Inschrijven KVAN-dagen vóór 8 juni!
Inschrijven voor de KVAN-dagen is mogelijk tot 8 juni, dus mocht je je nog niet hebben ingeschreven: s...
Ze doen het graag en ze doen het gratis. Leden van de mormoonse kerk bieden alle regionale archieven aan om geboorte-, trouw- en overlijdensakten uit hun collectie te digitaliseren. Welkome hulp, maar de mormonen gebruiken de akten om burgers postuum te dopen.
Lees het volledige bericht van Trouw of bekijk de reportage van Een Vandaag. Openbaarheid en ethiek
Onder archivarissen zijn de meningen sterk verdeeld:
In studiezalen schrijven mormonen de akten over. "Dat mag gewoon", zegt Fred van Kan (Gelders Archief), die later op Twitter nog verwijst naar artikel 14 van de Archiefwet. Maar we gaan nu een stap verder: de mormoonse kerk stelt archieven inmiddels voor om actief samen te werken. Van Kan: "De kerk zou zorgen dat ons archief volledig gedigitaliseerd werd. Wij hoefden hun enkel de beschikking te geven over de microfilms van onze akten en toegang tot het deel van onze digitale databank dat vrijwilligers al hadden gemaakt." Anderen zijn het hier niet mee eens, zoals Kai van Vliet (Het Utrechts Archief): "Een overheidsarchief moet niet gedigitaliseerd worden door een kerkgenootschap. Mormonen hebben een heel eigen agenda."
Op Twitter gaat de discussie verder. Jantje Steenhuis (Gemeentearchief Rotterdam) reageert bijvoorbeeld op de verwijzing naar de Archiefwet: dat bewuste artikel 14 "dateert uit het papieren tijdperk toen men nog niet wist van de huidige grootschalige digitale mogelijkheden" maar anderen wijzen simpelweg op de openbaarheid van de akten, die archivarissen dus beschikbaar dienen te stellen, zonder een oordeel te hebben over het gebruik daarvan. Eric Hennekam is daar fel tegen en hij vraagt: "Neo-Nazi groep wil alle informatie over homo's en zigeuners hebben voor hun database.Moet de overheid daaraan meewerken?" Ingmar antwoordt: "op grond waarvan kan de overheid het tegenhouden?" Kortom
Samenwerken met de mormonen is financieel aantrekkelijk voor archiefdiensten en er wordt bovendien gewezen op de openbaarheid van de te digitaliseren aktes. Maar anderen wijzen er juist op dat de overheid op ethische gronden niet aan de oproep van de mormonen gehoor zou moeten geven. Onduidelijk in de discussie tot nu toe blijft of de laatsten dit beleid ook willen doortrekken naar de studiezalen? En geeft de ethische code een goede grond voor hun mening?
Ik ben benieuwd naar jullie standpunt, de gronden daarvoor en de argumentaties daarachter. Wat vind jij? Moeten we meewerken aan het raadplegen en digitaliseren van archieven door de mormonen? En hoe sta je tegenover actieve samenwerking? Aanvulling
Via Twitter liet Eric Hennekam mij weten, dat hij niet "fel tegen" is, maar dat hij eindelijk die ethische discussie wil starten, die er nooit is geweest. Verder kan ik melden dat hij gisteren de eerste WOB-procedure is gestart met als onderwerp de overeenkomsten tussen mormonen en archieven.
Zie trouwens ook de uitzending van RTL Nieuws van gisteren over dit onderwerp.
Reacties
Persoonlijk zal het mij een zorg zijn. Maar ik kan mij voorstellen dat het voor mensen die zelf een bepaalde geloofsovertuiging hebben niet acceptabel is. Het is in zekere zin vergelijkbaar met het verstoren van de grafrust. Het laten dopen is een beslissing die men neemt, die kan niet voor je genomen worden. Praktisch heeft het voor de mormonen natuurlijk wel nut, om dooien te bekeren. Die spreken namelijk niet tegen, gooien de deur niet voor je neus dicht. Het lijkt me dat een archivaris hier niet aan mag meewerken. Amen.
Mijn mening over deze 'doop': Als zij vinden dat ze andere mensen postuum moeten dopen, moeten ze dat ook maar doen. Ik heb er geen problemen mee, ze doen wat ze niet laten kunnen.
Probleempje is wel is wel dat er anderen zijn die er anders over denken en het ze wél kwalijk nemen. Op het internet kan men bijv. lezen dat ene mevr. Helen Radkey dit postuum dopen van oorlogslachtoffers zou hebben ontdekt en naar buiten hebben gebracht (zie bijv. hier). Dit dient men te respecteren, men kan niet op kosten van een ander doorgaan met het dopen.
Gelukkig schijnt dit nu wel beter te zijn geregeld (volgens wat de lokale Mormoonse genealogen me hebben verteld). Ze mogen nu immers slechts mensen met een relatie aan hun eigen familie én een x aantal jaar na overlijden enkel met toestemming (ik dacht 100 of 150 jaar) iemand melden voor de doop. Al hun werkzaamheden worden gelogd. Als ze een overtreding begaan worden ze verder geweerd uit het systeem.
Mijn wens is dat ze uiteindelijk deze splitsing van genealogisch onderzoek (dus het vrijgeven van de microfilms en online records) en het religieus gedeelte (postuum dopen) volledig zal zijn. Ook moet men kunnen voldoen aan de wensen van de nakomelingen, hoe ze dat gaan doen weet ik niet. Maar als een Nederlandse archiefinstelling daar een issue mee heeft, kunnen ze dat toch contractueel vastleggen?
Dit filmpje wil ik jullie niet onthouden: http://www.youtube.com/watch?v=mwpyERKWVK8
Er zijn hier verschillende kwesties die het geheel complex maken:
1. Mogen archivarissen onderscheid maken op grond van hetgeen zij denken of weten dat de gebruiker gaat doen met de gegevens ?
2. Is het gedrag van Mormonen etisch verantwoord ?
3. Is zakelijk handelen met (ontsluiting van) archiefmateriaal toegestaan ? En mag een archivaris dan voor het zakelijk handelen het gebruik of de toegang voor anderen bemoeilijken of blokkeren ?
Veel reacties op het artikel gaan over punt 2. Dat is een religieuze discussie, die ons niet verder helpt. Als ik nu besluit om alle overledenen te dopen in een nog te bedenken ritueel in een nog te bedenken religieze overtuiging, waarvoor ik geen bewijzen uit archieven nodig heb, wie houdt mij dan tegen ? Dit is dus niet afhankelijk van archiefmateriaal.
Wat betreft punt 1 vind ik dat het niet aan archivarissen is om dit te beoordelen. Zolang gebruikers binnen de wet- en regelgeving blijven, moet het gebruik mogelijk zijn. Waarborgen dat dit gebeurt kan niet, maar een reglement en gebruikvoorwaarden laten accepteren geven wel een bruikbare drempel.
Wat punt 3 betreft ben ik van mening dat ook een archief steeds een bedrijfseconomische afweging moet maken als het gaat om besteding van publiek geld. Als sponsoring o.i.d. helpt om het gebruik laagdrempelig te maken of houden, dan ben ik vóór zakelijke deals, MITS de deal geen belemmering inhoudt voor gebruikers. De deal in België met de LDS blokkeert het ontsluiten op Internet door de archieven van hun eigen materiaal. Dat vind ik geen goede deal. Ik weet niet wat ons met WieWasWie te wachten staat, maar de geruchten stemmen mij niet bijster optimistisch.
