ZOEKSTRATEGIEËN: OD (Overheidsdocumentatie; vakblad)
Al gezien ? Overheidsdocumentatie (Od) van oktober 2010. Een special over 'zoekstrategieën'. o.a. de s...
Het IISG bewaard veel (ongeordende) collecties die gedeeltelijk uit archief en documentatiemateriaal bestaan. Men heeft de neiging dit niet te scheiden, omdat de samenhang dan zou worden verstoord.
De Collectie Vinkenoog (60m) bestaat voornamelijk uit documentatie over de jaren zeventig en tachtig: onder meer betreffende esoterica, psychedelica, drugs, LSD, religieuze stromingen, anti-nucleaire acties en milieubeweging ca.1962-ca.1984 en enkele archiefstukken o.a. betreffende het tijdschrift Bres. Er is in 2004 een voorlopige lijst gemaakt. Maar...er is nog 36m ongesorteerd bananedoos-materiaal te gaan.
Krijgt de collectie waarde omdat juist Simon Vinkenoog het heeft verzameld? Of moeten we het ordenen omdat er wellicht een uniek document in is te vinden? Of....
Reacties
Iets voor het Letterkundig Museum in Den Haag ?
Ik zou het gewoon zo laten. De zoektocht naar dat unieke document mag de bezoeker doen. In mijn ogen heeft de collectie waarde omdat Vinkenoog het verzameld heeft en het daarmee wat zegt over de man. Misschien moet je het wel uit de bananedozen halen en fatsoenlijk opbergen :)
Bedankt Wim en Luud!. Het is een case, we hebben meer van dit soort collecties. Probleem is ook de hoeveelheid ruimte die het allemaal inneemt. En het V-woord gebruikt men niet graag. Ook bij kleinere collecties en organisatie-archieven, wordt het documentatiemateriaal wel tezamen met het archief ontsloten; "Het zou wel eens interessant kunnen zijn voor de onderzoeker". Probleem is het afgrenzen: wanneer wel/niet, waarom wel/niet en zegt datgene dat een nabestaande overdraagt wel zoveel over de persoon in kwestie of is het wel zo interessant wat een beweging allemaal (ongevraagd) krijgt opgestuurd. Ik wil hier eens iets zinnigs over schrijven en heb het daarom ter discussie gesteld.
@Sabine Ik kan van deze afstand niet beoordelen of het al dan niet zinvol is om de hele collectie te bewaren. Het is geen archief in de zin van "door de archiefvormer opgemaakte documenten", het is verzameld materiaal, rijp en groen waarschijnlijk, dat je ook via andere wegen kunt terugvinden mogelijkerwijs. Ik snap je dilemma maar al te goed. Die vraag speelt regelmatig bij veel archiefdiensten en instellingen: moeten we dit allemaal bewaren? De opmerking: "het zou wel eens interessant kunnen zijn voor de onderzoeker" is in ieder geval wat mij betreft geen argument om informatie/archief te bewaren. Het is alleen van belang als het wat zegt over de archiefvormer, of als het informatie is dat elders niet meer bewaard wordt. Je kunt in dit geval ook denken dat verwijzingen naar archieven of collecties waar dezelfde informatie inzit relevant kan zijn waarmee het materiaal al dan niet volledig weg kan. In het geval van schrijvers kunnen ook referenties naar zijn of haar werk relevant zijn, Heeft iemand research gedaan voor werk dat hij geschreven heeft. Waar bestond die research uit. Noem maar op. Ik ben natuurlijk geen specialist op het gebied van auteursarchieven. Als het echt een collectie is, alleen verzameld materiaal, onvolledig, dan zou je net zo goed kunnen overwegen om het allemaal weg te doen of over te dragen aan een instelling die collectioneert op dat gebied. Zoals je merkt heb ik geen heldere antwoorden op je vragen, alleen overwegingen :) Succes met schrijven!
