Doe mee met een afstudeeronderzoek!

  • mei 2011
  • Verwijderde gebruiker
  • ·
  • Aangepast 27 jun
  • 4
  • 61
Verwijderde gebruiker
KIA Community

Op basis van literatuurstudie heb ik op een achttal aspecten vragen geformuleerd die betrekking hebben op vakinhoudelijke kwaliteitseisen. Nu wil ik onderzoeken welke antwoorden op die vragen vanuit de praktijk mogelijk zijn. Door de Archief 2.0 gebruikers bij mijn onderzoek te betrekken, gebruik ik nieuwe media zelf ook als onderzoeksinstrument.Ik hoop zo inzicht te krijgen in hoe het nu werkelijk in de archiefpraktijk eraan toe gaat. Archieftheorie is goed, maar praktijkkennis onmisbaar! Graag wil ik een beroep doen op de bij jullie aanwezige kennis en ervaring. Mijn aandacht werd getrokken door twee verschillende toepassingen van gebruikersparticipatie via het internet. Het Stadsarchief Amsterdam (met militieregisters.nl) en het Regionaal Archief Leiden zijn bezig om individuele gebruikers actief te betrekken om hun archieven te helpen ontsluiten of te verrijken. Wie andere goede voorbeelden kent, laat het weten! Mijn onderstaande vragen hebben betrekking op welke effecten de betrokkenheid van gebruikers heeft op bijvoorbeeld de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van het archief respectievelijk op de verantwoordelijkheid en deskundigheid van de archivaris. En ten slotte op de gebruikers zelf. 1. De betrouwbaarheid van het archiefHoe wordt de betrouwbaarheid van het archief en de authenticiteit van archiefstukken gewaarborgd in een online digitale wereld die verrijkt wordt door gebruikers?2. De bruikbaarheid van het archiefHoe kan de bruikbaarheid van een archief in een digitale wereld vergroot worden zonder de context te verliezen die besloten ligt in de oorspronkelijke ordening als gebruikers zelf een nieuwe ordening kunnen aanbrengen? Is het een voordeel of een nadeel als nieuwe ordeningsmogelijkheden (denk aan gericht zoeken, taggen etc.) door gebruikers worden toegevoegd?3. De deskundigheid van de archivarisIs de archivaris de objectieve en onpartijdige gids die de koppeling vormt tussen archief en gebruiker, of de coach in een historische werkplaats die zelf een bijdrage levert aan meerdere interpretaties van het archief? In hoeverre veranderen de eisen aan de deskundigheid van de archivaris als gebruikers een steeds belangrijker rol gaan spelen?4. De verantwoordelijkheid van de archivarisAls meerdere actoren invloed hebben op de ontsluiting, toegang en interpretatiemogelijkheden van het archief, hoe wordt dan de verantwoordelijkheid van de archivaris ingevuld met betrekking tot de contextbewaking van archiefmateriaal en de toegangen die daartoe worden verschaft? Hoe wordt daarover rekenschap afgelegd?5. De betrokkenheid van de gebruikerHoe wordt de gebruiker betrokken: is hij of zij de historisch onderzoeker die zich voegt naar het bestaande interpretatiekader of levert de gebruiker ook op deelaspecten van het archief zelf een bijdrage? Over welke vaardigheden dient de gebruiker te beschikken? Welke goede praktijkvoorbeelden zijn er te noemen?6. De hoedanigheid van de gebruikerIn welke hoedanigheid worden (potentiële) gebruikers gesteld? Wordt er gecrowdsourced waarbij een duidelijk omlijnde opdracht aan gebruikers wordt gegeven of worden gebruikers beschouwd als actieve medeontwikkelaars van een archief waarbij de grenzen tussen gebruiker en archivaris vervagen?7. De hoeveelheid gebruikersOp hoeveel gebruikers wordt er gerekend? Is dat aantal bekend? Is juist een kleine gemeenschap specialisten gewenst of zoals bij Wikipedia juist de massa leken of amateurs?8. De verscheidenheid aan gebruikersHoe wordt gebruik gemaakt van het gegeven dat veel gebruikers niet alleen meer werk kunnen verzetten, maar ook veel verschillende invalshoeken en verschillende kennis met zich mee brengen? Hoe biedt het archief aan de groep gebruikers de mogelijkheid om deze verscheidenheid in kennis en vaardigheden in te zetten en te gebruiken?Nogmaals, een antwoord op een of meerdere vragen wordt altijd op prijs gesteld. Immers, veel weten meer dan ik alleen. En zoals gebruikelijk in de Archief 2.0 community: reageer vooral ook op elkaar. Ik hoop met jullie samen mijn onderzoek een grote stap verder te brengen. De onderzoeksresultaten zal ik ook op Archief 2.0 presenteren. Alvast bedankt voor iedere reactie! Voor wie nog meer achtergrondmateriaal wil lezen over deze vragen heb ik een document bijgevoegd.