Kortom: Laat Mormonen doen wat ze willen, mits binnen de wet- en regelgeving (incl. privacybescherming), maar blokkeer geen mogelijkheden voor anderen.
Goede analyse Jules!
Wat betreft het commercialiseren van deze akten, als men bijvoorbeeld kijkt naar hoe ancestry werkt, vind ik het bijv. een voordeel hoe ze het zoeken naar records vergemakelijken door hun zoeksystemen, maar familysearch doet dat ook en bovendien doen ze het gratis. Goed, familysearch heeft sponsors, maar zou de Nederlandse staat dan niet een regeling kunnen treffen dat ze dan hun eigen records voor de Nederlandse ip-adressen sponsoren op ancestry (of wiewaswie) (en dit gaat er dan voor zorgen dat men niet gebonden is aan religieuze sites voor zover dit storend is).
Ik ben iig tegen het volledig commercialiseren van akten waardoor niet de gehele bevolking (bv. de minderbedeelden) theoretisch toegang kan hebben tot deze akten.
Help, er zit een Mormoon in mijn archief
Moeten overheidsarchieven samenwerken met een kerkgenootschap om hun archieven te digitaliseren? Dat lijkt me de centrale vraag na de noodkreet: “Help, er zit een Mormoon in mijn archief.” In het kielzog van deze vraag worden echter andere vragen opgeworpen die hier niets mee te maken hebben en die de discussie naar mijn mening vervuilen. Ik wil dus eerst een kleine opruiming houden voor ik met de geformuleerde centrale vraag verder ga.
1. Moeten overheidsarchieven gegevens over burgers delen met een kerkgenootschap, zoals Kaj van Vliet in Trouw formuleerde, dan wel werd geciteerd? Nee, natuurlijk niet. Geen enkele overheidsdienst deelt in principe gegevens over burgers met wie dan ook. Nog levende burgers, welteverstaan. Het doet er in dit verband niet toe, dat het om een kerkgenootschap gaat.
2. Moet een overheidsarchief gegevens over homo's en zigeuners delen met een neo-nazigroep, een vraag opgeworpen door Eric Hennekam? Zie 1: nee, natuurlijk niet; er van uitgaande dat het gaat om in leven zijnde homo's en zigeuners. Bovendien betreft het hier bijzondere persoonsgegevens betreffende sexuele voorkeur en ras/etnische groep. De verwerking van deze gegevens voor zover het mogelijk nog levende personen betreft is bij wet verboden. Ik verwacht van de archiefspecialist Eric Hennekam eigenlijk dat hij dat weet, en anders verwijs ik hem graag naar de website van het College Bescherming Persoonsgegevens. Dat er een groep neo-nazi's wordt opgevoerd als belangstellenden is wederom een irrelevant, maar helaas wel kleurrijk gegeven.
Feit is: de mormonen hebben in het kader van samenwerking met overheidsarchieven belangstelling voor persoonsregistraties van overleden personen, waarvan wettelijk is vastgelegd dat die openbaar zijn. Dat leidt mij naar vraag 3.
3. Moet een overheidsarchief de toegang tot openbare overheidsarchieven weigeren aan groepen, die daar moreel laakbaar gebruik van maken? De vraag wordt opgeworpen op archieven 2.0 en deels al beantwoord door Jules Lauwerier. Ik ben het met hem eens: nee, natuurlijk niet. Ten eerste is vrije toegang tot overheidsarchieven een recht dat stáát, en past in het rijtje van vrijheid van godsdienst, vrijheid van vereniging, vrijheid van pers. Ten tweede: wiens moraal is maatgevend? Die van de plaatselijke rijks- of gemeentearchivaris? Die van de gemiddelde burger? Die van de zittende Haagse coalitie? Is het dan ook de bedoeling dat de dienstdoende studiezaalambtenaar de bezoeker eerst geestelijk fouilleert op zijn bedoelingen en morele hoogstaandheid? Ik stuit hier behalve op een juridisch, ook nog op een praktisch probleem.
Begrijp me goed: ik heb persoonlijk niets dan lof voor ambtenaren en anderen die in tijden van bezetting geprobeerd hebben om te voorkomen dat de bezetter gegevens in handen zou krijgen, die hem zou helpen om bevolkingsgroepen op grond van ras, religie of sexuele voorkeur op te pakken en uit te moorden. Maar dat is hier helemaal niet aan de orde. Nederland is niet in oorlog, het centrale gezag is volledig in functie en we hebben op democratische wijze tot stand gekomen wetten die bovendien van haver tot gort regelen welke persoonsgegevens openbaar zijn. Dat waren tijdens WO II niet de omstandigheden, en daarom hebben personen en groepen van personen zich toen moeten baseren op wat zij naar eer en geweten de beste handelwijze achtten. Een noodgreep, en dat zullen velen ook zo gevoeld hebben. Inmiddels is het Nederland 2012. De taak van overheidsarchieven en de rechten van bezoekers zijn hier en nu heel behoorlijk vastgelegd en het enige dat archivarissen dus te doen staat is deze wetten uit te voeren.
De huidige centrale vraag of we samen moeten werken met een kerkgenootschap op het gebied van digitalisering is een andere vraag, dan de vraag of het kerkgenootschap openbare archieven in mag zien en de gegevens mag gebruiken. Is déze vraag dan van uitsluitend praktische aard? Nee, want als het alleen een praktische vraag was, zouden we volmondig en eensgezind “ja” kunnen zeggen: het scheelt namelijk een smak geld (hoewel je dan ook nog wel de nodige vragen kunt stellen bij de geboden kwaliteit, maar goed, het is crisis). Dat is niet gebeurd. Toch een ethisch aspect? Ik denk het niet. De belangrijkste vraag lijkt mij, of het ons als overheidsinstelling past om een zo structurele samenwerking aan te gaan, dan wel voort te laten bestaan, met een kerkgenootschap. Wat doet het met onze veronderstelde neutraliteit? Wat straalt er af op het beeld dat de burger van ons heeft? Geven we iets op dat we niet op mogen geven, geven we iets uit handen dat we niet uit handen mogen geven omdat het onze taak en verantwoordelijkheid is? Welke randvoorwaarden hanteren we zelf, door wet en regelgeving gedwongen? Kunnen we handhaving garanderen als we samenwerken met een particuliere partij? Dat zijn geen ethische vragen, maar vragen die voortkomen uit de ons opgelegde taken in het kader van beheer en beschikbaarstelling van de wettelijk aan ons toevertrouwde archieven. De vragen doen geen beroep op onze ethiek, maar op onze vakkennis. Alle antwoorden hebben we duidelijk nog niet op een rij, en dat is ook niet erg. Er werken heel veel deskundige vakgenoten in ons werkveld en die zullen er vroeg of laat wel uitkomen. Ik heb de antwoorden ook niet, want sommige aspecten vragen om een vakkundig juridisch oordeel, andere vergen een helikopterblik vanaf managementhoogte, kennis en vaardigheden waarover ik niet beschik. Met de som van onze kennis en vaardigheden, vanuit ons beroep en misschien met een drupje consultatie van buiten moeten we er echter als beroepsgroep wel uit kunnen komen. Een ethisch reveil lijkt me voorlopig dan ook niet nodig, hooguit een beetje bezinning op onze taak, rol en verantwoordelijkheden. Laten we daar maar blij om zijn.