Ik heb altijd met veel liefde de documentatiecollectie van Waalwijk doorgestruind. Het zijn op de meeste archiefdiensten collecties waarin je allerlei verrassende ontdekkingen kunt doen, maar waarin een grote lijn ontbreekt - da's dan ook de charme soms. Eigenlijk werd alles wat niet ergens anders bijhoorde, in Waalwijk dan maar 'documentatie' genoemd. Een enkele keer zat er zelfs een 'handschrift' in, maar ook boekjes die te klein waren voor de bibliotheek (alhoewel ik dat nooit helemaal heb begrepen). Verder de gebruikelijke folders, kaartjes, gidsjes, menukaarten, knipsels, tekeningen, kopietjes, advertenties, posters en zo meer. Ik krijg de door Sabine gelinkte lijst niet geopend, maar stel me voor dat het een thematisch behoorlijk complete collectie is. Dat zou voor mij dan een waarde vertegenwoordigen, ook al liggen al diezelfde stukken waarschijnlijk ook ergens anders. Het feit dat ze bijeengracht zijn in een (minstens voor Vinkenoog) logisch verband vertegenwoordigt een zekere waarde. Wat de inhoudelijke waarde is, dat kan ik niet beoordelen. Dat geldt ook voor de kwaliteit van het 'logisch verband' en de volledigheid. Verder zegt het inderdaad ook iets over de figuur Vinkenoog, helemaal als hij aantekeningen maakte op bepaalde knipsels, of bepaalde woorden onderstreepte in allerlei artikelen die hij verzamelde. Ik noem maar wat. Allemaal niet te beoordelen door mij. (Het zou dan archief zijn of worden, zelfs.) Ik vind wel dat je ook de keuze moet durven maken om iets weg te gooien. Als vrijwel de hele collectie bestaat uit documentatie, dan is dat verhoudingsgewijs ten opzichte van het archiefmateriaal wel veel. Zeker als het nooit geraadpleegd wordt. (Hoe zit het daar eigenlijk mee?) Stel jezelf dan eerlijk de vraag wat het (potentiële en reële) publieksbereik is van de collectie/documentatie (alhoewel dat voor een wetenschappelijke instelling als het IISG misschien niet leidend is). Dat je van dat ene archief dat beetje documentatie wel bewaart en van een ander niet, omdat het zo veel is, dat lijkt mij geen probleem. Ik vind dat wij toch veel te vaak dingen bewaren "omdat we dat altijd al doen" of "omdat we dat daar en daar ook bij doen." Van sommige al jaren ongelezen tijdschriften worden in Den Bosch bijvoorbeeld nog steeds dure series onderhouden, omdat het zo zonde is om dat af te kappen - je kent dat wel. Nou goed... Misschien kun je er iets mee.
Simon had bij zijn huisje "op de tuin" een stellage van gevonden voorwerpen gemaakt. Een collage van blikken speelgoed, kapotte poppetjes, stukjes gekleurd glas en van alles. Het is er nog steeds. De wind blaast er telkens ander leven in. Ik heb weleens een beetje kunnen neuzen in zijn indrukwekkende verzameling krantenknipsels, folders, foto's en van alles. De meeste inderdaad voorzien van aantekeningen, kreten, losse gedachten. In de vroege jaren vijftig was hij archivaris bij de UNESCO. Ik heb het idee dat hij het archiveren steeds meer is gaan zien als een vorm van poëzie. (Alhoewel ik daar geen bewijzen voor heb) De collectie Vinkenoog is een object waarvan de onderdelen uit hun oorspronkelijke functie zijn ontheven.Een nauwkeurige lijst van de stukken schiet zijn doel een beetje voorbij. Zoals het beschrijven van alle puntjes op een pointillistisch schilderij ook niet zoveel zin heeft. Je kunt het materiaal mooi rangschikken op een groot oppervlak en het dan in kunsthars gieten, waardoor er grote veelkleurige platen ontstaan. Die zouden de muren en gangen van het Letterkundig Museum ( of een andere openbare ruimte) kunnen sieren. In ieder geval zou het licht en de aanwezigheid van mensen het in leven houden. Het is namelijk helemaal geen collectie. Het is een gedicht over tijd.
