e-Depot-bestanden ontsluiten via een website

  • apr 2016
  • Verwijderde gebruiker
  • ·
  • Aangepast 27 jun
  • 9
  • 100
Verwijderde gebruiker
KIA Community
  • Wim van Dongen
  • Christian van der Ven

31-OntsluitenvanarchiefstukkeninheteDepotviainternet.pdf

Voor wie nog niet afgeschrikt is door het technische verhaal over website-archivering heb ik hier nog een verslag: hoe we bij het Nationaal Archief onze archiefstukken in het e-Depot ontsluiten voor het publiek.

Doordat GahetNA eerder bestond dan de Universal Access-module van het e-Depot, weet de website niet dat er een e-Depot bestaat waarin te tonen archiefstukken zitten. In afwachting van de oplevering van de nieuwe website medio 2017 hebben we toch een manier gevonden om digitale archiefstukken bij de eindgebruiker te krijgen: via de archiefinventarissen.

Hoe dat proces loopt, wat er nu mogelijk is, en wat ook nog niet, staat beschreven in bijgevoegd verslag.

Reacties

9 reacties, meest recent: 2 juni 2016
  • Hoi Jeroen, nogmaals dank. Gelukkig dat er steeds meer aandacht komt voor het via internet beschikbaarstellen van archiefstukken in het edepot. Tijdens een vorige werkgroepvergadering rond MAIS begreep ik al dat daarin uuid's zullen worden ingebouwd, naar voorbeeld van het NA, dus dat is mooi.

    Ik heb nog een paar vragen:

    • Bestanden in een aantal formaten kunnen direct worden getoond, anderen kunnen als download worden aangeboden. Ik kan me voorstellen dat juist in die laatste groep veel formaten zitten die voor een gewone particulier (en niet alleen voor hen) niet te openen/lezen zijn, zonder speciale software. Voor teksten en afbeeldingen zijn nog wel heel wat viewers online voorhanden, voor bijvoorbeeld databases of allerlei bestanden die door speciale administratieve of andere applicaties worden gegenereerd is dat al een ander verhaal. Ik vraag me dus af in hoeverre deze archiefdocumenten daarmee daadwerkelijk 'toegankelijk' worden aangeboden vanuit het edepot. (Als je toegankelijkheid definieert als beschikbaar, raadpleegbaar en voorzien van een toegangenapparaat, zoals ik altijd heb geleerd - bij het tweede heb ik dan twijfels.)

    • De viewer ken ik niet, maar ik kan me voorstellen dat die redelijk basaal is in vergelijking met de doorontwikkelde viewers die we op dit moment in gebruik hebben (doch natuurlijk in eerste instantie vooral ontwikkeld zijn met het oog op 'analoog' materiaal). Die bevatten standaard allerlei functionaliteit voor het maken van selecties, kantelen, contrast wijzigen enzovoort. Enerzijds zou het hoe dan ook jammer zijn als er straks met nóg meer verschillende viewers gewerkt gaat worden (alhoewel daar deels niet aan valt te ontkomen, vermoed ik, door de variëteit in bestandsformaten en vooral documentvormen) en anderzijds dat die 'nieuwe' viewers ook nog eens beperkter zijn in functionaliteit dan vergelijkbare 'oude' viewers. Hoe zal daarmee om worden gegaan? (De meeste van mijn eigen PowerPoints laten zich trouwens niet naar sheets vertalen, niet zozeer omdat je dan de dynamische overgangen mist, maar wel omdat je op dezelfde slide vaak animaties gebruikt, zoals het laten verschijnen en verbergen van elkaar overlappen teksten en afbeeldingen. Rest de download...)

    • Het systeem lijkt me nu te werken als volgt: ik zoek in metadata, vind een beschrijving van een archiefdocument (in dit geval uit het edepot) en vervolgens kan ik dat via de link viewen of downloaden. Nou zijn juist digitale documenten bijzonder geschikt om niet alleen de metadata maar tegelijkertijd ook de documenten zelf te laten doorzoeken. Hoe gaat de software daarmee om?