Hoewel ik het grotendeels eens ben met Jules en Mariëtte, nog een aanvulling.
Artikel 14, waar Fred van Kan en Jantje Steenhuis naar verwijzen, zegt niet alleen iets over openbaarheid, maar ook over het maken van afschriften:
De archiefbescheiden die in een archiefbewaarplaats berusten zijn, behoudens het bepaalde in de artikelen 15, 16 en 17, openbaar. Ieder is, behoudens de beperkingen die voortvloeien uit het in die artikelen bepaalde, bevoegd die archiefbescheiden kosteloos te raadplegen en daarvan of daaruit afbeeldingen, afschriften, uittreksels en bewerkingen te maken of op zijn kosten te doen maken.
Met andere woorden, iedereen groot en klein, mag afschriften (laten) maken. Er is geen beperking in omvang, noch een beperking in gebruik van de afbeeldingen etc. De archiefdiensten hebben geen poot om op te staan als ze de Mormonen of wie dan ook, de toegang weigeren.
In de behandeling van de Archiefwet 1995 in de Tweede Kamer is destijds uitgebreid stilgestaan bij dit artikel. Ik citeer een passages uit het Handboek Archiefrecht (ook omdat dit laat zien dat de opmerking van Jantje Steenhuis kant noch wal raakt):
In het VV wezen de leden van de CDA-fractie op het gevaar dat uitbreiding van apparatuur voor inzage in digitale archieven tot gevolg kan hebben “dat kosteloze raadpleging op korte termijn geheel zal worden losgelaten. Zij vroegen daarom een reactie van de regering op dit punt. Wanneer het daarentegen zou gaan om een vergoeding van kosten die gemaakt worden voor raadpleging op professionele apparatuur waarmee “snelle” zoekopdrachten kunnen worden gegeven, terwijl daarnaast ook een “traditionele” kosteloze raadpleging mogelijk is, dus wanneer sprake is van een keuze, leek het de leden van de CDA-fractie niet onoverkomelijk een vergoeding te verlangen.” Minister d’Ancona kon met die benadering van het vraagstuk van raadpleging van archieven op bijzondere dragers (films, geluidsbanden, microfilms enz.) in grote lijnen instemmen: “Kosteloze raadpleging is van toepassing op archiefbescheiden in de zin der wet die ter plaatse (dit wil zeggen in de archiefbewaarplaats waar zij op grond van de wet behoren te berusten) geraadpleegd worden. Daaronder worden ook begrepen archiefbestanden op de bovengenoemde bijzondere dragers. De kosten die met dergelijke raadpleging gemoeid zijn, dienen uit de algemene middelen bestreden te worden. Men kan in dit verband denken aan de kosten voor het in stand houden van afspeel- of raadpleegapparatuur voor niet meer gangbare informatiedragers, of het maken van kosten voor het omspoelen van films en banden op wel gangbare media.
Voor het maken van uitdraaien en voor het (doen of laten) verrichten van elektronische bewerkingen van het materiaal (handelingen die ook wel als “niet-reguliere” raadplegingen worden geduid), kunnen wèl vergoedingen voor gemaakte kosten worden gevraagd. Het gaat dan om vormen van dienstverlening die als extra zijn te kwalificeren.
Volgens mij kunnen de archiefdiensten dus de kosten die zij zelf hebben voor het digitaliseren van de akten door de Mormonen niet of nauwelijks in rekening brengen bij de Mormonen. Mij lijkt het enige dat ze kunnen doen, de Mormonen zo veel mogelijk assisteren bij hun werkzaamheden en vriendelijk vragen of ze in ruil daarvoor kopieën van de afschriften mogen hebben.
Ook ik had voor ogen de in artikel 14 Archiefwet 1995 genoemde mogelijkheid afbeeldingen, afschriften, uittreksels en bewerkingen te maken of op zijn kosten te doen maken toen ik de commotie hoorde en de 'bedenkelijke rol' van archiefinstellingen of archivarissen in deze.
Laten we in de eerste plaats constateren dat we het hier hebben over archiefbescheiden die ingevolge de Archiefwet en in dit geval ook het Burgerlijk Wetboek openbaar zijn. Artikel 14 opent ook de mogelijkheid tot hergebruik van overheidsinformatie.
Het is niet wenselijk dat we iedereen die in de studiezaal/website komt vragen wat zijn belang is met het verzamelen van deze gegevens en wat hij er mee wil gaan doen ? Hoewel ik het idee hebben dat we toch erg nieuwsgierig zijn en er een mening over hebben of dat hergebruik wenselijk is, ook met informatie die onder Wet Openbaarheid Bestuur valt.
Gevolg van de wijze waarop het is ingericht is het hergebruik dat de mormonen met gegevens van onze voorouders voor ogen staat. Maar het gaat hier om een vooral etische kwestie en die discussie moet je vooral niet als archivaris aangaan. Het voorbeeld dat Eric Hennekam aanhaalde kan ook alleen van toepassing zijn daar waar het gaat om openbare gegevens en respect voor de privacy. Er zullen zeker onderzoekers zijn die een database hebben met veroordeelden voor sodomie in de 16e, 17e en 18e eeuw en daar is (terecht) niet gecontroleerd naar het belang of intentie is van de onderzoeker.
Of je nu wel of niet in zee gaat met de mormonen is zoals Ingmar zegt niet zo relevant je zult uiteindelijk gelegenheid moeten geven op eigen kosten afschriften, uittreksels en bewerkingen te maken.
Ik denk dat we ons drukker zouden moeten maken over onze persoonsgegevens die zonder meer aan de Verenigde Staten worden geleverd. Ik kan daar als archivaris en jurist wel een mening hebben maar het is al gauw een poltieke mening waarbij natuurlijk zo'n etische code basis geeft. Ook die etische code is helder: We bevorderen (her)gebruik, zijn onpartijdig en respecteren openbaarheid en privacy. En dat is in deze m.i. zaak het geval.
Bedankt voor alle reacties! Hopelijk reageren ook nog een aantal van de collega's die een stevig 'nee' lieten horen (bijvoorbeeld op Twitter).
@Raymond: Maar bedoel je met het 'meewerken' in je laatste zin dus het redelijk passieve beschikbaarstellen van akten op de studiezaal? Of bedoel je daarmee het actief sluiten van zo'n deal? Of is dat misschien pas het vasthouden van de dopeling (of het stuk papier met een naam erop)? Met andere woorden: wanneer gaat het 'meewerken' te ver?
@Gershon: Dank voor de link naar het filmpje. Je hebt het in je reactie over een 'splitsing van genealogisch onderzoek (...) en het religieus gedeelte', maar hoe zou dat moeten? Het religieus gedeelte is namelijk het belangrijkste doel van het genealogisch onderzoek. En dat contractuele vastleggen daarvan, als een archiefinstelling daar een issue mee heeft, is dat niet vreemd? Beperkingen stellen aan het gebruik van een openbare bron? En hoe controleer je dat? Want anders heeft het geen zin natuurlijk.