@Luud @Christian @Erik Bedankt voor jullie overwegingen. Veel hiervan is bij de archivisten op het IISG wel bekend, maar niet bij de algemene leiding en de vakreferenten. De laatstgenoemden ‘eisen’ vaak dat het door hen geacquireerde in zijn geheel bewaard en ontsloten wordt. Omdat een visiedocument ontbreekt is het moeilijk daar paal en perk aan te stellen. Tijd en ruimte spelen een rol. Maar ook Erik’s afweging dat nauwkeurige lijsten van stukken hun doel voorbij kunnen schieten omdat dat geen recht doet aan het object. Omdat wij geen overheidsarchief zijn komen we er niet met de standaardterminologie vanaf. Daarom kan ik de input uit deze discussie heel goed gebruiken. Bedankt.
Lijkt me dat in zulke kwesties ook "het publiek" een rol kan spelen. Op internet kunnen ze helpen ontsluiten door mee te taggen. Maar er lopen ook heel wat Vinkenoog-adepten rond die kunnen helpen met de ontsluiting van het materiaal. Edith Ringalda bijvoordbeeld, Simons weduwe. Zij kwam laatst naar me toe voor een ruimte om de nalatenschap te lijf te gaan. Behalve de 36 meter in de opslag van het IISG is er nog 150 meter ongeordend materiaal. Deze portie wil Edith nu te lijf gaan. Ze schift enigszins het kaf van het koren en gaat ordenen voor een het Literatuur Museum in Den Haag en voor het IISG (New Age, drugs, milieu etc). Ik geloof niet dat ze al te zwaar tilt aan de oorspronkelijke samenhang aangebracht door Simon (Zij heeft ook alleen maar dozen vol). Er wordt gewoon een scheiding getrokken. Dus als het eenmaal op de eindbestemming aanbelandt kan het zo uit de banendozen omgepakt, met de lijst van Edith erbij. Niet veel meer aan doen.
Hallo Sabine, Dit soort afwegingen kom ik vaker tegen. Naast het sorteren en eventueel beschrijven volgt vaak direct de vraag wie, hoe en waar sla ik het op? En natuurlijk de kosten zijn ook niet onbelangrijk. Voor een van de provincies is ooit het project gestart' " Opslag voor iedereen." hier zijn de persoonlijkke archieven van medewerkers digitaal ontsloten. Zou dit een optie kunnen zijn? Het sluit aan bij de reactie van Eric. Kosten waren relatief laag en we maakten voor het ontsluiten gebruik van mensen met een uitkering.
Sabine Aarts zei:
@Eric Bedankt voor je reactie. Ik lachte me rot: nog 150 meter. Ik vond 36 al veel. Even voor de duidelijkheid: het is een tot de verbeelding sprekend voorbeeld, dus niet mijn bedoeling uitspraken te doen. @Jan Ook bedankt voor je reactie. Er wordt bij het IISG wel gedigitaliseerd, maar het gaat dan in eerste instantie om de bijzondere collecties (ook in het kader van Metamorfoze). Het papieren archief wordt na digitalisering of verfilming wel bewaard, maar niet meer ter beschikking gesteld. Het verfilmen of dititalseren van een collectie als die van Vinkenoog lijkt mij moeilijk vanwege de omvang en het ongelijksoortige materiaal. Hier zouden de kosten relatief hoog zijn en moet je de inspanning ook tegen de raadpleegfrequentie afwegen (En dan moet je ook nog bedenken dat dit is maar een zeer klein deel van de omvangrijke verzameling van het IISG is. De verzameling beslaat ruim 50 km planklengte: meer dan 3000 archieven, 1 miljoen boeken en tijdschriften en een grote collectie beeld- en geluidsmateriaal)
Een vergelijkbaar iets is de bibliotheek van Ida Gerhardt die in het Gemeentearchief Zutphen is ondergebracht. Gerhardt had niet alleen de gewoonte om knipsels en foto's in boeken te bewaren, maar schreef ook regelmatig dichtregels in de marges van de boeken die ze las. Dat soort relaties zijn vooral voor literatuurwetenschappers interessant. Zie ook mijn blog over LibraryThing een paar maanden geleden. (Omdat ik niet kan linken naar de inventaris, voeg ik hem hier maar als bestand toe...)
