Kan de archiefsector iets leren van de schoenenbranche?

  • feb 2019
  • Janna Leguijt
  • ·
  • Aangepast 27 jun
  • 8
  • 84
Janna Leguijt
KIA Community
  • KIA Community Manager
  • Klaartje Pompe
  • Gijs Boink
  • Christian van der Ven
  • Maria Willems
  • Verwijderde gebruiker
  • Violet

In het dagblad Trouw van dinsdag 5 februari stond een artikel met de titel “Samen staan ze sterk. ”
https://www.trouw.nl/samenleving/hoe-de-schoenenwinkel-de-concurrentie-aangaat-met-de-onlinegiganten~a0e938ad/

In dit artikel wordt besproken hoe een aantal lokale schoenwinkels samen de handen ineen hebben geslagen en een landelijke webshop, Topshoe, zijn begonnen. Hierdoor zijn ook lokale schoenwinkels goed te vinden op internet. Eigenaar Sjef van Stratum van schoenwinkel Fratelli in Deurne vertelt hoe hij zijn onderneming heeft aangepast aan de huidige tijd. De kracht van de samenwerking is dat het assortiment divers is, tegelijkertijd wordt gebruik gemaakt van de specifieke kennis van de lokale winkeliers. Dankzij de webshop hoeft de lokale winkelier geen nee meer te verkopen. Als een specifieke schoen niet aanwezig is, kan deze via de internetzuil in de winkel besteld worden en wordt de schoen kort daarna bij de klant bezorgd. De lokale winkel is ideaal voor het geven van advies en voor de klant die op zoek is naar een kopje koffie en een gesprek met de verkoper of verkoopster. Een van de voordelen is dat deze winkel blijft bestaan en dus ook bijvoorbeeld lokale verenigingen kan blijven ondersteunen, wat goed is voor de leefbaarheid in het dorp.

Ik zag meteen parallellen met onze sector: wij zijn sterk versnipperd aanwezig op het internet met onze lokale sites waar we veel moeite, energie en tijd in steken. Hierdoor is de archiefsector digitaal slecht zichtbaar en vindbaar. Voor veel “klanten” van ons, dat wil zeggen onze gebruikers, zou het veel handiger zijn als zij op een landelijke “webshop”, lees een landelijk archiefportal hun onderzoek zouden kunnen starten, waarna ze in voorkomende gevallen gebruik maken van de kennis van de lokale winkelier, dat wil zeggen de lokale dienst. Tegelijkertijd kunnen we zo lokale (historische) verenigingen en partners blijven ondersteunen.
Feit is dat veel onderzoekers al volop allerlei portals of overkoepelende sites opzoeken. Zo maken genealogen (traditioneel 50-70 % van onze gebruikers) massaal gebruik van sites als My Heritage, Wie was wie en Coret Genealogie.

Ik wil dan ook pleiten voor een landelijk portal van de archiefdiensten in Nederland, onze eigen webshop waar de gebruiker zijn onderzoek kan beginnen. Wie neemt de uitdaging aan?

Reacties

8 reacties, meest recent: 11 februari 2019
  • Leuke blog Janna. Heb ook een linkje naar je blog geplaatst op het kennisplatform Professionalisering. Misschien aardig om ook een linkje te plaatsen bij Dienstverlening?

    Violet
  • Beste Maria,

    Dank voor je reactie. Ik zie bij jou dezelfde verwarring optreden die bij veel mensen voorkomt: Archieven.nl is geen platform van de hele archiefsector, maar van instellingen die gebruik maken van Mais Flexis, het programma van de Fa de Ree. Het gaat daarom maar om een deel van het veld, waarbij je overigens nog kunt discussiëren over wat de archiefsector precies is: alleen de publieke sector of alle archiefbeherende instellingen? Ik zou pleiten voor het laatste.

    Los daarvan zou het interessant zijn om met elkaar van gedachten te wisselen over hoe je gegevens het beste kunt presenteren. Een van de zaken die we dit jaar in het platform dienstverlening aan de orde willen stellen.

    Janna Leguijt
  • Uit de statistiek achter Archieven.nl blijkt dat consequent veel mínder mensen zoeken via de portal dan via de individuele websites van de deelnemende archiefdiensten.

    Uit de statistiek achter de onderzoekpagina van het BHIC blijkt dat consequent veel méér mensen zoeken via specifieke databases dan zoeken 'in alles'.

    De Kwaliteitsmonitor 2017 vroeg voor het eerst gebruikers naar het gebruik van portals:

    "Ruim de helft van de respondenten (58%) zoekt ook via andere websites dan de website van de archiefdienst zelf in de collectie van de betreffende archiefdienst; 18% doet dat vaak, 40% soms."

    Je kunt ook zeggen: slechts 18% maakt vaak gebruik van die 'andere websites' (lees: portals), 40% soms en 42% nooit.

    Die 'andere websites' zijn met name WieWasWie, Archieven.nl en Open Archieven.

