Privacy, Nationaal Archief en politiek

  • nov 2011
  • Verwijderde gebruiker
  • ·
  • Aangepast 27 jun
  • 7
  • 83
Verwijderde gebruiker
KIA Community

In Nederland is privacy-wetgeving. Het is niet mogelijk voor derden om gegevens van officiële instanties over nog levende personen in te zien, zonder toestemming van betrokkene. Indien hierover een geschil van inzicht bestaat, oordeelt de rechter.

Staatssecretaris Zijlstra heeft besloten inzage in het Bijzondere Rechtspleging-dossier van de oorlogsmisdadiger Klaas Faber toe te staan. Kennelijk moet men zich vanaf nu, indien men het niet eens is met de door het Nationaal Archief gevoerde beleid op het gebied van privacy, in individuele gevallen, richten tot de staatssecretaris.

Individuele privacy is nu een politieke kwestie geworden.

Is dat een ontwikkeling die toe te juichen is?

http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2011/11/25/staatssecretaris-zijlstra-inzage-dossier-faber-mogelijk.html

Reacties

7 reacties, meest recent: 20 december 2011
  • Beste Raymond, volgens mij is dit niet wat in de brief aan de kamer staat. Ik citeer de laatste twee alinea's:

    Een en ander betekent dat het verbod op raadpleging van het dossier alleen dan op korte termijn zou kunnen worden doorbroken, als er een concreet en gemotiveerd verzoek aan de algemene rijksarchivaris wordt gedaan door slachtoffers en nabestaanden (of een gemachtigde).  In zo’n verzoek moet worden aangegeven dat raadpleging ten doel heeft een juridische actie of procedure voor te bereiden tegen Klaas-Carel Faber. De algemene rijksarchivaris zal op een dergelijk verzoek zo snel mogelijk besluiten. Het besluit zal verwijzen naar het doel en bepalen dat het dossier alleen kan worden geraadpleegd en dat geen kopieën van de stukken kunnen worden gemaakt. Op dit besluit staat bezwaar en beroep open.

    Met andere woorden: de staatssecretaris legt de bevoegdheid tot het besluiten tot openbaar maken van archiefstukken uit het CABR daar waar deze thuis hoort, bij de Algemeen Rijksarchivaris.

    Verwijderde gebruiker
  • Strafdossier van levende personen vallen nu zonder meer onder de privacy-wetgeving. De Rijksarchivaris is evenzo gebonden aan die privacy-wetgeving als ieder ander. Hij heeft geen discretionaire bevoegdheid. De enige die een belang kan afwegen is de rechter.

    Verwijderde gebruiker
  • Tja, het gaat hier om overgebrachte archieven en dan geldt (blijkbaar) artikel 15, lid 3 van de Archiefwet:

    De zorgdrager ten aanzien van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden, kan, gehoord degene op wiens last de archiefbescheiden zijn overgebracht, de ingevolge het eerste of het tweede lid aan de openbaarheid gestelde beperkingen opheffen, dan wel ten aanzien van een verzoeker buiten toepassing laten, indien het belang van de gestelde beperking niet opweegt tegen diens belang tot raadpleging of gebruik van de archiefbescheiden.

    De zorgdrager mag die belangen afwegen en tegen zijn besluit is bezwaar en beroep mogelijk. Zie ook de toelichting van Ketelaar in het Handboek Archiefrecht (helaas niet vrij toegankelijk)

    Verwijderde gebruiker
  • Niet de AW is hier van toepassing op de privacybescherming, maar de Wbp. Op de website van het NA staat dat duidelijk aangegeven: de informatie in de dossiers van het CABR valt onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens.

    De brief van Zijlstra onderstreept dat: … kan de algemene rijksarchivaris een beroep doen op de uitzonderingsgrond van de Wbp “voor de vaststelling, uitoefening of verdediging van een recht in rechte” om het verbod op de raadpleging te doorbreken>>.  De raadpleging dient uitdrukkelijk ten doel te hebben een juridische actie of procedure voor te bereiden.

    Verwijderde gebruiker
  • [aanvulling]  AW art 2 a / onder d, een toelichting op Wbp art 16, is m.i. in dit verband de juiste verwijzing ... zodanige archiefbescheiden.

    Verwijderde gebruiker
  • Bedankt Agnes, wat me wel opvalt is dat er onder experts kennelijk toch een verschil van inzicht bestaat over de werking van de Wbp en AW in dit soort specifieke gevallen. Verder lijkt het een kwestie die niet door de minister hoeft worden te behandeld, maar waarvoor direct de Algemene Rijksarchivaris een beslissing kan nemen. Heeft de AR dan toch in eerste instantie de zaak aan de minister doorgespeeld, terwijl daar geen noodzaak voor was? Dat geeft mijn inziens wel aan dat het NA tegenwoordig wel erg aan de leiband van het ministerie loopt. Maar goed, dat is slechts een persoonlijke observatie.

    Verwijderde gebruiker

Trefwoorden