Archiefwet heeft langste tijd gehad ?
Vandaag in de NRC een interview met Alex Brenninkmeijer over wikileaks waar een aantal uitspraken word...
Gisteren had ik eindelijk tijd om de brochure met de visie van BRAIN en KVAN te lezen: Archiveren is vooruitzien.Ik heb aan één van de bijeenkomsten deelgenomen, namelijk die van BRAIN (daar zijn we als Regionaal Archief Tilburg lid van) in 's-Hertogenbosch. Het was een leuke bijeenkomst met verschillende simultane gesprekstafels waar serieuze discussies ontstonden. Je kon er allemaal je ei kwijt.Voor deze community staan er enkele belangrijke uitspraken in dit visiedocument.Om bij het begin te beginnen: wie had twee jaar geleden kunnen denken dat het gedachtengoed dat in deze community (eindelijk) een (virtuele) sublimatievorm kreeg, zo diep bij de archiefcollega's zou gaan wortelen.Web 2.0, en daarmee Archief 2.0, heeft een duidelijke plaats gekregen in de visie van BRAIN en KVAN.Natuurlijk ligt het accent van het document op de digitale duurzaamheid. Dat had ik tenminste niet anders verwacht gezien de achtergrond van beide instellingen. Het "beheer" overheerst daar al geruime tijd.Zorg voor archieven begint bij duurzaam behouden, dat snap ik. Maar alleen behouden is zonde, te weinig. Hier wordt volgens mij een belangrijke stap gemist.Hoewel de visie als één van de actiepunten heeft: "2. het vergroten van de toegankelijkheid van archieven", komt in de uitwerking daarvan het hele Archief 2.0 principe niet in terug. Het is vooral een technisch verhaal, het gaat meer over de fysieke toegankelijkheid (voorzover je daar in het geval van digitale archieven kunt spreken), opnieuw dus de duurzaamheid.Maar het inhoudelijk toegankelijk maken, wat mijns inziens minstens zo belangrijk is, dat zie ik er niet in terug komen. De rol die archieven daar, samen met hun gebruikers, in moeten gaan spelen komt helemaal niet uit de verf.En wat nog schrijnender is: er wordt in dit document voetstoots vanuit gegaan dat de informatie zoals die in het proces wordt gevormd en beschreven, voldoende toegang biedt voor de argeloze bezoeker over 50 jaar. Niets is minder waar.De structuur waarin wij, als archieven, onze informatie aanbieden aan de bezoeker is volkomen achterhaald. Het archief(fonds) met de inventaris als toegang.Op pagina 12 staat: "Hij (=de archiefonderzoeker LdB) is op zoek naar informatie en bronnen, niet naar instellingen." Ik zou het nog sterker willen zeggen: de archiefonderzoeker is niet op zoek naar archieven en inventarissen, maar naar informatie.Het principe van archieven en inventarissen zijn geconstrueerde concepten om grip te krijgen op informatie in een analoge situatie. In een digitale omgeving is die systematiek niet langer nodig en niet langer wenselijk.Het zijn juist de kruisverbanden die onderzoekers leggen tussen verschillende beschrijvingen in verschillende inventarissen van verschillende archieven die waarde aan de informatie toevoegen. In een digitale omgeving kunnen die verbanden gelegd worden en zichtbaar gemaakt en blijven.In een digitale wereld ga je als archief duurzame verbindingen aan met gebruikers van de informatie en gebruik je die verbindingen om je inhoudelijke toegankelijkheid te verbeteren. Je maakt gebruik van hun expertise om de informatie beter toegankelijk te krijgen, beter vindbaar. Daar ligt uiteindelijk de sleutel tot het beter en veelvuldig gebruik van de informatie die we bewaren.Als we als archivarissen er niet slagen om die stap te zetten, dan zijn we over enkele decennia niet meer nodig. Het technisch beheer van een serverpark met digitale informatie is niet de expertise van een archivaris. Het digitale depot is niet onze core-business.Die bestaat uit kennis over het toegankelijk maken van die (digitale) informatie op een manier dat potentiële gebruikers er iets mee kunnen doen. Dat doe je door communities in het leven te roepen en te houden van mensen die zinvolle toegangen maken op de informatie door het maken van indexen, nadere toegangen en het aanbrengen van relevante verbindingen tussen informatie. Die waardetoevoeging, daar moeten we ons op richten, daar moeten we expert worden.Het visiedocument geeft ontegenzeggelijk een hele positieve bijdrage aan de discussie over de toekomst van archieven en archiefbeheer. In mijn ogen gaat het nog niet ver genoeg op de punten die ik hierboven heb proberen uit te leggen.Ik ben benieuwd hoe anderen daar over denken.