@Jules: Heldere uiteenzetting. Wat betreft 2 heb je inderdaad gelijk: dit vertroebelt de huidige discussie enorm. En ik heb de indruk dat verschillende collega's hun professionele beslissing door hun persoonlijke ethiek laten beïnvloeden. En dat ze die laatste zelfs tot richtlijn zouden willen bombarderen.
@Mariëtte: Mooi dat je de vraag naar het sluiten van een deal met de mormonen (of welk ander kerkgenootschap dan ook) bekijkt vanuit een professioneel standpunt. Zoals ik al op Jules antwoordde, heb ik de indruk dat dit tot nu toe niet gebeurde (afgezien van een aantal collega's die er de kwaliteit van de scans bijhaalde, maar dat lijkt me iets waarover eenvoudig afspraken zijn te maken).
Ik zal op een paar van je opgeworpen vragen een kort antwoord proberen te geven:
Wat doet het met onze veronderstelde neutraliteit? Niks, zolang de afspraken, zoals Jules zegt, de mogelijkheden van anderen maar niet beperken.
Wat straalt er af op het beeld dat de burger van ons heeft? Die zal denken: goed zo, verdien je eigen centen maar in plaats van steeds op belastinggeld te teren.
Geven we iets op dat we niet op mogen geven, geven we iets uit handen dat we niet uit handen mogen geven omdat het onze taak en verantwoordelijkheid is? Nee hoor, we houden alle akten keurig netjes zelf in ons depot, stellen ze nog steeds beschikbaar op studiezaal en kunnen ze daarnaast scannen voor internetgebruik of wat dan ook.
En zo verder... Mijn antwoorden zijn kort door de bocht, maar laten wel zien dat de meningen nogal uiteen kunnen lopen.
Je hebt gelijk dat die deskundige vakgenoten er vroeg of laat wel uit zullen komen, maar...
Vanaf de jaren '70 is al op grote schaal met de mormonen samengewerkt in vergelijkbare deals: zij verfilmen, wij krijgen een kopie van de microfiches. Hoe dan ook zullen ze de beschikking krijgen over het materiaal. Zoals Piet den Otter (HCO) in Trouw zegt: "De vraag is niet óf we als regionale archieven een samenwerking willen aangaan met de mormonen. De vraag is of we die samenwerking moeten voortzetten."
En verder: de vraag is niet óf de mormonen de beschikking krijgen over de gevraagde akten, maar of wij daar in de vorm van samenwerking een voordeel uit mogen/willen/kunnen halen (waardoor andere klanten waarschijnlijk eerder bevoordeeld dan benadeeld zullen worden!)
Ik begreep van Kai (in Trouw) dat er in Utrecht stevig over was gedicussieerd.
@Ingmar: Helemaal met je eens. Eigenlijk doen we dit (op het BHIC) ook in andere gevallen waarin mensen indexen maken of hele banden fotograferen: zoveel mogelijk medewerking verlenen en indien mogelijk een kopie verkrijgen.
Wat trouwens dat fotograferen betreft: ook daar hebben veel collega's in het land in het verleden (en nu misschien nog) problemen mee gehad. Maar eigenlijk is dat artikel 14 heel duidelijk...
Mooi trouwens, dat citaat uit het handboek. Ik had het in het verleden al eens gelezen, maar het was me alweer ontschoten.
Bij het herlezen van mijn bijdrage merk ik dat ik me in de eerste alinea van mijn reactie op Mariëtte wel wat ongelukkig heb uitgedrukt, alsof andere collega's niet professioneel zouden zijn geweest, en dat is natuurlijk niet wat ik bedoelde... In mijn reactie op Jules is de formulering een stuk beter.
Overigens is ethiek ook een deel van je professionaliteit, vandaar ook die beroepscode. Maar goed, da's weer iets anders dan je persoonlijke ethiek...
Ik heb misschien iets gemist, maar archiefdiensten werken toch al tientallen jaren samen met de Mormonen, bijv. m.b.t. het verfilmen van DTB e.d. en het maken van indices? En komen sommigen van onze collega's er nu pas achter waarom de Mormonen genealogische gegeven verzamelen, waar diezelfde collega's dan - m.i. enigzins overdreven- ethische of religieuze bezwaren tegen hebben ? Dat vind ik curieus. Het redden van zielen van niet-Mormonen. was toch een overbekend specifiek onderdeel van hun geloof en hun gedreven genealogie?
Een prachtige discussie, heerlijk.
Ik sluit mij aan bij Jules en Mariëtte, de Mormonen hebben nu eenmaal een recht het is niet aan de archivaris om te bepalen wat men met de gegevens doet. Bij de zeer gedreven mensen van Papier naar digitaal is deze vraag niet gesteld. Vragen wij ons af wat Genlias met de de gegevens doet? Wat als deze instellingen via hun website reclame inkomsten krijgen waarmee ze dan weer archiefmateriaal gaan digitaliseren?
Gaan wij dan ook blokkades opwerpen tegen het commercieel misbruik van cultureel erfgoed?
De Leeuwarder Courant wordt stevig gesponsord door een fabrikant van alcoholische dranken. Is dat dan wel gewenst? Het ongevraagd dopen van overleden mensen is naar mijn mening een merkwaardig ritueel en ik kan mij voorstellen voor sommigen nabestaande zelfs kwetsend. Maar het gebruik van verkregen informatie is niet onderhevig aan de goed- of afkeuring van de archivaris.
Interessante discussie, die nu wel zo'n beetje afgerond is denk ik, zeker na het antwoord van Ingmar. Ik herinner me echter dat er ook sprake was van het maken van een overeenkomst met de Mormomen over de digitalisering, om in ruil voor de aangeboden diensten ook de data ter beschikking te krijgen voor gebruik in eigen land, te koppelen aan eigen systemen. Als je artikel 14 op de keper beschouwd dan lijkt met dat overbodig. Ook hoeven (of beter mogen) we ons geen zorgen (te) maken over de export van gegevens van de openbare gegevens naar het buitenland. Openbaar is openbaar en iedereen mag afschrften etc. maken. Een beetje in het vervolg van deze discussie speelt dan nog de vercommercialisering van systemen. De toelichting op het artikel wijst er terecht op dat raadpleging, ook gedigitaliseerd, gratis moet. Terecht dus dat dit nog eens geciteerd wordt. Er zijn intenties om een betaalregeling als in Engeland te gaan maken voor gebruik van het gedigitaliseerde archiefmateriaal. Als we dat willen dan moet de Archiefwet 1995 in artikel 14 worden aangepast, Zelf denk ik dat dat beslist niet moet gebeuren, het zou een inbreuk zijn op het verworven recht op openbaarheid van de archieven.
@Christian wat betreft het splitsen van het religieuze aspect vs het genealogisch aspect van hun onderzoek, weet ik dat ze daar reeds aan hebben gewerkt. De vraag waarom ze dat zouden doen aangezien het uiteindelijk om hun religie gaat, is inderdaad welke ik me zelf ook stel. Misschien doen ze dat wel om op langere termijn de mogelijkheid te hebben om misschien toch nog een doop te kunnen uitvoeren? Of misschien doen ze dat uit een overtuiging dat iedereen één 'familie' is? Hoe dan ook, ik heb er profijt van bij mijn eigen onderzoeken.
