Waarderingsfabriek: Waardeloos
In Vrij Nederland van vorige week stond een juweeltje voor informatiemanagers. Harry Borghouts, commis...
We doen het allemaal wel eens. Je brandt een CDR of DVD, legt het spul in een kast of bijv. een archiefkluis en na een paar jaar is de schijf onleesbaar geworden. Terwijl de fabrikant ons heeft beloofd dat de houdbaarheid van een CDR tot minstens 30 jaar is gegarandeerd.Om dit soort problemen te voorkomen, is er sinds een aantal jaren een apparaat waarmee CDR's of DVD's kunnen worden gecontroleerd. Het heet een DVD-Analyzer en wordt geleverd door www.cloversystems.com. De provinciale archiefinspectie in Zeeland heeft in 2006 zo'n apparaat aangeschaft en ik heb daar de afgelopen 2 jaar uitgebreid mee kunnen testen. De resultaten zijn verbluffend, waarover later meer.Ik wil eerst van jullie weten of archiefdiensten (die vele duizenden CDR's in hun kluizen hebben liggen) een speciaal bewaarbeleid voor deze optische media hebben. Of liggen alle schijfjes in dezelfde kluis als de papieren archieven?Ben benieuwd naar jullie reacties.
Reacties
Ik denk dat er allereerst een onderscheid is tussen de CDR's en DVD's die daadwerkelijk archief bevatten - dus digitaal overgedragen in de zin van de Archiefwet - en de schijfjes die gewoon digitale reproducties van archiefdocumenten bevatten, zoals bijvoorbeeld scans van schepenbankregisters en dergelijke. Van de eerste categorie hebben wij op het BHIC nog geen voorbeelden. Een van de gemeenten in ons werkgebied heeft wel plannen die maken dat we daarover ons hoofd moeten gaan breken, maar verder niet. We hebben wel vele CDR's en DVD's met scans van kadastrale leggers, aktes uit schepenprotocollen, foto's enzovoort. Voor zover die niet bij iemand op een kamer liggen, liggen ze in een kluis, maar ik geloof niet onder bijzondere condities, niet anders dan voor papier in ieder geval. Veel van dat materiaal wordt inmiddels op servers bewaard. De problemen rond het bewaren van die dingen zijn wel bekend, maar er wordt ook aan andere oplossingen gedacht, zoals het elders opslaan op een server of op meer duurzame schijven of wat dan ook. Uiteindelijk is het echter geen archief en hebben we altijd de originelen nog in huis, mocht er iets met de schijfjes zijn. Andere factoren spelen ook een rol, zoals hoe groot de ramp is als schijfjes onbruikbaar worden, of hoe makkelijk de scans van een externe server bij een leverancier van het presenterende programma zijn terug te halen/converteren als we nog eens zouden willen overstappen naar andere software. Een soort risicoanalyse dus, waar noodzakelijkheid, wensen en kosten tegen elkaar worden afgezet. Met digitaal archief - in tegenstelling tot dit gedigitaliseerde archief - zullen we naar aanleiding van dezelfde analyse wel op andere concusies uitkomen, simpelweg omdat de eisen dan strikter zijn. Voor de huidige scans zijn de enige eisen die er zijn namelijk overwegend de eisen die we er zelf aan stellen.
Hier bij het Regionaal Archief Tilburg geldt hetzelfde als wat Christian beschrijft.