Doe via Archief 2.0 mee met een afstudeeronderzoek naar hoe in de huidige archiefpraktijk het internet wordt ingezet om gebruikers te laten participeren. Deze gebruikersparticipatie wordt ook wel crowdsourcing genoemd. Wil je jouw kennis en ervaring op dit punt delen? Geef dan s.v.p. antwoord op een of meer van de onderstaande vragen. Elke reactie, kort of lang, is bijzonder welkom.

Ik ben Lennard Torbijn, masterstudent Nieuwe Media aan de Universiteit van Amsterdam. Onder begeleiding van prof. dr. Theo Thomassen onderzoek ik de raakvlakken tussen archiefwetenschap en nieuwe media. De archieftheorie en -praktijk bekijk ik als geïnteresseerde buitenstaander door een nieuwe media bril.

Reacties

4 reacties, meest recent: 26 mei 2011
  • Zonder jouw smaenvatting uitputtend doorgespit te hebben een paar opmerkingen over de eerste twee vragen.

     

    Het lijkt me, dat je de authenticiteit en betrouwbaarheid van een archief waarborgt, doordat je de bewaring scheidt van het gebruik. Dat geldt ook voor de ordening. Ik kan me daarnaast voorstellen dat tags van gebruikers niet verder komen dan een gebruikersomgeving van het betreffende archief, maar niet aan het archief zelf worden toegevoegd. Als een gebruiker tot een alternatieve ordening komt is die voor hem- of haarzelf - en natuurlijk kan die ook aan andere gebruikers worden aangeboden - maar dat mag de oorsponkelijke ordening en documenten niet aantasten. Gebruikers krijgen er dus meer zoekmogelijkheden bij, wat voor hen betekent, dat zij ook de alternatieven zullen moeten waarderen. Kritisch bronnengebruik, kortom.

     

     