    Misschien stelt het allemaal niks voor hoor of is het er al, maar dit zijn de vragen die na het lezen in me opkwamen.

    Christian van der Ven
  • Hoi Cristian,

    Dank voor de goede vragen!

    • Bestanden in een aantal formaten kunnen direct worden getoond, anderen kunnen als download worden aangeboden. Ik kan me voorstellen dat juist in die laatste groep veel formaten zitten die voor een gewone particulier (en niet alleen voor hen) niet te openen/lezen zijn, zonder speciale software. Voor teksten en afbeeldingen zijn nog wel heel wat viewers online voorhanden, voor bijvoorbeeld databases of allerlei bestanden die door speciale administratieve of andere applicaties worden gegenereerd is dat al een ander verhaal. Ik vraag me dus af in hoeverre deze archiefdocumenten daarmee daadwerkelijk 'toegankelijk' worden aangeboden vanuit het edepot. (Als je toegankelijkheid definieert als beschikbaar, raadpleegbaar en voorzien van een toegangenapparaat, zoals ik altijd heb geleerd - bij het tweede heb ik dan twijfels.)

    Klopt, we kennen drie "soorten" bestandensformaten:

    1. Bestandsformaten waarvoor het e-Depot een viewer heeft

    2. Bestandsformaten die wel herkend worden, maar waar het e-Depot geen viewer voor heeft

    3. Bestandsformaten die niet herkend worden

    Daarnaast is er wat in OAIS-termen de "designated community" is: voor welke gebruikers zijn onze digitale archiefbescheiden bedoeld, en welke basiskennis en -kunde veronderstellen we uit dat onze gebruikers hebben. Bijvoorbeeld: onze "designated community" zijn gebruikers die goed Nederlands kunnen lezen en schrijven, en die een klein beetje Frans en Duits begrijpen, die beschikken over een computer met internetverbinding en een moderne webbrowser. (Deze beschrijving verzin ik ter plekke hè, en hoeft niet noodzakelijk gelijkenis te vertonen met wat we daadwerkelijk onze "designated community" vinden).

    Voor de voorbeeld-community is die eerste categorie bestandsformaten relatief makkelijk: het e-Depot heeft daarvoor de viewer die in een moderne (HTML-5 capabele) webbrowser de inhoud van de bestanden toont. Het enige dat dan nog nodig is om van de inhoud van de bestanden ook echte 'informatie' te maken, is representatie-informatie (dus uitleg over hoe de gegevens in de documenten geïnterpreteerd moeten worden... bijv. als ergens "een temperatuur van 180 graden" staat, was dat dan Celcius, Fahrenheit of Kelvin?).

    Tot dusver vallen de meeste bestanden die we in het e-Depot hebben zitten in deze categorie bestandsformaten, omdat we vooral afbeeldingen, PDF bestanden en MS-Word bestanden hebben.

    Voor het tweede type bestandsformaten, waarbij ze wel door Droid herkend zijn maar er geen viewer aanwezig is, zullen we iets moeten regelen. Dat is dan:

    • Aanmaken van een presentatie-afgeleide in een bestandsformaat waar wel een viewer voor is, en dan zitten we weer in categorie 1; of

    • We weten wel wat het bestandsformaat is, en via de Pronom Linked Data Registry weten we dan ook met welk programma het gemaakt is, en met welke viewer dat bekeken kan worden. We kunnen dan dus aangeven aan de gebruiker thuis welke software gebruikt kan worden, en we kunnen er voor zorgen dat in de studiezaal een aantal werkstations beschikbaar zijn waarop die bestandsformaten getoond kunnen worden. Zulke werkstations zullen er toch moeten zijn, voor het raadplegen van beperkt-openbaar archief waar op individuele basis ontheffing voor is verleend; of

    • We weten wat het bestandsformaat is, en weten ook dat je het alleen kunt raadplegen met een viewer waarvoor je flink de portemonnee moet trekken om hem te kunnen gebruiken. Dit soort bestandsformaten had al bij de pre-ingest (of "archiefschouw") naar voren moeten komen, en daarover hadden dan al afspraken gemaakt moeten worden.