Reacties
Wat mij vooral in positieve zin in de visie opviel, was de nadruk die gelegd wordt op bewijs en verantwoording. Mijn angst was een beetje dat het vooral een 'erfgoed'-stuk zou worden, waarin de nadruk ligt op die mooie, interessante oude archiefstukken. Gelukkig gaat het op pagina 3 al over 'in control' zijn (al is dat wel een vreselijke term). Verder ben ik het een beetje met je eens dat het technisch beheer van een serverpark niet de core business is van een archivaris, net zo min als het technisch beheren van 7 kilometer papier dat is. Archivarissen moeten echter wel uit kunnen leggen aan de techneuten aan welke voorwaarden een archief moet voldoen om bruikbaar en betrouwbaar blijven. Bij bruikbaarheid hoort inderdaad het toevoegen van waarde door iedereen die daar toe in staat zou zijn. Bij betrouwbaarheid hoort onder andere het beschrijven van de onstaanscontext van de stukken. Of je dit een inventaris noemtof niet, maakt me niets uit. Feit blijft dat je een archiefstuk alleen kunt snappen als je weet waarom, door wie en wanneer het 'gemaakt' is. Later misschien nog een aanvulling. Het is per slot van rekening zondag, dus ik moet naar de speeltuin...
Graag reageer ik op het bericht van Luud. Ik onderschrijf je mening volkomen, dat we als archivarissen gebruik moeten maken van de kennis van de archiefgebruikers. Vaak hebben zij veel kennis die nuttig kan zijn bij de ontsluiting van archiefbestanden. Web 2.0 vormt een uitstekend medium om deze kennis te expliciteren en te delen. Niet helemaal eens ben ik het met je stelling dat in een digitale omgeving systematiek niet langer nodig of wenselijk zou zijn. Ik ben van mening dat het een belangrijke taak van de archivaris is om de samenhang tussen archiefdocumenten en de ontstaanscontext van archiefbescheiden te bewaken. Vooral in een digitale omgeving is het risico groot, dat archiefbescheiden uit hun oorspronkelijke context geraken. Natuurlijk moeten we gebruik maken van de kennis van archiefgebruikers, maar we moeten ons terdege bewust zijn van het perspectief van waaruit een gebruiker het archief benadert. Hij of zij zal inderdaad niet direct op zoek zijn naar archiefvormers of organisaties, maar naar voor hem/haar interessante informatie over een bepaald onderwerp, afkomstig uit welke bron dan ook. Een substantieel aspect in de taak van de archivarissen is, naar mijn idee, om bij het aanbieden van de (digitale)informatie, de herkomst van die informatie duidelijk te laten gelden. Dit aspect is voor de archiefgebruiker, zonder dat hij/zij zich daar altijd even bewust van zal zijn, van cruciaal belang bij de beoordeling en interpretatie van de gevonden informatie.
