief te benutten door je vraag af te stemmen op het aanbod. Nu richten we onze aandacht op het vierde principe van groene software: het optimaliseren van hardware-efficiëntie.
Principe 4 – Hardware-efficiëntie (1)
Wanneer je met groene software aan de slag gaat moet je de CO2-voetafdruk van de hardware die je gebruikt bij het ontwikkelen of aanpassen van je software kennen. Hierbij richt je je specifiek op de ‘embodied’ of ‘embedded’ carbon – oftewel de CO2-voetafdruk van jouw apparatuur tijdens het productieproces. Vaak ligt deze voetafdruk hoger dan de CO2-uitstoot tijdens het daadwerkelijke gebruik, zoals onderstaande afbeelding duidelijk maakt.
Afbeelding afkomstig van de Green Software Foundation.
Bij het onderzoeken van de verhouding tussen productie en gebruik wordt direct duidelijk dat tegen de tijd dat wij een computer in gebruik nemen, er al aanzienlijke CO2-emissies hebben plaatsgevonden. Bovendien hebben computers en andere hardware een beperkte levensduur. Zodra ze niet langer voldoen aan moderne verwachtingen of eisen, worden ze vervangen.
Onderzoek wijst uit dat een gemiddelde laptop slechts drie jaar meegaat, terwijl de levensduur van een server varieert van 3,5 tot 5 jaar, tenzij deze ingezet wordt voor cryptomining, waarbij de levensduur soms terugloopt naar slechts 3 maanden! Als we streven naar CO2-efficiëntie, is het dus essentieel om ook kritisch te kijken naar onze hardware.
Er bestaan twee methoden voor het optimaliseren van hardware-efficiëntie:
verleng de levensduur van de apparatuur door eindgebruikers;
maximaliseer het servergebruik (in geval van cloud computing).
Levensduur verlengen
Hardware heeft doorgaans een beperkte levensduur, meestal om drie redenen:
gebruikers stellen vaak nieuwe eisen aan hun apparatuur, zoals snelheid, formaat, gewicht of modetrends (vooral van toepassing op mobiele telefoons);
nieuwe software vereist meer van de hardware, waardoor oudere computers niet meer kunnen voldoen aan de systeemvereisten;
technische gebreken kunnen ervoor zorgen dat je computer kapotgaat.
Je kunt de levensduur van computers verlengen door ervoor te zorgen dat software niet constant wordt doorontwikkeld om aan de nieuwste technologische eisen te voldoen. Dit doe je door ervoor te zorgen dat de software ook draait op oudere hardware. Een praktisch voorbeeld is het beperken van het kleurenpalet, zodat de grafische kaart van oudere computers minder belast wordt. Hetzelfde geldt voor animaties en video’s.
Gedragsverandering noodzakelijk
De andere twee aspecten vallen binnen het bereik van de gebruiker en vereisen een gedragsverandering van hun kant. Als organisatie heb je hier deels invloed op door intern beleid vast te stellen over de minimale gebruiksduur van een computer. Daarnaast kun je bevorderen dat een computer eerst wordt gerepareerd in plaats van deze direct te vervangen, zelfs als reparatie duurder is dan de waarde van een nieuwe computer. En hoe vaak komt het niet voor dat een pas aangenomen medewerker meteen een nieuwe laptop krijgt, terwijl er wellicht nog goed functionerende, tweedehands laptops in de kast staan?
Einde levensduur? Refurbish of recycle
Ook is het van belang na te denken over wat te doen met verouderde apparatuur. Doneer een laptop bijvoorbeeld aan de Stichting Laptop Opvang (3) een organisatie die computers een tweede leven geeft.
Is een computer echt niet meer te gebruiken, lever deze dan in op een locatie waar de onderdelen opnieuw worden gebruikt. Let daarbij op het WEEELABEX-certificaat (4). Dit certificaat toont aan dat de organisatie voldoet aan de Europese richtlijn voor afval in de vorm van elektrische en elektronische apparaten. Een organisatie met dit certificaat heeft de procedures voor recycling, bewerking en verwerking van afgedankte elektronische apparaten aantoonbaar op orde.
Het apparaatgebruik verhogen in de cloud
We hebben eerder al gesproken over energieproportionaliteit en het feit dat het minder energie kost om één server met 100% bezetting te draaien dan vijf servers met 20% bezetting. Je kunt dit vergelijken met het idee dat het efficiënter is om één auto te bezitten en hier dagelijks mee naar het werk te gaan, dan om vijf auto’s te bezitten en elke dag een andere auto te gebruiken. Daarnaast heeft de inzet van minder servers als voordeel dat er minder CO2 verloren gaat met de productie van de apparatuur.
Organisaties kiezen vaak voor extra beschikbare servercapaciteit omdat ze uitgaan van de piekbelasting (denk hierbij aan de extra bezoekers die op Black Friday webwinkels bezoeken). Het idee is dat door extra capaciteit beschikbaar te hebben, deze piekmomenten kunnen worden opgevangen zonder dat de website de toestroom van bezoekers niet meer aankan. Het betekent wel dat je de rest van het jaar servercapaciteit beschikbaar hebt die je niet optimaal gebruikt. Hardware-efficiëntie in deze context betekent dat elk apparaat zo veel en zo lang mogelijk wordt benut.
Wanneer je efficiënter gebruik wilt maken van hardware kun je overwegen om over te stappen op de public cloud. Hierbij maak je gebruik van gedeelde computermiddelen zonder de fysieke infrastructuur (servers, opslag en applicaties) te bezitten. Bovendien kun je snel en efficiënt IT-middelen inzetten. Wanneer je moet opschalen vanwege pieken in de vraag, is deze capaciteit direct beschikbaar. Reservecapaciteit kan altijd worden toegewezen aan wie dat nodig heeft, waardoor servers niet ongebruikt blijven staan.
Conclusie
Hardware en groene software kunnen niet los van elkaar worden gezien. Het is belangrijk om je hardware mee te nemen in al je overwegingen. Onthoud daarbij dat het grootste aandeel van de CO2-voetafdruk van apparatuur voortkomt uit de productiefase. Zorg er dus voor dat hardware een langere levensduur krijgt en optimaal wordt benut.
In de volgende en afsluitende blog binnen dit thema gaan we dieper in op de laatste twee principes van groene software. Daarin bespreken we hoe je CO2-uitstoot van je software kunt meten en welke specifieke klimaatdoelstellingen groene software nastreeft.
Eerder verschenen in deze blogserie
Thema: Introductie Green IT
1 De dubbele rol van IT in duurzaamheid
2. De noodzaak van een duurzaamheidskader voor de erfgoedsector
Thema: Dataopslag
4. De verborgen impact van cloudopslag
5 1% van alle data ter wereld bewaren – wat kost dat aan CO2-uitstoot?
6 De zoektocht naar duurzame alternatieven voor disks en tapes
7 Dataopslag in synthetisch DNA: coderen en decoderen in geheimschrift
8 Dataopslag in atomen: sciencefiction of toekomstige realiteit?
9 Dataopslag in glas: Superman is alvast vereeuwigd
Thema: Groene Software
10 Groene software: minder energie = minder CO2-uitstoot
11 Groene software: Meer doen als de energie schoner is
-----------------------------------------------------------------
Gebruikte bronnen:
(1) Deze uitleg is gebaseerd op de uitleg in de Green Practitioner course van de Green Software Foundation.
(2) Stichting Laptop Opvang te vinden op https://www.laptopopvang.nl/
(3) BSI, Weeelaex – de norm & certificering. Laatst bekeken op 29 oktober 2023.