    Dan het derde type bestandsformaten, de niet-herkende bestandsformaten: dit zijn probleemgevallen. Hier kunnen we op het moment niets anders dan de 'bitstream' duurzaam bewaren, en via de (inter)nationale onderzoekers proberen te achterhalen hoe en wat het bestandsformaat is. Ook hier geldt weer dat je dit al bij de archiefschouw wil uitvinden, en dat je dan afspreekt wat je er mee gaat doen.

    • De viewer ken ik niet, maar ik kan me voorstellen dat die redelijk basaal is in vergelijking met de doorontwikkelde viewers die we op dit moment in gebruik hebben (doch natuurlijk in eerste instantie vooral ontwikkeld zijn met het oog op 'analoog' materiaal). Die bevatten standaard allerlei functionaliteit voor het maken van selecties, kantelen, contrast wijzigen enzovoort. Enerzijds zou het hoe dan ook jammer zijn als er straks met nóg meer verschillende viewers gewerkt gaat worden (alhoewel daar deels niet aan valt te ontkomen, vermoed ik, door de variëteit in bestandsformaten en vooral documentvormen) en anderzijds dat die 'nieuwe' viewers ook nog eens beperkter zijn in functionaliteit dan vergelijkbare 'oude' viewers. Hoe zal daarmee om worden gegaan? (De meeste van mijn eigen PowerPoints laten zich trouwens niet naar sheets vertalen, niet zozeer omdat je dan de dynamische overgangen mist, maar wel omdat je op dezelfde slide vaak animaties gebruikt, zoals het laten verschijnen en verbergen van elkaar overlappen teksten en afbeeldingen. Rest de download...)

    Er is niet één viewer, maar een hele serie viewers in het e-Depot. De link die je gebruikt voor het renderen is voor alle bestandsformaten hetzelfde, maar het eerste wat het render-framework doet is kijken welk bestandsformaat bij het opgevraagde bestand hoort. Is het een toonbaar bestandsformaat, dan herschrijft hij de URL tot de juiste viewer, en is het geen toonbaar formaat geeft hij een foutmelding.

    En ja, het zijn meer verschillende viewers, maar als het goed is merk je daar als gebruiker niet zoveel van, omdat het allemaal in de browser zelf als HTML-5 object wordt weergegeven.

    Over het beperkter zijn van die viewers dan de 'oude' viewers heb je een goed punt. Zeker voor afbeeldingen hebben we dat probleem op het oog, maar bij andere bestandsformaten, zoals de Powerpoint die tot "geprinte" versie gemaakt wordt, mis je ook bepaalde functionaliteit. Ik verwacht dan ook dat er de komende tijd nog hard doorontwikkeld wordt aan het render-framework. Daarnaast bestaat altijd de mogelijkheid om zelf een externe viewer te (laten) ontwikkelen, die onder water het bestand eerst download uit het e-Depot, en het vervolgens gerenderd en al aan de gebruiker toont. 

    We staan dus nog aan het begin, maar daarmee zijn we al een flinke stap voorbij waar we vorig jaar stonden!

    • Het systeem lijkt me nu te werken als volgt: ik zoek in metadata, vind een beschrijving van een archiefdocument (in dit geval uit het edepot) en vervolgens kan ik dat via de link viewen of downloaden. Nou zijn juist digitale documenten bijzonder geschikt om niet alleen de metadata maar tegelijkertijd ook de documenten zelf te laten doorzoeken. Hoe gaat de software daarmee om?