Ik heb tussen het pakken van m'n koffers door vandaag ook de visie doorgenomen. Net als Luud ben ik erg blij met de prominente plaats van Web 2.0 in deze visie, zij het dat de behandeling daarvan enigszins oppervlakkig - weinig concreet - blijft. Inderdaad had twee jaar terug hier nog nauwelijks een archivaris van gehoord en nu staat het zomaar in een dergelijk belangrijk visiedocument. Da's pure winst! Ik moet toegeven dat ik niet heel actief ben geweest in het voortraject inzake de totstandkoming van deze visie. Ik heb de vragenlijst van de KVAN ingevuld en heb de stellingen van Ingmar van commentaar voorzien. Naar alle offline bijeenkomsten ben ik echter niet geweest - eerlijk gezegd had ik wat meer online mogelijkheden gewenst. Maar goed, volgende keer beter. Ik sluit me bij de voorgaande sprekers aan wat betreft de nadruk op techniek en e-depot en zo. Dat de richting 'digitaal' is, daar twijfel ik geen moment aan - ik onderschrijf dat al jaren van harte - maar dat de focus zou moeten liggen op de 'infrastructurele voorzieningen' is iets wat ten minste slechts gedeeltelijk het geval kan zijn. Wat ik mis is namelijk de nadruk op een noodzakelijke verandering in de houding van ons vakgenoten. Velen van ons zijn simpelweg mentaal nog niet toe aan die digitale toekomst (met of zelfs ook zonder Web 2.0) of staan er niet open tegenover. Hoe dat te veranderen? Er wordt in de visie veel aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering en soortgelijke termen, maar dan gaat het steeds om kennis, inzicht en vaardigheden. Het vierde aspect - in het onderwijs werd het ook pas een paar jaar naderhand 'ingevoerd' - is houding en mist volledig in de voorgelegde visie. Mijn tweede punt van commentaar betreft de notie van een publiek 'dat geïnteresseerd is in wat we hebben.' Vandaar ook de nadruk op het online krijgen van al die bronnen (wat op zich een lovenswaardige gedachte is). Maar ik geloof helemaal niet dat het overgrote gros van 'ons' publiek geïnteresseerd is in wat wij hebben. De meeste mensen zijn namelijk gewoon geïnteresseerd in het antwoord op een in hun ogen simpele vraag of zoeken een - jaja, erg eng - vorm van historisch vermaak of iets dergelijks (bekijken een foto of lezen een verhaaltje). Het is ze vervolgens worst wie dat antwoord of dat vermaak levert (wij of een ander) en hoe dat gebeurt (vanuit een bron, een boek, Wikipedia of onze fantasie). Wat dit aangaat vind ik de hele teneur van de visie erg aanbodgericht in plaats van vraaggericht. Ze is gericht op de bronnen/collecties en niet op onze diensten. En ik denk nu juist dat wij als dienstverleners mét onze bronnen die maatschappelijke relevante plek kunnen veroveren, die KVAN en BRAIN willen bereiken. Maar zelfs zonder die bronnen kunnen wij als dienstverleners al grote stappen maken, als professionele dienstverleners of het terrein van de historische informatie.
@Robin Het gaat mij er helemaal niet om dat een stuk informatie uit de archiefcontext gehaald wordt. Integendeel. Ik wil er alleen de bezoeker niet mee lastigvallen. Nu presenteren we alles vanuit die door ons gecreëerde context, die zal de onderzoeker echt worst zijn. Eerst de informatie en eventueel later de context, als de onderzoeker die wil weten moet die beschikbaar zijn. Onderzoekers zijn vaak veel beter in staat om context van stukken aan te geven dan alleen vanuit de saaie administratieve werkelijkheid. En vooral ook verbindingen aan te brengen die wij vanuit onze enge kijk niet willen of mogen zien omdat we dan archiefregels overschrijden. Er bestaat toch niet één verklaring voor alles? En die verklaring moeten wij als archivarissen vooral niet aandragen. Laat de mensen lekker snuffelen en hun eigen conclusies trekken. Datis toch de aantrekkingskracht van archiefonderzoek: de werkelijkheid proberen te reconstrueren vanuit de eigen (licht of donker) gekleurde bril.
@Christian Houding en aanbodgericht. Twee hele goede typeringen waar het visiedocument tekort schiet. Scherpe analyse! :-) Dat aanbodgerichte, dat komt in de geest overeen met mijn betoog, waarin ik niet meer vanuit het archief(fonds) en de inventaris informatie wil aanbieden. Laat de vraag eerst informatie opleveren en laat de vragensteller vervolgens beoordelen welke informatie hij/zij relevant vindt en wat die er verder mee wil. Afijn, ik hoef mezelf niet nog een keer te herhalen.
@Luud Een zinvolle interpretatie van een archiefstuk valt of staat met het kennen van de ontstaanscontext van het stuk. Om die reden denk ik dat het belangrijk is de archiefgebruiker hiervan voortdurend te doordringen. Dit is overigens geen context die is ‘gecreëerd’ door archivarissen, maar een natuurlijke context die is ontstaan bij het genereren van het archief, waaraan het werkproces van de archiefvormer ten grondslag ligt. Wel ben ik met je eens dat archiefgebruikers zeer relevante dwarsverbanden kunnen leggen tussen verschillende documenten afkomstig uit verschillende archieven en collecties. Het interactieve karakter van web2.0 kan hierbij, zoals ik in mijn vorige bericht al meldde, als een zeer nuttig medium fungeren.