Wat betreft de contracten, één van de veratnwoordelijken (in Merksem) heeft me verteld dat ze overeenkomsten sluiten met de archiefinstellingen waarmee ze samenwerken. Ze krijgen ook beperkingen opgelegd zoals bijv. in Duitsland waar ze enkel toegang tot de records mogen verlenen voor bezoekers vanuit Duitsland (dus duitse ip-adressen)
De mormonen hebben uiteraard ook onze discussie gevolgd, met als resultaat:
http://www.trouw.nl/tr/nl/5091/Religie/article/detail/3253600/2012/05/10/Mormonen-komen-mogelijk-met-doop-me-niet-register.dhtml
Vandaag een nieuw bericht in Trouw. Enkele citaten:
"Minister Liesbeth Spies van binnenlandse zaken moet de regionale rijksarchieven afraden om samen te werken met de mormonenkerk. Dat vinden onder meer CDA en de Partij voor de Dieren."
"Tweede Kamerlid Anja Hazekamp (PvdD) wil dat Spies onderzoekt van welke personen de mormonenkerk gegevens heeft ontvangen."
"Hazekamp vindt het 'zorgwekkend dat gelovigen als pseudo-ambtenaren toegang krijgen' tot de akten waarvan het geheimhoudings-embargo is verstreken."
Ger Koopmans (CDA): "'Over de samenwerking moet ze [Spies] een stevig en dringend advies geven: doe het niet.'"
Als je de uitspraken van de kamerleden leest, dan lijkt het net alsof (ze denken dat) het over gegevens van nog levende personen gaat. Zo zegt Koopmans verder: "Die gegevens worden gebruikt zonder dat burgers daar zelf invloed op hebben." Vooralsnog ga ik er zelf nog steeds van uit dat dit beslist niet het geval is. Als dat onjuist blijkt (en het dus ook over niet-openbare akten gaat, met daarin ook gegevens van (mogelijk nog) in leven zijnde personen), dan verandert dat natuurlijk de hele discussie. Maar voor nu vertroebelt het de discussie enorm.
Verder wordt Jantje Steenhuis (Gemeentearchief Rotterdam) geciteerd. Haar commentaar wordt waarschijnlijk niet goed weergegeven of uit het juiste verband gerukt, maar toch: "Destijds [Archiefwet 1918] betekende dat: burgers mogen akten opvragen in de studiezaal van het archief. De mormonenkerk gaat veel verder. Ze helpt de archivaris bij zijn taak en heeft duidelijk een eigen agenda: personen dopen die tijdens hun leven geen mormoon waren. Misschien kan de wet gaan voorschrijven dat de archivaris ook de persoonlijke levenssfeer van overledenen moet respecteren. Iemand postuum claimen voor je eigen religie is dan verboden.'"
Vooral de een-na-laatste zin wekt mijn verbazing (als hij juist is weergegeven tenminste). Als de doden een recht op privacy krijgen, zullen we dan alvast maar een lijstje maken?
@Christian Die een-na-laatste zin is inderdaad onzin, zie mijn reactie hier: Postuum dopen en de archieven
@Ingmar: Je blog had ik al gelezen, maar waar het mij nu om ging was de uitspraak dat de wet misschien aangepast zou moeten worden. Dit is - naast nog een paar andere opmerkingen, ook op Twitter - een indirecte aanwijzing dat de 'tegenstanders' van samenwerken met de mormonen onbetwist laten, dat er op dit moment geen grond is (niet in wet- en regelgeving, niet in de beroepscode) dat deze samenwerking niet zou mogen.
Blijft over de discussie over de ethiek, waarbij ik de indruk heb dat sommigen onder ons nu hun eigen aanvulling op de beroepscode aan het schrijven zijn.
Het is daarom jammer dat die collega's zich hier niet laten horen. Uitspraken in een krant zijn nooit een vertrouwde basis voor verdere discussie en enkele uitspraken op Twitter zijn te weinig toegelicht. Nu is deze discussie hier beperkt gebleven tot hoofdzakelijk 'voorstanders' die reageren op uitspraken van 'tegenstanders' die elders zijn gedaan, soms zelfs uit de tweede hand. De ethische discussie (waar Eric op doelde) en de professionele (waar Mariëtte op doelde) blijven dan uit of 'in de lucht hangen'. En dat vind ik jammer. (Alhoewel het voor het werk van de mormonen hoe dan ook niets uitmaakt; linksom of rechtsom, zij gaan toch wel door met hun werk.)
@Christian: jij had die blog wel gezien, maar anderen misschien niet ;-)
Je hebt gelijk, de discussie is erg eenzijdig en helaas doen enkele hoofdrolspelers hier inderdaad weer niet mee.
Beste Jules,
Ik deel de opmerking van Bob over je analyse. Ik ben wel nieuwsgierig op welke geruchten je doelt?
Bert
Even een zijpaadje, maar nieuw is dit inderdaad niet.
In de Verslagen omtrent sRijks Oude Archieven (VROA) lees ik dat in 1951 bij het Algemeen Rijksarchief een nieuw Kodagraph leestoestel werd geplaatst voor micro-opnamen – geschonken door de Genealogical Society of the Church of Jesus Christ of the Latter Day Saints. Enige punt van discussie leek een paar jaar later voor wiens rekening het electriciteitsverbruik zou komen, dat was ontstaan doordat de mormonen op grote schaal bronnen fotografeerden – uieindelijk maakten de mormonen het goed door het aanbieden van de door hun gemaakte microfilms van de retroacta en registers van de Burgerlijke Stand. Duidelijk geen principekwestie destijds.
En ondertussen zijn de kamervragen aan minister Spies gesteld:
Vragen van het lid Hazekamp (PvdD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over mogelijke schending van de privacy door Mormonen. (ingezonden 10 mei 2012).
Vraag 1
Kent u het bericht «Mormonen in de streekarchieven op zoek naar dopelingen»? Vraag 2
Is het waar dat al gedurende langere tijd overheidsinstanties samenwerken met genoemde religieuze groepering bij de digitalisering van bestanden? Zo ja, sinds wanneer en op welke schaal? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid? Vraag 3
Kunt u uiteenzetten hoe de samenwerking tussen overheidsinstanties en genoemd kerkgenootschap zich verhoudt tot de waardevrije vervulling van de publieke taak en de bescherming van persoonsgegevens? Vraag 4
Deelt u de mening dat digitalisering van overheidsarchieven niet in handen van belanghebbende derde partijen gelegd zou mogen worden? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u daaraan gevolg geven? Zo nee, waarom niet? Vraag 5
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat burgers postuum betrokken raken bij religieuze handelingen van derden? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen om dat te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Jammer dat het 2e kameerlid niet de wet op de persoonsgegevens heeft nagelezen of de website van CPG.
Overleden personen hebben geen bescherming van hun privacy. Alleen levende personen.
@Cees "Overleden personen hebben geen bescherming van hun privacy. Alleen levende personen."
Dat ligt iets genuanceerder: Persoonlijke levenssfeer van de overledenen
Diederick Kortlang, Pauline van den Heuvel e.a. hebben volkomen gelijk. Er is in de jaren 50, maar ook in de jaren 70 en 80 zeker gediscussieerd (o.m. in het Convent van rijskarchivarissen) over het contract met de Genealogical Society of Utah (aka Mormonen). De conclusie toen was dat het de archivaris in principe niet geoorloofd is in zijn/haar functie een moreel oordeel over het doel van het archiefgebruik te laten meewegen. Ik zeg: in principe, want er kunnen omstandigheden zijn die tot een andere opstelling nopen (vergelijk de falsificaties van trouwregisters door archivarissen tijdens de Duitse bezetting om joodse Nederlanders te redden).