    Dit is inderdaad hoe het systeem bij het NA nu werkt. GahetNA is nu eenmaal eerder gemaakt dan het render-framework van het e-Depot, en GahetNA weet dus niet dat er een bron aan informatie is die doorzocht kan worden. De opvolger zal medio 2017 het licht zien (is nu de planning in ieder geval), en die zal wel weet hebben van het e-Depot, en dus ook gebruik kunnen maken van de full-text zoek-index die het e-Depot aanmaakt van de digitale archiefbestanden. Ongetwijfeld zullen de websites van de RHC's iets soortgelijks kunnen doen, maar dat is een deel waar ik nog geen ervaring mee heb.

    Door de scheiding tussen e-Depot en GahetNA, en mijn vurige wens om zonder iets nieuws te hoeven bouwen toch bestanden te kunnen ontsluiten, kwam ik uit bij de archiefinventarissen. Voor het NA dus de EAD's waar de linkjes in konden worden opgenomen, en Zeeuws Archief heeft hetzelfde ook met Archieven.nl gedaan. Verre van optimaal inderdaad, omdat je de rijkheid van full-text doorzoeken mist en beperkt tot alleen de metadata, maar ook hier geldt weer dat het een stap verder is dan vorig jaar.

    Los van dat we nu in ieder geval íets aan het publiek kunnen tonen, is een bijkomend voordeel ook dat we nu kunnen experimenteren met hoeveel metadata voldoende is om de context van een archief goed duidelijk te maken. Zelfs met full-text zoeken zal het voor het interpreteren van de gegevens toch noodzakelijk blijven om de context goed te kennen. De experimenten met hoe je bv. op basis van map- en bestandsnamen van een groepsschijf een archiefinventaris kunt maken, en hoe goed dat dan wel of niet bruikbaar is voor het raadplegen van het archief zijn erg interessant. Maar dat is onderwerp van een volgend verslag :)

     

    En kom vooral met meer vragen, als je ze hebt! Hoog tijd om de discussie 'en public' te gaan voeren!

    groeten,

    Jeroen.

    Christian van der Ven zei:

    Hoi Jeroen, nogmaals dank. Gelukkig dat er steeds meer aandacht komt voor het via internet beschikbaarstellen van archiefstukken in het edepot. Tijdens een vorige werkgroepvergadering rond MAIS begreep ik al dat daarin uuid's zullen worden ingebouwd, naar voorbeeld van het NA, dus dat is mooi.

    Ik heb nog een paar vragen:

    • Bestanden in een aantal formaten kunnen direct worden getoond, anderen kunnen als download worden aangeboden. Ik kan me voorstellen dat juist in die laatste groep veel formaten zitten die voor een gewone particulier (en niet alleen voor hen) niet te openen/lezen zijn, zonder speciale software. Voor teksten en afbeeldingen zijn nog wel heel wat viewers online voorhanden, voor bijvoorbeeld databases of allerlei bestanden die door speciale administratieve of andere applicaties worden gegenereerd is dat al een ander verhaal. Ik vraag me dus af in hoeverre deze archiefdocumenten daarmee daadwerkelijk 'toegankelijk' worden aangeboden vanuit het edepot. (Als je toegankelijkheid definieert als beschikbaar, raadpleegbaar en voorzien van een toegangenapparaat, zoals ik altijd heb geleerd - bij het tweede heb ik dan twijfels.)

    • De viewer ken ik niet, maar ik kan me voorstellen dat die redelijk basaal is in vergelijking met de doorontwikkelde viewers die we op dit moment in gebruik hebben (doch natuurlijk in eerste instantie vooral ontwikkeld zijn met het oog op 'analoog' materiaal). Die bevatten standaard allerlei functionaliteit voor het maken van selecties, kantelen, contrast wijzigen enzovoort. Enerzijds zou het hoe dan ook jammer zijn als er straks met nóg meer verschillende viewers gewerkt gaat worden (alhoewel daar deels niet aan valt te ontkomen, vermoed ik, door de variëteit in bestandsformaten en vooral documentvormen) en anderzijds dat die 'nieuwe' viewers ook nog eens beperkter zijn in functionaliteit dan vergelijkbare 'oude' viewers. Hoe zal daarmee om worden gegaan? (De meeste van mijn eigen PowerPoints laten zich trouwens niet naar sheets vertalen, niet zozeer omdat je dan de dynamische overgangen mist, maar wel omdat je op dezelfde slide vaak animaties gebruikt, zoals het laten verschijnen en verbergen van elkaar overlappen teksten en afbeeldingen. Rest de download...)