    Verwijderde gebruiker
  • Waterlands Archief Purmerend

    1. De betrouwbaarheid van het archief Hoe wordt de betrouwbaarheid van het archief en de authenticiteit van archiefstukken gewaarborgd in een online digitale wereld die verrijkt wordt door gebruikers? Zolang het archief zelf de stukken beheerd is de authenticiteit net zo goed of slecht gewaarborgd als bij papier. Bij de inname van papieren particulieren archiefstukken wordt immers zelden de authenticiteit ervan gecontroleerd. Door gebruikers toegevoegde gegevens over de stukken tast de authenticiteit niet aan maar kan die verreiken. Anders wordt het als de gebruiker zelf archiefstukken kan toevoegen dan is er geen controle op de authenticiteit, maar is die bij papier wel? Hiernaast  kan een bewaarprobleem ontstaan door veel verschillende document vormen. 2. De bruikbaarheid van het archief Hoe kan de bruikbaarheid van een archief in een digitale wereld vergroot worden zonder de context te verliezen die besloten ligt in de oorspronkelijke ordening als gebruikers zelf een nieuwe ordening kunnen aanbrengen? Is het een voordeel of een nadeel als nieuwe ordeningsmogelijkheden (denk aan gericht zoeken, taggen etc.) door gebruikers worden toegevoegd? De archiefdienst kan zelf een eigen of oorspronkelijke ordening (inventaris) aanbieden. Deze kan niet veranderd worden maar door taggen en andere ordeningmogelijkheden aan te bieden kunnen er ordening naast deze ontstaan. De gebruiker kiest dan de ordening die bij het onderzoek passen. 3. De deskundigheid van de archivaris Is de archivaris de objectieve en onpartijdige gids die de koppeling vormt tussen archief en gebruiker, of de coach in een historische werkplaats die zelf een bijdrage levert aan meerdere interpretaties van het archief? In hoeverre veranderen de eisen aan de deskundigheid van de archivaris als gebruikers een steeds belangrijker rol gaan spelen? De archivaris (of welke persoon dan ook) als objectieve en onpartijdige gids is een allang achterhaald beeld. Niemand is objectief of onpartijdig. De archivaris waakt er wel voor dat archiefstukken steeds opnieuw worden herordend door een gebruiker zodat de volgende gebruiker eerst opnieuw moet gaan ordenen. Maar bij digitaal kan dit naast elkaar. De archivaris zal meer een makelaar van informatie worden welke zorgt dat de meerdere interpretaties bewaard worden en beschikbaar zijn voor andere, zonder een eigen interpretatie toe te voegen. 4. De verantwoordelijkheid van de archivaris Als meerdere actoren invloed hebben op de ontsluiting, toegang en interpretatiemogelijkheden van het archief, hoe wordt dan de verantwoordelijkheid van de archivaris ingevuld met betrekking tot de contextbewaking van archiefmateriaal en de toegangen die daartoe worden verschaft? Hoe wordt daarover rekenschap afgelegd? De archivaris geeft rekenschap over de door hem aangetroffen en bewaarde ordening en ontsluiting. Hij maakt duidelijke welke de oorspronkelijke is en welke latere interpretaties van andere zijn. 5. De betrokkenheid van de gebruiker Hoe wordt de gebruiker betrokken: is hij of zij de historisch onderzoeker die zich voegt naar het bestaande interpretatiekader of levert de gebruiker ook op deelaspecten van het archief zelf een bijdrage? Over welke vaardigheden dient de gebruiker te beschikken? Welke goede praktijkvoorbeelden zijn er te noemen? Het is natuurlijk nooit aan te geven welke rol en vaardigheden een gebruiker heeft of moet hebben. Ook aan de door de gebruiker toegevoegde kaders en deelaspecten is zeker vóóraf geen eis te stellen. De andere gebruikers zullen die beoordelen. 6. De hoedanigheid van de gebruiker In welke hoedanigheid worden (potentiële) gebruikers gesteld? Wordt er gecrowdsourced waarbij een duidelijk omlijnde opdracht aan gebruikers wordt gegeven of worden gebruikers beschouwd als actieve medeontwikkelaars van een archief waarbij de grenzen tussen gebruiker en archivaris vervagen? Beiden zijn mogelijk de archiefdienst kan duidelijke kaders geven en vragen de gebruiker in te vullen. Een gebruiker kan zijn/haar onderzoek later aan het archief toevoegen en bij digitalen bestanden een bepaalde ordening achterlaten. 7. De hoeveelheid gebruikers Op hoeveel gebruikers wordt er gerekend? Is dat aantal bekend? Is juist een kleine gemeenschap specialisten gewenst of zoals bij Wikipedia juist de massa leken of amateurs? Ik heb er geen idee van dit zal de praktijk moeten uitwijzen. Waarschijnlijk gaat elk archief toch aan de slag met een eigen/andere toepassing de meest succesvolle krijgt dan navolging door de anderen.

    8. De verscheidenheid aan gebruikers Hoe wordt gebruik gemaakt van het gegeven dat veel gebruikers niet alleen meer werk kunnen verzetten, maar ook veel verschillende invalshoeken en verschillende kennis met zich mee brengen? Hoe biedt het archief aan de groep gebruikers de mogelijkheid om deze verscheidenheid in kennis en vaardigheden in te zetten en te gebruiken? De gebruikers moeten elkaar kunnen aanvullen en becommentariseren tenslotte is historisch onderzoek geen exacte wetenschap maar gaat het om de beste redenering.

     

    Cees de Groot

    Verwijderde gebruiker
  • 1. De betrouwbaarheid van het archief Hoe wordt de betrouwbaarheid van het archief en de authenticiteit van archiefstukken gewaarborgd in een online digitale wereld die verrijkt wordt door gebruikers?