@Luud en @Robin: Ik denk dat de vraag niet zozeer is of de context van een archiefstuk belangrijk is voor de juiste interpretatie daarvan door een onderzoeker, want dat is-ie. De vraag is dus eerder vanaf welk moment we de onderzoeker daarmee gaan confronteren, zonder hem voortijdig weg te jagen. En nog veel belangrijker is die véééél grotere groep klanten, die je helemaal niet kunt kwalificeren als 'onderzoeker' en voor wie een 'context' alleen maar iets ingewikkelds is, wat hem 'lastigvalt'. Die zit er zeker niet op te wachten dat hij - in Robins woorden - voortdurend doordrongen wordt van die context. Kortom: voor wie is de context interessant en vanaf wanneer kunnen we die context zinvol aanbieden? En hoe vallen we daar alle andere mensen zo min mogelijk mee lastig??
Is het aan ons om context te bieden? Is het niet afhankelijk van het referentiekader van de onderzoeker? We mogen er toch van uit gaan dat die persoon weet wat ie aan het doen is. Volgens mij moeten archieven faciliteren en beschikbaar stellen en evt vragen beantwoorden zodra de onderzoeker daar om vraagt. En dan niet gaan zoeken, invullen en onterpreteren maar mee zoeken. Dit is tevens de houding voor goede educatie. Niet frontaal voor de klas je eigen gedachten loslaten zodat de ander jouw gedachtenspinsels maar moet consumeren. Observeren, aanreiken en als de gebruiker er om vraagt kun je je kennis alsnog delen. Moielijk he? We willen zo graag!
@ Petra Het is volgens mij niet zozeer een kwestie van context ‘aanbieden’; context is een gegeven. Ik vind dat hier vaak erg krampachtig mee wordt omgegaan in de ‘moderne erfgoedwereld’, die gericht is op het bedienen van de klant. Alsof ‘ context’ iets engs is, wat je het liefst verborgen wil houden voor de klant, omdat hij daarvan zou worden afgeschrikt. Het is uitstekend om goed te analyseren wat de archiefgebruiker van ons wil, maar we moeten oppassen dat we als beroepsgroep niet te veel doorslaan naar een archief/erfgoed snackcultuur, waarin slechts de klant bepaalt hoe hij informatie aangeboden wil krijgen. Inderdaad veel archiefgebruikers zijn zich niet bewust van het begrip archiefcontext, maar dat is geen reden om hen daar niet van proberen bewust te maken. Wel ben ik met Christian eens, dat je als archivaris, het juiste moment en de juiste dosering, moet weten te kiezen waarop je de gebruiker hiermee confronteert.
@Luud Je schrijft "Op pagina 12 staat: 'Hij (=de archiefonderzoeker LdB) is op zoek naar informatie en bronnen, niet naar instellingen.' Ik zou het nog sterker willen zeggen: de archiefonderzoeker is niet op zoek naar archieven en inventarissen, maar naar informatie." Maar wat weten we nu echt over archiefonderzoekers? Feitelijk bar weinig, want archivarissen zijn altijd gericht geweest op het document en niet de gebruiker van de archieven. Uitspraken over archiefgebruikers berusten dan ook vooral op een constructie van de werkelijkheid door degene die de uitspraak doet. Toch is bovenstaande uitspraak uit het visiedocument pure winst, want men heeft het tenminste over de gebruiker. Tevens lijkt het me ook van belang dat het denken in instellingen wordt losgelaten en de archieven/informatie samen met de gebruiker centraal komt te staan. Het lijkt me dat bepaalde personen op zoek zijn naar "informatie". Ze komen bijvoorbeeld via google bij een archiefdienst maar ze hebben nauwelijks weet van een archiefdienst laat staan archieven. Waarschijnlijk zullen deze mensen zich niet bezighouden met archivistische begrippen als context en dergelijke. Maar er zullen ook andere gebruikers, denk aan historici en sommige genealogen, zijn die volgens mij wel degelijk geïnteresseerd zijn in "the big picture". Zij vinden een stukje informatie (een inventarisnummer) en willen weten uit welk archief het komt. Ik denk dat er serieus onderzoek gedaan moet worden naar verschillende archiefgebruikers en dat we er voor moeten waken archiefgebruikers niet op één hoop te gooien. Wij zijn er immers voor alle archiefgebruiker niet enkel voor de snacker zoals Robin dat zo treffend uitdrukt.