    • Het systeem lijkt me nu te werken als volgt: ik zoek in metadata, vind een beschrijving van een archiefdocument (in dit geval uit het edepot) en vervolgens kan ik dat via de link viewen of downloaden. Nou zijn juist digitale documenten bijzonder geschikt om niet alleen de metadata maar tegelijkertijd ook de documenten zelf te laten doorzoeken. Hoe gaat de software daarmee om?

    Misschien stelt het allemaal niks voor hoor of is het er al, maar dit zijn de vragen die na het lezen in me opkwamen.

    Verwijderde gebruiker
  • Hoi Jeroen,

    Ik vroeg me af of de bestanden uit het e-depot in hun oorspronkelijk formaat getoond worden of dat er een slimme (kleinere) versie gebruikt wordt (in tiles oid) zodat het transport richting browser efficiënter en sneller verloopt?

    Of is het de bedoeling dat de archiefdiensten zelf voor een versie zorgen die snel in een browser getoond worden?

    Groet,

    Luud

    Verwijderde gebruiker
  • Hallo Luud,

    In het e-Depot kennen we 'manifestaties' bij documenten (en lees documenten breed, dus ook een afbeelding, geluidsbestand, etc). Standaard wordt het bestand dat wordt opgenomen gelijktijdig de "actieve preservation-manifestatie" die bedoeld is voor duurzame bewaring, en de "actieve presentatie-manifestatie" die bedoeld is voor presentatie aan de gebruiker.

    Wanneer het nodig is kunnen bij documenten nieuwe preservation-manifestaties en/of nieuwe presentatie-manifestaties worden gemaakt. Een voorbeeldje: ik heb een geluidsfragement opgenomen in het duurzame "ogg" formaat, maar dat kan niet door Internet Explorer worden afgespeeld. Ogg is dus wel geschikt als preservation-manifestatie, maar niet als presentatie-manifestatie. Voor de presentatie heb ik een MP3-tje gemaakt, die wel in alle browsers goed wordt afgespeeld. Mocht op een gegeven moment Ogg verouderd raken, en worden omgezet naar formaat XYZ, dan wijzigt de preservation-manifestatie, maar de presentatie-manifestatie niet (althans, niet noodzakelijk).

    Nu terug naar je vraag over afbeeldingen: je kunt de duurzame afbeeldingen opnemen in het e-Depot, en er dan presentatie-afgeleiden bij laten maken. Of er standaard een presentatie-formaat tussen zit dat 'tiled rendering' ondersteunt, weet ik eerlijk gezegd niet, dat moet een keer getest worden. Maar dan nog heb je kans dat daar een speciale tiled image viewer bij moet komen. De huidige image viewer is nog wat beperkt in functionaliteit, maar je kunt altijd kiezen om tussen gebruiker en e-Depot een aparte viewer te zetten, zoals ik ook in het antwoord op Christiaan schreef. Die viewer downloadt dan het juiste bestand uit het e-Depot en toont het dan aan de gebruiker zoals je dat wil. Zet daar een leuke caching-server bij en je hebt ook nog eens een mooie snelheidswinst.

    groeten,

    Jeroen.

    Verwijderde gebruiker
  • Hi Jeroen,

    Mooi experiment!

    Voor mij zit de kracht van jouw verhaal vooral in het feit dat je 'gewoon' toegang kunt geven tot e-Depot-bestanden via een EAD inventaris. Eindelijk dringt dit besef dan toch door zou ik haast zeggen ;-).