     

    Nog meer als bij normale verwerving zal er selectie nodig zijn. En betrouwbare opslag en beheer (meta-archivering). Dat is bij digitale documenten ogenschijnlijk eenvoudiger dan bij de papieren versie, maar in feite veel lastiger. En vraagt dan ook meer van de archiefmedewerkers. In de opleiding zal aan dit aspect aandacht besteed moeten worden. Ik kan mij zelfs voorstellen dat er iets tot stand komt in de zin van "vorming en beheer digitaal archief". 2. De bruikbaarheid van het archief Hoe kan de bruikbaarheid van een archief in een digitale wereld vergroot worden zonder de context te verliezen die besloten ligt in de oorspronkelijke ordening als gebruikers zelf een nieuwe ordening kunnen aanbrengen? Is het een voordeel of een nadeel als nieuwe ordeningsmogelijkheden (denk aan gericht zoeken, taggen etc.) door gebruikers worden toegevoegd?

     

    "Nieuwe ordeningsmogelijkheden als zoeken en taggen" kunnen niet toegevoegd worden door gebruikers, dus permanent zijn, want dan zou de gebruiker de structuur van de database kunnen wijzigen. Je laat een bezoeker van een archief toch ook niet zelf in een depot los? Wat wel zinvol is: de bezoeker/gebruiker kan, in een werkkopie (van een deel van) een digitaal archiefbestand van alles en nog wat uitspoken, en desgewenst de zaak opslaan. Maar nooit zal een gebruiker van een digitaal archief bestanden kunnen wijzigen.

    Een inventaris, digitaal of op papier, is een (voor de gebruiker) vastliggende zaak. Wel is een digitale inventaris handiger, omdat digitaal zoeken en selecteren nu eenmaal veel eenvoudiger en sneller is dan dorlezen van ee normale inventaris. Bovendien is een gevonden stuk, mits digitaal beschikbaar, direct op de monitor van de gebruiker te bekijken, er hoeft niet eerst een medewerker het depot in om dat stuk te lichten.

    En ook werken op afstand is met een digitaal archief mogelijk.

    3. De deskundigheid van de archivaris Is de archivaris de objectieve en onpartijdige gids die de koppeling vormt tussen archief en gebruiker, of de coach in een historische werkplaats die zelf een bijdrage levert aan meerdere interpretaties van het archief? In hoeverre veranderen de eisen aan de deskundigheid van de archivaris als gebruikers een steeds belangrijker rol gaan spelen?

     

    De archivaris is een dienstverlener, die reageert op de bezoeker. Hij is niet onpartijdig, want dient in het belang van het archief (en dat is het algemeen belang) steeds de kant van het archief te kiezen. En dat is vaak strijdig met het belang van de bezoeker (waarom zouden er anders stukken gestolen worden?)

    De archivaris moet objectief zijn, er is niet voor niets een heel stelsel van wetten en verordeningen om dat te waarborgen.

    De koppeling "objectieve en onpartijdige gids" is dus niet zo handig. 4. De verantwoordelijkheid van de archivaris Als meerdere actoren invloed hebben op de ontsluiting, toegang en interpretatiemogelijkheden van het archief, hoe wordt dan de verantwoordelijkheid van de archivaris ingevuld met betrekking tot de contextbewaking van archiefmateriaal en de toegangen die daartoe worden verschaft? Hoe wordt daarover rekenschap afgelegd?

    Er verandert in wezen helemaal niets bij digitalisering. Ook nu wordt veel werk uitgevoerd door vrijwilligers. Voor zowel het niveau van die vrijwilligers als voor de kwaliteit van uitvoering van hun werk is de archivaris verantwoordelijk. Dat betekent dat, zowel in de papieren als in de digitale wereld, dat er afspraken gemaakt moeten worden, en dat het nakomen van die  afspraken ook gecontroleerd moet worden. Dat geldt overigens ook voor de werknemers die onder zo'n archivaris vallen. Wel zal het (doorgaans) nodig zijn dat de archivaris ook voldoende kennis van de digitale wereld bezit, want hij moet

    met (vaak deskundige) vrijwilligers kunnen communiceren. 5. De betrokkenheid van de gebruiker Hoe wordt de gebruiker betrokken: is hij of zij de historisch onderzoeker die zich voegt naar het bestaande interpretatiekader of levert de gebruiker ook op deelaspecten van het archief zelf een bijdrage? Over welke vaardigheden dient de gebruiker te beschikken? Welke goede praktijkvoorbeelden zijn er te noemen?