De nu opgelaaide discussie is in de jaren 90 ook elders (o.a. in Frankrijk) gevoerd.
CDA en PvdD wijzen samenwerking met de Mormomen af. Zie berichtgeving in Trouw via deze link.
Overigens woensdag 9 mei 2012 ook prima berichtgeving in Trouw over dit issue, zie deze link.
Ingmar,
leuk gegeven. Of de rechter dit ook bij de archiefwet vindt moeten we natuurlijk afwachten maar dat niet alleen de grenzen van de WBP bepalend zijn bij een rechter is een mooie uitspraak. Nu maar wachten op de Raad van State of een nieuwe wet.
Cees de Groot
Ingmar Koch zei:
@Cees "Overleden personen hebben geen bescherming van hun privacy. Alleen levende personen."
Dat ligt iets genuanceerder: Persoonlijke levenssfeer van de overledenen
Ik merk nu dat ik de vraagstelling "Archivarissen die meehelpen aan postuum dopen door de mormonen: mag dat?" toch wel ongelukkig vind. Het suggereert een beetje alsof wij een keus hebben om archieven aan deze wel, en aan gene niet ter beschikking te stellen. Twee vragen dus: hebben we het recht om mormonen toegang tot archieven te weigeren? Die vraag is met de wet in de hand al afdoende beantwoord: nee, dat hebben we niet. Is de vraag van de mormonen om samenwerking ook met de wet in de hand te beantwoorden? Ketelaar suggereert van wel: ook daar hebben we in het verleden geconcludeerd dat we het recht niet hebben om te weigeren. In dat geval is er geen sprake van meehelpen en moet de sector dàt duidelijk maken aan publiek en politiek. Op blogniveau discussiëren over de gewenstheid van medewerking aan postume doop maakt de zaak in dat geval alleen maar erger. Als we wel kunnen kiezen met wie we actief willen samenwerken dan is het misschien dienstig om daar richtlijnen voor op te stellen. Misschien willen we dat dan alleen doen met instellingen die soortgelijke doelstellingen hebben en neutraal zijn, ik noem maar wat. Zucht; is er misschien een jurist in de zaal?
Ben benieuwd wat er in Stukken betreffende het verfilmen van bevolkingsregisters, registers Burgerlijke Stand en bijlagen t.b.v. de "Genealogical Society" (Mormonen), 1946-1969 1 omslag staat (Nationaal Archief, Den Haag, Rijksarchiefdienst: Afdeling Rijksarchiefinspectie: Archiefblok 60, 1908-1972, nummer toegang 2.14.10, inventarisnummer 50). Helaas pas openbaar in 2020 ... Zelfde geldt voor NL-HaNA, RAD / Rijksarchiefinspectie, 1970-1985, 2.14.09.04, inv.nr. 580 Activiteiten van Mormonen 1951 - 1974.
PS. Waarom kan ik eerstgenoemde niet-openbare stuk trouwens via GaHetNa wel reserveren en In winkelwagen stoppen?
@Mariëtte: Klopt, de vraagstelling is inderdaad wat ongelukkig. Maar tegelijkertijd prikkelend en bovendien is dit wat 'ons' verweten wordt. Onterecht, zoals je zegt, want we doen 'gewoon' ons werk, namelijk het beschikbaarstellen van archieven en het leveren van afschriften (zoals de wet zegt) en wel onpartijdig (zoals onze beroepscode voorschrijft).
Wat de actieve samenwerking betreft: volgens mij kunnen we die best weigeren, als we daarvoor kiezen (en sommigen kiezen daarvoor, anderen niet); we zijn toch niet verplicht om samen te werken? We zijn alleen verplicht om de mormonen te helpen zoals we alle andere klanten ook (dienen te) helpen. M.a.w.: als de mormonen aan HUA vragen om afschriften van al die akten, dan moeten die geleverd worden. Desnoods komen ze ze in de studiezaal ophalen.
Voor die keuze kunnen we richtlijnen opstellen, maar zelf ben ik daar niet voor (tenzij ze ons alleen 'helpen' kiezen - bijvoorbeeld door het uiteenzetten van alle argumenten - en niet 'voorschrijven' wat te kiezen). Die richtlijnen beperken dan immers de 'vrijheid' die er nu zit in het handelen van verschillende archiefdiensten en die zodoende ook kleur geven aan ons archieflandschap (en trouwens soms ook wel voor problemen zorgen hoor).
Het wordt, denk ik, ook ondoenlijk om die richtlijnen op te stellen. Want bijvoorbeeld "instellingen die soortgelijke doelstellingen hebben en neutraal zijn"? Dat sluit veel van de huidige samenwerkingen al snel uit...
(Los van de jurist, mist in deze discussie trouwens vooral de stem van collega's die tégen samenwerking zijn; die stem klinkt vooral door in de krant en enigszins in tweets. Ik blijf hopen...)
@Bob: Voor die stukken kun je vast een verzoek indienen tot het raadplegen van niet-openbaar archief. (Misschien is om die actie te triggeren het winkelwagentje en zo gewoon beschikbaar.)
@Christian Nee, ik zie er ook niet zoveel in, richtlijnen in de zin van 'uitsluitingsgronden'. Het was bij nader inzien maar een halfzacht ballonnetje. Per geval dan maar motiveren en achteraf verantwoorden. Ik heb liever wat vastigheid richting de burger maar het zit er niet in geloof ik. PS Dit is nog maar het begin. Straks heeft de overheid open data. Men zal in Den Haag nog wel een paar keer raar opkijken voor men er aan gewend is, giechel.
Goedemiddag, ik ben jarenlang Mormoon geweest en heb dus geen professionele maar een persoonlijke interesse in dit onderwerp. Een aspect dat volgens mij nog niet aan de orde is geweest, is de belastingvrije status van de Mormoonse kerk als instelling van algemeen nut (ANBI). Het lijkt mij zeer sneu voor commerciële partijen die archieven digitaliseren om in de krant te moeten lezen dat zij eruit geconcurreerd worden door een (indirect) gesubsidieerde instelling. Heeft dit ooit een rol gespeeld in de overwegingen van de diverse archieven?
@Mariëtte: Dat ben ik helemaal met je eens. Het zou goed zijn als er richting burgers duidelijkheid was of kwam (alhoewel het soort 'verontwaardiging' zoals die nu via de pers naar buiten is gekomen, nooit helemaal te voorkomen is natuurlijk). Misschien toch een onderwerp waarover nader gesproken zou moeten worden. En iets voor een pr-commissie van KVAN en/of BRAIN of iets dergelijks?
Beste Mosiah,
leuk aspect. Zouden wij als neutrale Archiefdienst de medewerking moeten weigeren aan een organisatie die door de belastingdienst is erkend als van Algemeen Nut?