Ik knip en plak hier een passage uit een langer artikel dat ik nu aan het schrijven ben.. en waardoor ik door een zoekactie hier terecht kwam... dit mag helpen bij het inzicht, het zijn fragmenten uit een lang betoog dat een periode van 40 jaar beslaat, titel "Altaar of Mestvaalt van de Geschiedenis - over selectie, deselectie en ontsluiting van archieven en bibliotheken"
----
Een smal beganegronds donker huisje aan de Noordermarkt behangen met boekenplanken, waarop niet enkel boeken stonden, maar ook met de boektitels associërende voorwerpen. Stapels en nog meer stapels documentatiemappen, die door een nijvere Vinkenoog dagelijks gevuld werden door losse documenten van correspondentie tot foto’s, folders en brochures en daarbij behorende krantenknipsels bij elkaar te voegen of aan te vullen. Dit was mijn eerste bezoek bij hem aan huis, maar niet mijn laatste. Van bezoeker werd ik tot koper en curator die voor de Unversiteitsbibliotheek en later ook het IISG ‘deze verzamelaar verzamelde’. Bij het bezorgen van de eerste twee grote tranches uit zijn bezit, heb ik in zijn huis keuzes gemaakt en daar waar nodig materiaal gegroepeerd en gesorteerd. Daarbij was een leidend principe voor mij de wijze waarop Vinkenoog dat materiaal vergaard had, bij zijn vele lezingen en optrdens in Nederland en België, of op reizen in het buitenland. Als ware het speldeprikken op een culturele kaart, zo heb ik toen vaak mappen gemaakt geordend per plaats en niet per onderwerp of persoon. {Op het archivarissen-blog www.archief20.org (Nederlandse en Vlaamse archivarissen in beweging), zag ik een discussie wat nu aan te vangen met de nog resterende “36m ongesorteerd bananedoos-materiaal”, met de noodkreet “Krijgt de collectie waarde omdat juist Simon Vinkenoog het heeft verzameld? Of moeten we het ordenen omdat er wellicht een uniek document in is te vinden?” De discussianten van het blog komen er niet geheel uit, maar wel is duidelijk dat bewaren aan te bevelen is, maar volledig inventariseren niet. Digitaliseren van dit soort materiaal is (nu nog) te bewerkelijk en kostbaar. Ik voeg er bij deze dan een simpelere suggestie aan toe: gewoon ompakken naar standaard-archiefdozen en die handeling onder het oog van een camera als filmpje vastleggen en die vastlegging dezelfde status geven als een inventarislijst. De blik van conservator en archiefmedewerker wordt zo vereeuwigd, wellicht kunnen steekproefgewijs nog wat namen en begrippen toegevoegd worden aan zo’n ‘videolijst’.}
Niet alles, slechts een keuze, want de navelstreng die een rechtgeaarde private documentalist met zijn kasten en mappen verbind is vaak moeilijk door te snijden. Soms was er ook een onuitgesproken financieel argument om een bepaalde map geen onderdeel te laten zijn van een archiefoverdracht. Zo zijn er verschillende mappen met correspondentie en handschriften van bekende literatoren uiteindelijk niet bij de UB en het IISG terecht gekomen en in de diaspora van het antiquariaat verdwenen. Geen selectie door ontvanger of koper, maar ‘deselectie’ door schenker of verkoper. Over verloop van ruimt tien jaar heb ik een drietal keren een zeer grote keuze uit zijn verzameling gemaakt. Veel later heb ik nog wel bij hem thuis, en in de kelder van de Vondelkerk waar hij een opslag had, de glijdende stapels met niet of nauwelijk gerubriceerde folders en knipsels gezien en mijn observatiue was, dat met het vorderen van de jaren en het groter gemak waarmee een ieder drukwerk kan maken het interessepeil omgekeerd evenredig was.