    Janna, je stelt dat voor veel van onze klanten het veel handiger zou zijn als zij op een landelijke archiefportal hun onderzoek zouden kunnen starten. Mijn vraag is: waaruit blijkt dit?

    Uit de drie voorbeelden die ik heb gegeven, blijkt in ieder geval geen overtuigend bewijs dat je stelling klopt. Sterker nog, er bestaat weliswaar een behoefte aan portals, maar die is bepaald niet groter dan de behoefte aan regionale of zelfs lokale zoekmogelijkheden.

    Gelukkig sluit het een het ander niet uit. Zo is er het Archieven Portaal Europa, dat de archiefbeschrijvingen bevat van veel meer Nederlandse archiefdiensten dan Archieven.nl. Dat portaal wordt trouwens volgens de Kwaliteitsmonitor slechts door 5% van de respondenten gebruikt...

    Wat genealogische data betreft zijn er dus al WieWasWie en Open Archieven. Op welk landelijke archiefportal zitten gebruikers eigenlijk nog te wachten? Natuurlijk, als je een willekeurige gebruiker op de man/vrouw af vraagt hoe ze willen zoeken, alle archieven via één website of alles via aparte websites, dan weet ik wel wat het antwoord zal zijn. Maar in werkelijkheid lijken gebruikers daar niet heel stevig naar te handelen, gezien de statistieken. Bovendien krijg ik dagelijks wel wensen binnen van gebruikers. En niet ééntje vraagt naar zo'n portal.

    Áls er dan al behoefte is aan portals, dan lijkt het te zijn aan specifieke, thematische portals, zoals die van het Netwerk Oorlogsbronnen, die in 2017 al door zo'n 10% van de respondenten werd genoemd. Die hebben als voordeel dat ze extra hulp en tools bevatten, specifiek voor het thema. En je loopt er minder de kans door de schier oneindigheid aan materiaal te verdrinken in gegevens.

    Open (linked) data is voor nu het juiste antwoord op jouw vraag. Wie daarmee zo'n landelijke archiefportal wil bouwen, heeft de zegen (en desgevraagd ook de data) van het BHIC. En eigenlijk van alle andere instellingen.

    Serieus: op mijn reactie valt véél af te dingen. Maar ik wil me niet blind op de ontwikkeling van zo'n landelijk archiefportal storten. En dat is wat we nu nog in deze zijn: nagenoeg blind. Ik wil maar zeggen: laten we eerst de problemen onderzoeken. En daarna de oplossingen. En misschien behoort een portal daar wel toe. Misschien zelfs een landelijke archiefportal. En wat het onderzoek naar dit alles betreft, daarbij weet je, dat je op me kunt rekenen!

    Christian van der Ven
  • Naar mijn mening zouden we vanuit de wens van de onderzoeker moeten denken. Die moeten we dan eerst zien te kennen, zoals Christian in feite ook bepleit. Vooral niet vanuit de archivaris / manager redeneren.
    Persoonlijk denk ik dat een landelijk portaal voor archieven minder goed werkt dan voor bijvoorbeeld bibliotheken. Een overzicht welke archieven en van welke vormers waar te vinden zijn is voldoende.

    Gijs Boink

  • Beste Christian en Gijs,

    Hartelijk dank voor jullie reacties. Ik ben blij dat mijn stukje tot de nodige discussie leidt!Christian verwijst naar een aantal gegevens uit de statistieken van Archieven.nl en het BHIC en naar de Kwaliteitsmonitor. Die roepen bij mij meteen een aantal vragen op, zoals:

    • Wat is de reden dat de sites van individuele diensten beter bezocht worden dan Archieven.nl?

    • Waarom kiezen onderzoekers bij het BHIC voor zoeken door specifieke databases in plaats van zoeken door alles? Is dit bijvoorbeeld het gevolg van een leerproces? Gaat het om mensen met specifieke vragen?

    Kortom, het ene antwoord roept de volgende vraag weer op.

    Gijs pleit voor het denken vanuit de wens van de onderzoeker. Daar ben ik het helemaal mee eens. Daarom heb ik vorig jaar tijdens mijn onderzoek naar digitale onderzoekomgevingen van archiefdiensten een aantal onderzoekers geïnterviewd. De interviewprotocollen zitten bij de scriptie en het staat een ieder vrij daar gebruik van te maken. Ik ben benieuwd naar de resultaten. Wellicht kunnen we die delen tijdens een van de bijeenkomsten van het kennisplatform dienstverlening.

    Janna Leguijt
  • Ik heb inmiddels iemand gesproken die meer wist van Archieven.nl en die bevestigt inderdaad het verhaal van Janna. Archieven.nl ken ik voornamelijk als incidentele en beperkte gebruiker. De naam suggereert iets algemeens.
    Maar uiteindelijk blijft de vraag: als dit niet biedt wat je zou willen hebben, wat zijn dan de (andere, aanvullende) eisen van een gezamenlijk portal. En de goede toegevoegde vraag: wie wordt daar blij van.

    Maria Willems

Trefwoorden