     

    Ook hier weer een wat lastige koppeling tussen historische onderzoekers en gebruikers. Niet alle gebruikers zijn historisch onderzoeker in engere zin. Net als nu zal ook in een digitale omgeving een gebruiker meerdere rollen kunnen vervullen, die vaak in elkaar overgaan. Het maakt voor het archief niet uit welk interpretatiekader een onderzoeker hanteert. Hij wil, en krijgt, op de een of andere manier de voor het onderzoek door hem/haar relevant geachte stukken. Als uit een onderzoek voor het archief belangrijke zaken resulteren (een proefschrift of scriptie) dan kàn de archivaris die in de collectie opnemen. Dan levert de gebruiker dus een bijdrage. Als een gebruiker fouten in een inventaris signaleert of stukken mist en dat meldt levert de gebruiker ook een bijdrage.

     

    Over de vaardigheden van een gebruiker is niets te zeggen. AL zal elke goede studiezaalmedewerker altijd snel doorhebben of, en op welke manier een bezoekerhulp nodig heeft.

    In het geval van een digitale omgeving zijn een goede "Help"-funktie, plus een e-mailadres, annex een gebruikersforum, van veel belang.

     

    Een toenemend aantal archieven is reeds ver gevorderd op de digitale weg. Maar een nog veel groter aantal is net zo stoffig als hun depot.

     

    Voorbeelden moet je zelf maar eens gaan zoeken op het internet, enige zelfwerkzaamheid kan geen kwaad.

    6. De hoedanigheid van de gebruiker In welke hoedanigheid worden (potentiële) gebruikers gesteld? Wordt er gecrowdsourced waarbij een duidelijk omlijnde opdracht aan gebruikers wordt gegeven of worden gebruikers beschouwd als actieve medeontwikkelaars van een archief waarbij de grenzen tussen gebruiker en archivaris vervagen?

     

    Tja, wat moet je hier nu mee? Zonder duidelijke opdrachten kun je niet werken!

    Een archivaris heeft, als het goed is, een beleidsplan. Om dat te realiseren moet hij sturing geven aan z'n organisatie. "Competentie gericht werken" is net zo uit den boze als "competentie gericht leren". Uitzonderingen daargelaten hebben mensen leiding nodig, en dat gaat gepaard met opdrachten. Dat levert, zowel in het onderwijs als elders, ook de beste resultaten op.

     

    Gebruikers, zeker bij "crowdsoucing" zijn doorgaans min of meer (tot zéér) op de hoogte van het onderwerp waar het over gaat, en willen ook best hun kennis en inzet leveren.

    Maar "medeontwikkelaars van een archief", ofwel archiefvormers zijn ze daarmee niet.

    Dat vereist ook andere kennis en vaardigheden, archivaris worden vergt studie.

    Omdat er dus, qua kennis van archiefvorming c.a., altijd een zekere afstand zal bestaan tussen de gespecialiseerde archivaris en de vrijwilliger, zal er ook altijd een duidelijke grens tussen archivaris en gebruiker bestaan. De grens tussen de professional en de amateur.

    Of die grens vervaagt ligt vooral aan de archivaris. En aan de stevigheid waarmee

    hij/zij als professional in zijn/haar schoenen staat, ook in het digitale tijdperk.

    7. De hoeveelheid gebruikers Op hoeveel gebruikers wordt er gerekend? Is dat aantal bekend? Is juist een kleine gemeenschap specialisten gewenst of zoals bij Wikipedia juist de massa leken of amateurs?

     

    En opnieuw (zou ik toch eens op letten) een niet handige koppeling. "De massa leken of

    amateurs" doet veronderstellen dat beide groepen uitwisselbaar zijn. Dat is onjuist, leken weten weinig tot niets van een onderwerp, terwijl amateurs vaak op hoog (professioneel) niveau opereren.