Minder dramatisch, maar wel de dagelijkse praktijk, wij werken regelmatig mee aan het digitaliseren van hele series bouwtekeningen op verozek en tegen betaling van bedrijven die saneringen en grootschalig onderhoud plegen. Je praat dan over tientallen tot honderden bouwvergunningen. Mosiah zei:
Goedemiddag, ik ben jarenlang Mormoon geweest en heb dus geen professionele maar een persoonlijke interesse in dit onderwerp. Een aspect dat volgens mij nog niet aan de orde is geweest, is de belastingvrije status van de Mormoonse kerk als instelling van algemeen nut (ANBI). Het lijkt mij zeer sneu voor commerciële partijen die archieven digitaliseren om in de krant te moeten lezen dat zij eruit geconcurreerd worden door een (indirect) gesubsidieerde instelling. Heeft dit ooit een rol gespeeld in de overwegingen van de diverse archieven?
Waarom nu pas deze discussie, terwijl de Mormonen al tientallen jaren mee bezig zijn.
Zijn de archieven soms bang dat hun klandizie verloren gaat?
Dat onderzoekers gratis de BS en DTB's op Familysearch kunnen gaan inzien en downloaden.
Wees blij dat de Mormonen dat gratis doen, bespaart de archieven veel geld en kunnen van dat geld andere dingen doen. Bijvoorbeeld digitaliseren van rechterlijke archieven.
Cees de Groot zei:
leuk aspect. Zouden wij als neutrale Archiefdienst de medewerking moeten weigeren aan een organisatie die door de belastingdienst is erkend als van Algemeen Nut?
Ik denk niet dat die bal bij de archiefdiensten ligt maar bij de belastingdienst.
Ik sluit mij aan bij de reactie van Diederick Kortlang, beter kan ik het niet verwoorden.
Het Zeeuws Archief heeft naar aanleiding van de gesprekken die wij hierover hebben gehad op 1 september 2011 het volgende standpunt wereldkundig gemaakt: http://zeeuwengezocht.blogspot.com/search/label/FamilySearch
Mijn mening:
Een archivaris/archiefmedewerker heeft als taak om stukken die openbaar zijn aan ieder die daarom vraagt kosteloos ter beschikking te stellen.
Wat een 'klant' met deze stukken doet, moet hij/zij zelf weten.
Wij archiefmensen zijn slechts een 'doorgeefluik' ('intermediair').
Maar persoonlijk ben ik er wel op tegen dat mensen posthuum (of niet posthuum) gedoopt worden, als dit zonder hun toestemming gebeurt.
(dit principe is een beetje vergelijkbaar met het uitlenen van 'Mein Kampf'...).
Tsja, even los van het feit hoe ik persoonlijk over het dopen door de Mormonen denk, en even los van hoe ik denk over de beschikbaarstelling van scans door de Mormonen, een reactie over hoe een archivaris om moet gaan met bezoekers.
Familie kies je niet, die krijg je, maar als dat zo uitkomt kun je ze negeren. Bij vrienden heb je meer vrijheid. Je kunt een vriendschap wel of niet onderhouden.
Bij bezoekers ligt dat anders. Ik kan misschien denken: wat een vervelend mens is dat. Maar toch is dat vervelende mens bezoeker in "mijn" studiezaal. Als het vervelende binnen bepaalde perken blijft, zal ik die bezoeker moeten helpen. Dienstverlening is een aspect, deurmat een ander. Dus als iemand mij denkt te kunnen gebruiken als deurmat, dan is daar de grens. Dat gaat over het persoonlijke gedrag van een bezoeker. Als dat buiten de perken gaat heb ik het recht om daar bezwaar tegen te maken. Maar zolang die bezoeker zich keurig blijft gedragen heb ik weinig in te brengen.
Een bezoeker komt bij het Noord-Hollands Archief informatie ophalen om een van de deelnemende gemeenten aan te klagen en een schadevergoeding te eisen. Moet ik die gemeente "beschermen" en er voor zorgen dat de betreffende bezoeker niet de benodigde gegevens krijgt om de rechtzaak te winnen? Ik denk dat we het daar wel over eens zijn: we zijn onpartijdig, dus leveren de openbare gegevens, waarmee de betreffende gemeente in het ongelijk gesteld zal worden (gebaseerd op een concreet geval).
Op een bepaald moment besloot de Nederlandse staat een oorlogspensioen voor burgers in te stellen. Veel mensen meldden zich bij mij in de studiezaal, en in vrijwel alle gevallen kon niets gevonden worden. De Duitse commandant van de Amsterdamse gevangenis had namelijk in mei 1945 de archieven laten verbranden. Ooit meldde zich een man, met de aankondiging dat hij gegevens nodig had voor zijn oorlogspensioen. Ik stelde me al in op het standaard antwoord. Maar dat bleek in dit geval niet van toepassing. Hij had een bewijs nodig dat hij in de gevangenis had gezeten als Nederlandse SS'er, omdat die jaren mee konden tellen voor zijn Duitse pensioenjaren. Hij noemde dat "krijgsgevangenschap". Mijn vader had daar een andere term voor. Hem kon ik wel helpen, knarsetandend, dat wel. Kon ik anders? Hij vroeg om zijn eigen gegevens, had zijn straf uitgezeten. Nee, ik kon dus niet anders.
Een onderzoeker meldt zich, vraagt allerlei stukken op uit volstrekt openbare archieven. Die gebruikt hij om een negatieve biografie te schrijven over iemand. Mag ik medewerking weigeren, ook al is de persoon waar de biografie over geschreven wordt mijn held? Ook duidelijk lijkt me, ik kan mijn medewerking niet weigeren.
Nu meldt zich iemand om een aantal volstrekt openbare persoonsgegevens in te zien. Vervolgens voert diezelfde persoon die data in de Mormomen database in, en hij laat ze ook nog dopen. Tsja, het zijn de handelingen van die bezoeker, en de gegevens zijn openbaar. Dus op welke manier kan ik er bezwaar tegen maken?
En die ogenschijnlijk eenvoudige zaak heeft een nog ingewikkelder aspect. Ooit zocht een Mormoon de gegevens op van ene Simon de Feiter uit Renesse. Het was zijn betovergrootvader. Hij zal hem vast hebben laten dopen. Het is zijn betovergrootvader, dus kan gesteld worden dat hij een zeker recht heeft. Maar het is ook mijn betovergrootvader. Wat nu als ik het er niet mee eens ben? Mag de doop dan niet doorgaan? Met andere woorden: wiens recht prevaleert boven het andere? En over wiens recht hebben we het? Misschien vindt mijn betovergrootvader op zijn hemelse wolkje het wel een prachtige geste om gedoopt te worden. Hoe controleer ik dat?
Met andere woorden: met het willen controleren begeven we ons op een volstrekt heilloze weg. Bepalen archivarissen wat de uitkomst is van een onderzoek? Bepalen archivarissen welk onderwerp iemand wil onderzoeken en voor welk doel? Ik dacht het eerlijk gezegd niet. Archivarissen zijn in die zin dienaren... ze stellen beschikbaar en verstrekken kopieën aan een ieder die dat wil, op zijn kosten (even populair samengevat).
Dat ook archivarissen een persoonlijke mening hebben staat buiten kijf. Maar soms moet een professional die mening buiten beschouwing laten. Dus, dat Mormonen gegevens van mensen verzamelen om ze vervolgens te dopen is voor hun rekening, en niet voor de mijne.