    Maar waarom gebruik je daarvoor "archref"? Dit EAD element is niet zo heel gebruikelijk voor dit soort verwijzingen en zal daarom door veel systemen van 'derden', zoals bijvoorbeeld het Archieven Portaal Europa, niet goed worden herkend c.q. weergeven en dat is toch iets om op te letten in het tijdperk van 'Open Data'.

    Waarom heb je niet gekozen voor het juist bij weergave van e-Depot-bestanden veel meer voor de hand liggende "dao" (= Digital Archival Object)? Dat wordt overal meteen herkend en goed weergegeven en het scheelt je bovendien veel code-regels, hetgeen je EAD bestanden 'lean & mean' houdt. Bij gebruik van "dao" heb je voor jouw voorbeeld, NL-HaNA_2.19.042.08 – 421ED, slechts 12 regels nodig, namelijk één voor elk object, en bij gebruik van "archref" in combinatie met een "table" in totaal 78.

    Misschien vind je de weergave van een tagging met "dao" niet mooi? Vooral in het Archieven Portaal Europa staat of valt dat bijvoorbeeld met de beschikbaarheid van een thumbnail. Maar dat valt m.i. op te lossen: het e-Depot kan vast wel een mooie representatieve thumbnail genereren voor elk digitaal object. Ik zou daar wel een voorstander van zijn. Het maakt het bladeren door zoekresultaten zoveel aantrekkelijker en gebruiksvriendelijker. Een mens is nu eenmaal erg visueel ingesteld. Maar mocht je het toch ‘spartaans’ willen houden, dus enkel een lijstje, kijk dan eens naar "extref" in combinatie met een "list". Dat scheelt je nog steeds ongeveer de helft aan code-regels (slechts 38).

    In de Archieven Portaal Europa demo omgeving heb ik het resultaat van mijn tagging-voorstellen naast dat van jou gezet, zodat je e.e.a. zelf kunt beoordelen (en uiteraard kan ik je het originele EAD/XML bestand toesturen):

    NL-HaNA_2.19.042.08 – 421ED in APE met oorspronkelijke archref tagging

    NL-HaNA_2.19.042.08 – 421ED in APE met dao tagging

    NL-HaNA_2.19.042.08 – 421ED in APE met extref tagging

    Zoals gezegd heeft de "dao"-tagging mijn voorkeur, zeker als die aangevuld wordt met verwijzingen naar thumbnails. Bijkomend voordeel van deze tagging is dat in het Archieven Portaal Europa (en dus ook bij gebruik van de ‘Open Data’ API) de e-Depot-bestanden als digitaal object worden herkend, waardoor er op gefilterd kan worden. Dat is bij de twee andere tagging-voorbeelden niet het geval (zoek bijvoorbeeld op alleen "James Henri" in de Archieven Portaal Europa demo omgeving en kijk dan naar de beschikbare filter mogelijkheden). Bovendien blijkt bij conversie naar EAD3 de "dao"-tagging ook de meest duurzame, die blijft namelijk gehandhaafd, maar de "archref"- en "extref"-taggings worden omgezet naar eenvoudige "ref"-taggings ("extref" wordt zelfs in EAD3 helemaal niet meer ondersteund).

    Ik ben overigens benieuwd naar de testbestanden van het Zeeuws Archief. Kunnen die vanuit Archieven.nl naar het Archieven Portaal Europa (bij voorkeur naar de demo omgeving) worden gedirigeerd?

    Tenslotte, over het 'lean & mean' houden van EAD bestanden: ik hoop dat je ook gaat experimenteren met de EAD + METS webservice en dat die ook voor het e-Depot beschikbaar komt, want per slot van rekening is METS bij uitstek geschikt voor technische metadata en die heb je bij 'digital born' objecten m.i. meer (nodig) dan bij digitalisaties.

    Met vriendelijke groet,

    Wim

    Wim van Dongen
  • Hi Wim,

    Dank, het was leuk om te doen!