@Robin "Natuurlijke context"? Volgens mij is de context van een archiefstuk altijd een kunstmatig gegeven, geredeneerd vanuit de administratieve organisatie waarin het is gevormd, het proces waarvan het onderdeel uitmaakt. Die organisatie bepaalt namelijk de context, daar is niets natuurlijks aan. Je gaat er voor mijn gevoel veel te veel vanuit dat de bezoeker wil weten wat de context van de administratieve organisatie is om een archiefstuk te beoordelen. De vragen die de administratieve organisatie aan een archiefstuk (heeft ge)stelt(d) zijn meestal heel andere dan die de onderzoeker er aan stelt. Daarmee is de (administratieve) context ineens een stuk minder relevant. @Aron Je hebt gelijk dat we niet genoeg aan de bezoeker vragen hoe die het liefst de informatie tot zich neemt. Er is inderdaad een verschil tussen de bezoeker die uit liefhebberij en interesse historisch onderzoek komt doen en de professional. Voor mijn gevoel richten we nu alles in voor de tweede groep (die klein is) en daarmee sluiten we de eerste groep (die veel groter is, tenminste in potentie) buiten. Maar ik heb geen onderzoeksgegevens die dat cijfermatig onderbouwen. :-) Uit de praktijk van alledag in de studiezalen van archiefdiensten valt natuurlijk wel het een en ander te destilleren.
@ Luud Wat ik met een ‘natuurlijke context’ bedoel, is dat een document gegenereerd wordt en een plaats krijgt vanuit de administratieve behoefte van de archiefvormer. Ik realiseer me dat niet voor elk soort onderzoek de context van de informatie even belangrijk is. Toch zal iedere archiefgebruiker, op wel niveau dan ook, hier eens in meer of mindere mate mee worden geconfronteerd. Bij secundair archiefgebruik, zal een archief vaak vanuit een ander perspectief en met een ander doel worden benaderd en de inrichting ervan zal dan niet altijd even handig zijn. Maar de oorspronkelijke ordening van het archief, biedt vaak een zee aan ongeschreven informatie over de werkwijze van de archiefvormer. Hiervan kan een overzicht worden geboden in een klassieke inventaris. Het is zonde om dat gegeven voor archiefgebruikers te verstoppen of af te doen als iets niet ter zake doende.
@Robin Nogmaals: de contextgegevens zijn belangrijk om te bewaren. Laat daar geen misverstand over bestaan. Onderzoekers waar dat relevant voor is, moeten er niet in digitale spelonken naar op zoek hoeven te gaan. Maar dat is wat anders dan de manier waarop we nu informatie uit archieven/inventarissen aanbieden, namelijk vanuit die context. Volgens mij liggen onze opvattingen niet zover uit elkaar, maar schatten we het belang anders in. :-)
@Luud Ik deel de mening dat archiefdiensten veel aanbieden voor een relatief kleine groep mensen. Maar vaak zijn dit juist de mensen die een studiezaal bezoeken (fysiek). We weten juist zo goed als niks over die andere groep mensen die via een searchengine terecht komt in een inventaris omdat ze een informatiebehoefte hebben. Willen we die andere groep iets zinvols bieden (het antwoord is wat mij betreft volmondig ja), dan moeten we meer over deze mensen te weten komen. Zo is het raar dat er nog geen enkel onderzoek is uitgevoerd naar de log gegevens van bezoekers van websites van archiefdiensten, terwijl daar toch heel wat uit te halen valt.
@Aron Wat verwacht je daar voor informatie uit te halen dan? Wat je op die manier nooit te weten komt is de vraag die ze (zichzelf) gesteld hebben waarmee ze op je website terecht zijn gekomen toch?
