ArchiefEducatie 2.0 is een kerntaak
Op maandag 6 juni 2011 gaven Anneke van Waarden-Koets (Zeeuws Archief) en Petra Robben (Regionaal Arch...
Deze week hoorde ik ergens op de radio een gesprek over een actie "Niet weggooien" (mét website) bij musea in verband met de bevrijding die we vandaag vieren. Er zijn nog steeds archiefstukken en objecten uit en over de Tweede Wereldoorlog die boven water komen (en dat zal ook nog wel even zo blijven) en blijkbaar hebben we er daar nog geen genoeg van. Ik hoorde zelfs iemand zeggen dat als zij er niets mee konden doen, dat dan een ander museum er vast wel oren naar had.
Nog iets erger vind ik de mensen die dan betogen dat ze graag meerdere van dezelfde objecten in huis hebben als er maar een "verhaal" achter zit. Het object is niet zo interessant, maar het verhaal wel. Het ging in dit verband over een typemachine die als zodanig niet meer herkenbaar was, maar blijkbaar uit de resten van een winkel of bedrijf was gehaald na het bombardement van Rotterdam. Waar trekken we nog grenzen?
Dat soort uitspraken doen altijd mijn nekharen overeind staan omdat ik juist van mening ben dat we buitengewoon kritisch moeten zijn over wat we wel en niet accepteren. Nou zijn musea geen archieven, dat betoog ik al geruime tijd, dus mogen zij een dergelijke houding rustig aannemen.
Zijn er thema's denkbaar waarvan archieven kunnen zeggen: Gooi niets weg, eerst bij ons brengen! Dan gaan wij beoordelen of we het kunnen gebruiken! Groninger Archieven durft het zo op hun website te zetten. Hebben we mensen en ruimte genoeg om dergelijke algemene oproepen en adviezen rond te strooien?
Ik blijf toch mijn bedenkingen houden.
PS:Dit soort van regels komen er in me op als het over dit onderwerp gaat:Vernietigen is een kunst. Weigeren is durven. Selecteren is een must. Kiezen is overleven.
Reacties
In nummer 186 (augustus 2010) van het Historisch Tijdschrift Groniek staat een artikel onder de titel ‘Gooi niets zomaar weg’ Wordt de familie-erfenis op waarde geschat? In dat artikel gaat redactielid Margriet Fokken in op het vinden van een nieuwe bestemming voor persoonlijke stukken als fotoalbums, films, dagboeken en brieven die bij een erfenis een nieuwe bestemming moeten krijgen. Zij pleit ervoor deze ‘schatten’ onder te brengen bij een archiefinstelling. In haar artikel komen ook archivarissen aan het woord:
“Bij een kleine rondvraag langs een tiental regionale en nationale archiefinstellingen blijkt dat de meeste instellingen heel gelukkig zijn met zulke losse stukken. Zo stelt een archivaris: ‘Meestal nodig ik deze mensen uit om een bezoek te brengen aan het archief en de spulletjes mee te nemen’. Een andere archivaris schrijft: ‘Hoewel er altijd wel spullen bij zijn die we al lang hebben, stel ik me altijd zeer coulant op tegenover deze mensen. Er kunnen wel een “pareltjes” bij zitten’. De kans dat unieke stukken verloren gaan willen archivarissen voorkomen. Zo schrijft één zelfs: ‘Collega’s zijn het soms niet eens met mijn ontvankelijke opstelling en beweren soms dat ik veel “rotzooi” binnen breng. Ik ben het daar niet mee eens en verwijt hun een bekrompen geest’.”
Het artikel wordt afgesloten met de volgende regels: “Historici en archivarissen hebben een taak in het bevorderen van de maatschappelijke bewustwording van de historische waarde van dergelijke bronnen. Actieve wervingsacties en media aandacht door televisieprogramma’s kunnen hierbij helpen.”
Ik snap de bedenkingen van Luud de Brouwer wel, maar om te kunnen kiezen, weigeren of selecteren zullen de stukken je wel aangeboden moeten worden.
@Henk
Ik snap heel goed het dilemma dat er bestaat tussen aannemen en weigeren van archiefmateriaal. Mij is ook geleerd: alles aannemen en dan kijken wat er weg kan. Als je die vrijheid tenminste krijgt van de schenker. Komt zoiets een paar keer per jaar voor en is de hoeveelheid overzichtelijk dan is dat weer anders dan wanneer het heel frequent voorkomt en de aantallen stukken groot is.
Het is zo dat we mensen moeten aanmoedigen om archief aan te bieden maar wel onder het nadrukkelijke voorbehoud dat we er mogelijk niets mee willen of kunnen. Op een gegeven moment moet je ook durven zeggen: over dit onderwerp hebben we nu echt genoeg materiaal in huis. Als iemand dan toch wat wil aanbieden kunnen we rustig zeggen dat we niet geïnteresseerd zijn. De archivaris die bang is om "pareltjes" te missen zal daar ongetwijfeld een treurig gevoel bij krijgen. Van de andere kant is interpretatie van het begrip "pareltjes" vaak heel sterk persoonsgebonden. Ik hoorde vorig jaar tijdens de KVAN-studiedagen de stelling dat bij acquisitie van archieven meestal de voorkeur (hobby, expertise) van de betreffende archivaris leidend is en niet het "algemeen belang".
Hoewel het moeilijk is om je persoonlijke voorkeuren uit te schakelen, zou je dat als archivaris toch moeten kunnen.