     

    Hoe meer(gekwalificeerde, dus geselecteerde) gebruikers hoe beter! Crowdsourcing, het woord zegt het al, is bedoeld voor de massa! De specialisten zijn doorgaans al verenigd in, al of niet digitale, gemeenschappen. Het leuke is dat, via gebruikersfora etc, ook die specialisten hun kennis vaak aan de massa ter beschikking stellen. 8. De verscheidenheid aan gebruikers Hoe wordt gebruik gemaakt van het gegeven dat veel gebruikers niet alleen meer werk kunnen verzetten, maar ook veel verschillende invalshoeken en verschillende kennis met zich mee brengen? Hoe biedt het archief aan de groep gebruikers de mogelijkheid om deze verscheidenheid in kennis en vaardigheden in te zetten en te gebruiken?

     

    Die verscheidenheid speelt, als het goed wordt aangepakt, geen rol van betekenis bij het verzamelen van de data.

    Vrijwilligers moeten geselecteerd worden, er moet een match zijn tussen hun kennis en vaardigheden, en de beoogde resultaten van hun inzet. Deze, onvermijdelijke, selectie brengt met zich mee dat er een min of meer homogene, op het onderwerp betrokken vrijwiligers aan het werk gaat.

     

    Binnen een archief kun je wel met een grotere diversiteit aan vrijwilligers werken, omdat je ze dan zo nodig ook individueel kunt aansturen. Bij crowdsourcing lukt dat niet, want daar kun je niet elk individu persoonlijk benaderen. Dus moet je dan een algemeen profiel gebruiken, en wie daaraan voldoet is in potentie geschikt om mee te doen. Overigens is het zeer aan te raden ook gaande het project de input van de vrijwilligers (digitaal) te bewaken. Ten eerst omdat je de input zult moeten screenen,

    ten tweede omdat je alleen wat hebt aan actieve mensen. En vaak geven mensen zich wel op, maar gaan niet, of kort, c.q. op een te laag niveau, aan de gang. Dan moet je afscheid kunnen nemen op basis van

    feiten, verkregen door monitoring.

     

     

    Verwijderde gebruiker
  • Dag Lennard, 

     

    Ik ben geen archivaris, maar in de bibliotheekhoek spelen dit soort zaken ook wel. Daarbij is het nog steeds zo dat de inbreng van gebruikers maar mondjesmaat wordt toegelaten maar als het wordt toegestaan is het aantal deelnemers toch vrij beperkt. Een beetje volgens de bekende 90-1-1 regel. Toch zitten er wel nuances in. Je ziet wel dat gebruikersparticipatie met bijvoorbeeld game-elementen het vrij goed doen, net als tagging van collecties op bijvoorbeeld Flickr. Dat zijn geen vormen die afbreuk doen authenticiteit van materiaal o.i.d. Zie bijvoorbeeld:

    http://chronicle.com/blogs/wiredcampus/gaming-the-archives/31435

    http://www.edwinmijnsbergen.nl/2009/05/vul-het-gat-een-knap-staaltje.html

    http://www.edwinmijnsbergen.nl/2010/09/hoe-british-library-geluiden-op-de.html

    http://www.edwinmijnsbergen.nl/2011/02/nationale-bibliotheek-finland-zet.html

    en

    http://www.edwinmijnsbergen.nl/2008/12/library-of-congress-op-flickr-een-mooi.html

     

    Zelf ben ik nu als hobby begonnen aan http://www.middelburgdronk.nl, een wiki waarop ik veel materiaal van Het Zeeuws Archief en de Zeeuwse Bibliotheken gebruik. In de praktijk zet ik het meeste materiaal op de wiki, maar ik krijg wel ontzettend veel respons van mensen en van iedereen materiaal aangereikt. Op de een of andere manier vinden de meeste mensen daarbij dat ik zelf maar de selecties moet maken, terwijl ze dat zelf ook kunnen doen. Dat vind ik toch wel opvallend. Zonder de inbreng van al die mensen, vooral hun verhalen en aanvullingen, zou het een veel minder leuk project zijn...

    Verwijderde gebruiker

Trefwoorden