Mooi de discussie die hier rond "Archiveren is vooruitzien" is gestart. De BRAIN-KVAN visie is een begin, de discussie en het debat kunnen voor verdere verdieping zorgen. Ik hoop dat het debat dan ook flink zal woeden de komende maanden. In meer traditionele vorm zal de KVAN dit najaar een bijeenkomst beleggen als aanzet voor een plan van aanpak. De visie is een mooi startpunt, maar vraagt om concretisering en uitvoering als volgende stap!
@Luud Inderdaad weet je niet de initiële vraag (die waarschijnlijk ook wordt bijgesteld tijdens het doen van onderzoek). Maar je krijgt wel heel veel andere informatie. Maken personen lange of juist korte search strings, doen ze slechts een keer een query en lopen dan de deur uit of blijft men juist lang hangen op de search eniginge van een archiefdienst. Als men informatie vind in een archief, klikt men dan door naar uitleg over het archief (de inleiding in de klassieke inventaris) of laat men die inleiding volkomen links liggen. Kijk als blijkt dat praktisch niemand de inleiding leest, dan kunnen we onze tijd beter besteden als archiefdienst. We kunnen tevens verbeteringen gaan doorvoeren op het gebied van systeemdesign, de ontwikkeling van de interface en de informatie achitectuur. Geen overbodige luxe lijkkt me.
@Aron Hoewel die gegevens vast hun nut kunnen bewijzen, weten we dan nog steeds niet of mensen het nou wel of niet snappen. De vraag kennen is m.i. het belangrijkste. Het gaat in jouw voorbeeld nog steeds over techniek en niet over inhoud. Zijn de beschrijvingen wel goed, is de informatie wel goed toegankelijk, hoe diep is de informatie ontsloten. Zolang we inventarissen blijven maken die aan ons rubriekenstelsel voldoen, maar geen fatsoenlijke inhoudelijke toegang geven, kunnen we de techniek zoveel vervolmaken als we willen, maar dan haken mensen toch af. Dat is tenminste mijn inschatting. Natuurlijk sluit ik me van harte aan bij een beter design, een heldere structuur en duidelijke interactie. Maar uiteindelijk moeten we informatie niet alleen beheren, maar vooral toegankelijk (laten) maken.
@Luud Ik ben het helemaal, mijn opa sprak dan van 400 procent, met je eens dat we meer inhoudelijke toegangen nodig hebben. Dit komt dan ook aan bod in de scriptie die ik en Julia Romijn-Wixley hebben geschreven (zie mijn blog). Neemt niet weg dat je nog zoveel inhoud kan hebben, maar als de techniek je in de steek laat... Ik geef alleen maar aan waarom de log gegevens van bezoekers van belang zijn. Heel graag zou ik de vraag van de online bezoekers kennen en het zoekproces dat zij afleggen en waarom zel wel of niet afhaken. Persoonlijk ben ik er zelfs voorstander van dat archiefgebruikers betrokken worden in de ontsluiting van archieven (zie scriptie) maar dat is waarschijnlijk hier niet vloeken in de kerk, maar in het "archiefbestel" wel. Toch weten die archiefgebruikers inhoudelijk meer interessants te melden dan de archivaris.
@Aron Nou, die scriptie wil ik steeds meer gaan lezen :-) Heb je dat weblogadres al ergens staan? Ik kon het niet vinden op je persoonlijke pagina.
@Luud Zie: http://geju.nl/l/library/download/405
Dag allemaal, Wat een superleuke discussie is dit geworden! Ik ben pas terug van vakantie, dus was de draad helemaal kwijtgeraakt - het was dus een goede vakantie - maar ben nu weer helemaal bij. Ik denk dat de rode lijn uiteindelijk wel is, dat er eigenlijk (weer) eens een goed gebruikersonderzoek of doelgroepenonderzoek of zoiets zou moeten komen. Er zijn gedurende de laatste jaren wel heel wat publicaties van het CBG en zo uitgekomen, maar die baseerden zich vooral op bestaand materiaal, haalden vaak ook gewoon weer de eerdere CBG-publicaties aan en gaven vooral statistische informatie. Ik denk dat er dus weer behoefte is aan een actueel, nieuw onderzoek, waarin veel ruimte is voor kwalitatieve informatie over onze klanten, en waarin vooral de online klant wordt meegenomen. En dan niet geredeneerd vanuit het archief, de bron of wat dan ook, maar vanuit de klantbehoefte.