Er schiet mij nu een dramatisch voorbeeld van spontane ‘deselectie’ te binnen bij de overdracht van een deel van het archief van Roel van Duijn uit mijn tijd bij de UB, die uit een gebonden dik folioformaat boekhoudschrift, waarin hij één van zijn later gepubiceerde dagboeken gepend had. In mijn bijzijn scheurde hij enkele bladzijden eruit en liet die schielijk in zijn zakken verdwijnen. Hij wou echt laten weten dat met deze verkoop en overdracht ‘niet alles’ publiek zou worden. Terug naar Vinkenoog: “Noordermarkt, Weesperzij, Sarphatistraat, domeinen van deze schrijver en huisdocumentalist gedurend vier decennia, die met het geheugenwapen – de schaar – dat wat met de waan van de dag vervluchtigt een toekomstwaarde wist te geven: piepkleine politieberichtjes vanaf de vijftiger jaren over drugs in Amsterdam, allereerste happenaars in de States, jazz & poetry, Rimbaud, Artaud, situationisten, raketvaart vanaf Cape Kennedy, hipsters van het Leidseplein, diggers in Zwolle, biodynamisch boeren in Drente, kosmisch humanisme van Oliver Reiser … Knip, knip weer een gat uit het tableau van de dag, voor een nieuwe samenhang, een ander inzicht…, bewaard voor later.” Dit schreef ik in juli 2009 op de dag dat ik van Simon’s overlijden hoorde.
{“Simon op weg naar weg/on his way to away”; July 12, 2009 by Tjebbe van Tijen http://limpingmessenger.wordpress.com/2009/07/12/simon-op-weg-naar-...}
Knipselmappen, kilometers ervan moeten er inmiddels in de archiefstellingen van het IISG beland zijn en de bewaarstatus van het krantenknipsel is er een van blijvende onzekerheid. “Al die kranten zijn toch compleet beschikbaar, als een onderzoeker echt berichten in de pers zoekt dan is het doornemen van hele krantenjaargangen toch een betere methode?” Hoe vaak heb ik dit argument in verschillende toonzettingen al niet moeten horen, vooral door stafmedewerkers die de gangbare beroepsopleiding van archivaris (destijds vooral toegesneden op bedrijfs- en overheidsarchieven) gevolgd hadden. “Knipsels? Een ‘tertiaire bron’ op zijn best.” Vaak is er ook sprake van een zekere minachting voor de documentatiezucht van al die mensen die dezelfde krantenberichten in steeds weer verschillende configuraties geselecteerd en gerubriceerd hebben: “moeten wij dat alles nu echt bewaren?” Discriminerende woorden in het bibliotheek- en archiefdomein als ‘opschonen’ vallen dan en de emotioneel met een verzamelaar en verzameling verbonden verwerver of curator ziet zich gesteld tegenover “medogenloze” archiefmedewerker die het vooral om het bewaken van de beschikbare opslagruimte gaat en daarmee het adagium van “éénmaal over de drempel...” onderuit probeert te halen.