    Wat de keuze voor 'archref' betreft: dat is een methode waarvan Henny wist dat hij werkte in de vormgeving van GahetNA. De oplossing via EAD's is immers bedoeld om de tijd te overbruggen tussen nu en het beschikbaar komen van de nieuwe website. Er zit dus geen andere keuze achter dan dat we wisten dat deze werkt.

    Kun je de dao-versie inderdaad eens toesturen? Dan ga ik hem een testnummer geven en eens kijken hoe die er op GahetNA uit ziet. Het zou geweldig zijn om een versie te hebben die én goed op GahetNA werkt, én conceptueel beter klopt bij EAD, én ook nog eens goed werkt op APE, én daarbij veel minder code gebruikt! Dat laatste gaat zeker interessant worden wanneer de aantallen bestanden gaan toenemen.

    Hoe Leo Hollestelle de bestanden vanuit de Zeeuws Archief-tenant op Archieven.nl heeft gekregen weet ik eerlijk gezegd niet, daarvoor ken ik MAIS (nog) niet goed genoeg. Ik zal eens vragen aan Leo of hij daar iets over kan vertellen.

    Wat METS betreft: die zou natuurlijk ideaal zijn, maar omdat dit voor nu even bedoeld is als tijdelijke oplossing tot aan de nieuwe website werkt dat niet: GahetNA heeft geen vormgeving voor METS in EAD. Het later ter beschikking stellen van technische metadata via METS kan op zich al in het e-Depot, wanneer we dat op de juiste manier aanzetten in de OAI-PMH en de CMIS-webservices. In de metadata bij de bestanden kan dan de technische metadata in METS-vorm worden opgenomen. De inhoudelijke metadata (MOM) komt natuurlijk uit het collectiebeheersysteem.

    groeten, Jeroen.

    Verwijderde gebruiker
  • Hi Jeroen,

    De door mij aangepaste toegang NL-HaNA_2.19.042.08 zit inmiddels in je email postbus.

    Voor de goede orde: het betreft jouw oorspronkelijke met "archref" getagde versie met daarin ook de "dao"- en de "extref"-tagging, respectievelijk de bestanddeelnummers: 421EDa (archref), 421EDb (dao) en 421EDc (extref).

    Het tijdelijke van het toegang geven tot e-Depot-bestanden via een EAD inventaris moet je (c.q. moeten we) heroverwegen: de nieuwe NA website gaat volgens mij namelijk niet rechtstreeks koppelen met het collectiebeheersysteem, maar met de NA data-set uit het Archieven Portaal Europa, en wel via de API, en dan is het natuurlijk wel handig als die data-set goed in het Archieven Portaal Europa terecht komt, en dat gaat nu eenmaal via EAD inventarissen :-).

    Wat betreft het aanbieden van inventarissen via MAIS-Flexis en Archieven.nl aan het Archieven Portaal Europa kan ik je wel op weg helpen: vanuit MAIS-Flexis komen inventarissen in Archieven.nl terecht door in MAIS-Flexis aan de betreffende inventarissen het trefwoord "OAI-PMH set" te koppelen. Als aan die inventarissen in MAIS-Flexis dan ook het trefwoord "APEX" wordt gekoppeld, dan worden ze vervolgens vanuit Archieven.nl via een twee-wekelijkse harvesting automatisch aan het Archieven Portaal Europa doorgeleverd.

    Dus als de Zeeuwse testbestanden in MAIS-Flexis staan en via de koppeling met het trefwoord "OAI-PMH set" in Archieven.nl terecht zijn gekomen, dan kan het Zeeuws Archief er zelf voor zorgen dat die testbestanden ook in het Archieven Portaal Europa terecht komen, simpelweg door aan die bestanden in MAIS-Flexis ook het trefwoord "APEX" te koppelen.

    Met vriendelijke groet,

    Wim

    Wim van Dongen

Trefwoorden