“Het waardevolle van knipselverzamelingen is niet de de uitgeknipte informatie op zich, maar de verbanden die een bepaalde verzamelaar heeft gelegd tussen al die knipsels, de persoonlijke wijze van ordenen, de inzichten die daaraan ontleend zijn” is een passage uit een interview dat Geert Lovink in het jaar 2004 met mij maakte voor een speciaal nummer van het tijdschrift ‘Open’ (niet te verwarren met het blad van de openbare bibliotheken) een blad dat de ondertitel ‘cahier over kunst en het publieke domein’ voert. Het is een themanummer dat zijn eigen titelpagina heeft “Geheugen (loos) - Bewaren en herinneren in hedendaagse kunst en cultuur.” Ik plaats in dat interview het fenomeen ‘knipselmap’ in het perspectief van ‘idosyncratisch documenteren’, een methode die, door de recente ontwikeling van de moderne multi-media, praktisch toepasbaar wordt. Persoonijke eigenaardigheden en voorkeuren van samenstellers en gebruikers van documenten en documentenverzamelingen, worden vastgelegd om zo, bij latere studie, documentair materiaal in wisselende context te kunnen bestuderen en leren begrijpen. Steeds anders kijken naar een onderwerp, als door de facetten van een geslepen kristal, een beeldspraak die ik aan de Indiase bibliothecaris S.R. Ranganathan (1892-1972) ontleend, wiens ideeën over classificatie door het toekennen van meervoudige karakteristieken (die daarna in‘post-coördinatie gemanipuleerd kunnen worden), mij al vroeg inspireerden.
Bedankt voor je toelichting, Tjebbe. Interessant! Vooral het idee om de camera te laten draaien terwijl de archivaris z'n werk doet... Gedocumenteerd op bewegend beeld!
Nou zeg, wat leuk, een oude discussie laait weer op! We zijn ondertussen (dankzij de inspanningen van Edith Ringnalda en Frank de Jong) weer een stuk verder met de verwerking van de Collectie Vinkenoog bij het IISG. Naar verwachting komt binnenkort een lijst online van het archief Vinkenoog (oa. correspondentie, maar ook Beeld- en Geluidmateriaal)
Omdat ik meer ervaring heb met museale collecties heb, is mijn blik erop misschien wat anders dan de meeste mensen hier. Maar de vraag die je stelt, doet mij wel denken aan enkele projecten waaraan ik gewerkt heb, onder meer de complete inboedel van een woning (wat nu een museale functie heeft). De woning was nog precies zo ingericht als op het moment dat de laatste bewoner kwam te overlijden. Het bestuur heeft daar de keuze gemaakt om alles te bewaren zoals het was. Archief, bibliotheek en voorwerpen zijn toen in één systeem (Adlib) ingevoerd, waarin de standplaatsregistratie zeer minutieus is gedaan (per plank i.p.v. ruimte bijvoorbeeld, waarvan van elke standplaats ook foto's werden gemaakt om precies vast te leggen hoe alles stond). Vanwege de keus die het bestuur gemaakt heeft, was van afstoten hier geen sprake. Bij andere musea is dit soms wel het geval. Ook hier is het een gevoelig onderwerp. Er is een uitgebreide richtlijn (LAMO) voor over hoe dit aan te pakken, maar kort gezegd komt het er op neer dat je precies moet registreren wat je afstoot (liefst met foto's erbij), zodat je er altijd onderzoek naar gedaan kan worden. Als ik vanuit mijn achtergrond naar de collectie Vinkenoog kijk, zou mijn eerste idee zijn om het zo te registreren, dat je zijn 'bewaarsysteem' erin kunt terugvinden en de context van de op zichzelf weinig waardevolle frutseltjes en knipseltjes houdt. Unieke documenten apart beschrijven, voor overig documentatiemateriaal een wat grovere kam hanteren. Als je gaat afstoten, dan wel uitgebreid documenteren. Misschien heb je nog wat aan deze overwegingen vanuit het museale veld.
@Sabine: Meld je het hier weer zodra die lijst online komt?
@Alina: Dank voor je toelichting! Goed om deze 'museale' manier van werken onder de aandacht te brengen. Persoonlijk ben ik ook liefhebber van dit soort huizen, die op een bepaald moment 'bevroren' zijn in de tijd. Niet alleen mooi, maar ook functioneel. De manier waarop zo'n huis en inboedel zijn 'achtergelaten' vertelt ook veel over de bewoner(s), net als de manier van ordening van een archief/verzameling veel kan vertellen over de vormer(s). Heb jij goede voorbeelden daarvan uit jouw praktijk?