Een andere zaak is of het verstandig is om data die door archiefdiensten (vaak met behulp van vrijwilligers) ingevoerd is tegen betaling aan derden te verkopen. Dat is weer een volstrekt andere zaak. Ik heb het contract gelezen dat door de Mormonen aan het Noord-Hollands Archief werd aangeboden, en ik heb toen als mijn mening gegeven dat we dat niet moesten doen. Niet omdat die mensen gedoopt zouden kunnen worden, maar omdat wij in feite de controle over wat er met die data zou gebeuren kwijt zouden raken. En het is wel onze data...
Maar ook daar geldt: ieder zijn eigen mening, zijn eigen afweging.
Hans van Felius
Dank voor je uitgebreide en heldere reactie Hans. Ik snap alleen je laatste alinea over het contract en het kwijtraken van de controle niet helemaal.
In welke zin raak het NHA de controle kwijt? Ik neem niet aan dat in het contract staat dat het NHA de data aan de mormonen moet afstaan en ze zelf niet meer mag hebben, gebruiken, beschikbaar stellen of verkopen?
Tsja, in het contract dat ik destijds zag (in 2011) was daarover nogal wat onzekerheid, en ik begreep dat die niet echt helemaal is weggenomen. Op zich een niet ongebruikelijke bepaling bij de Mormonen, want ook als je vrijwillig als particulier meewerkt levert dat restricties op zodra gegevens op de site Familysearch gepubliceerd zijn. Zie:
Licenses and Restrictions
This site is owned and operated by the Corporation of the President of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints. All material found at this site is owned or licensed by us. You may view, download, and print material from this site only for your personal, noncommercial use or, if you are a professional genealogist, for use by a current client. You may not post material from this site on another web site or on a computer network without our permission. You may not transmit or distribute material from this site to others. You may not use this site or information found at this site (including the names and addresses of those who submitted information) for selling or promoting products or services, soliciting clients, or any other commercial purpose. If you have questions or desire permission to post information, send e-mail to: cor-copyright@ldschurch.org
Je mag een en ander dus gebruiken voor persoonlijke doeleinden, en niet commercieel. Dat klinkt op zich logisch. Maar de adder onder het gras zit in "All material found at this site is owned or licensed by us." Met andere woorden, zodra het gepubliceerd is heeft de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen het voor het zeggen. Of ben ik een achterdochtige Nederlander? Ik vind dat persoonlijk een te onzekere situatie om met een andere partij in zee te gaan.
Ik heb nu eenmaal geleerd niemand op zijn fraaie blauwe ogen te vertrouwen...
Maar eerlijk gezegd voert dat de discussie op een ander terrein dan waar ik me binnen het NHA mee bezig houd. En dat is al enige tientallen jaren de dienstverlening...
Hans,
Mooi stuk!
De laatste paragraaf roept bij mij wel vragen op. Wat voor controle wil je als archief? Waren deze afspraken niet niet te maken met de Mormonen? Welke controle heb je bij het materiaal die genealogen (los of "georganiseerd" via Van Papier Naar Digitaal) hebben vergaard en openbaren?
mvg,
Bob Coret
PS. ben voorstander van open data, dus in andere setting wil ik nog eens ingaan op "het is wel onze data...".
Tsja, terughalen uit stukken die ik in 2011 zag zonder die stukken ter beschikking te hebben heeft een risico. Maar als ik het mij correct herinner was juist dat "open data" hierbij een issue, omdat het op termijn onduidelijk was wie mocht beschikken over de data. Maar misschien kan iemand anders daar een betere toelichting op geven. Zoals gezegd, lang geleden, en niet het terrein waarop ik me begeef binnen mijn werk.
En verder, ik ben een volstrekte voorstander van het delen van data, dat is mijn vak, of zelfs mijn roeping als je wilt.
Dank voor je aanvullingen Hans.
En daar zijn de antwoorden van Staatssecretaris Zijlstra (uiteraard) op de vragen van Hazekamp:
2. Is het waar dat al gedurende langere tijd overheidsinstanties samenwerken met genoemde religieuze groepering bij de digitalisering van bestanden? Zo ja, sinds wanneer en op welke schaal? Zo nee, waaraan ontleent u die zekerheid? 3. Kunt u uiteenzetten hoe de samenwerking tussen overheidsinstanties en genoemd kerkgenootschap zich verhoudt tot de waardevrije vervulling van de publieke taak en de bescherming van persoonsgegevens? De publieke taak van de archiefbewaarplaatsen is vastgelegd in de Archiefwet 1995 (Aw). Op grond van artikel 17 van de Aw stelt de beheerder van de archiefbewaarplaats de archieven aan de verzoeker ter raadpleging of gebruik. Op grond van artikel 14 van de Aw heeft eenieder het recht om de openbare archiefbescheiden kosteloos te raadplegen en daarvan afbeeldingen, afschriften, uittreksels en bewerkingen te maken of op zijn kosten te doen maken. De archiefbewaarplaatsen hebben voor bezoekers faciliteiten om de archiefbescheiden te kunnen raadplegen en te (laten) kopiëren. Deze faciliteiten kunnen gaan van een aparte tafel in de studiezaal voor het maken van (digitale) foto’s tot het ter beschikking stellen van een ruimte voor (groeps)onderzoek of digitaliseren van grote aantallen archiefstukken. Indien een bezoeker kopieën van een groot aantal archiefstukken wil maken, kan het praktisch zijn om aparte faciliteiten te organiseren, om andere bezoekers van de studiezaal zo min mogelijk te storen. De samenwerking met de mormonen moet vanuit dat oogpunt worden bezien. Daarnaast leveren de mormonen een tegenprestatie in de vorm van een exemplaar van de gedigitaliseerde bestanden. Met die gedigitaliseerde bestanden kan een archiefdienst andere bezoekers van dienst zijn, bijvoorbeeld bij het maken van stambomen. Gebruikers van archieven leveren wel vaker een tegenprestatie in de vorm van gratis kopieën. Sinds de jaren vijftig maken de mormonen kopieën in de vorm van microfilms en/of digitale afbeeldingen van openbare bestanden die in de archiefbewaarplaatsen berusten, zoals de kerkelijke doop, trouw en begraafboeken, militaire stamboeken en burgerlijke standregisters. Er is geen compleet overzicht van bij welke archiefbewaarplaatsen wanneer mormonen afschriften hebben gemaakt van deze bestanden en op welke schaal, noch van instellingen De bescherming van de persoonsgegevens strekt zich niet uit tot overleden personen (cf de Wbp). Archiefstukken met gegevens van (mogelijk) nog levende personen zijn beperkt openbaar. Bezoekers moeten in die gevallen aan bepaalde voorwaarden die vastliggen in de Wbp voldoen om de stukken te kunnen raadplegen.
4. Deelt u de mening dat digitalisering van overheidsarchieven niet in handen van belanghebbende derde partijen gelegd zou mogen worden? Zo ja, op welke termijn en wijze wilt u daaraan gevolg geven? Zo nee, waarom niet? Het digitaliseren van overgedragen overheidsarchieven gebeurt meestal door de archiefinstellingen zelf. De Aw biedt geen juridische grond om derden ervan te weerhouden digitale kopieën te maken van openbare archieven. Digitalisering van erfgoed, waaronder archieven, is een kostbare en tijdrovende zaak. Als derde partijen aanbieden daarbij te helpen kan het voor erfgoedinstellingen interessant zijn daarop in te gaan. Publiek-private samenwerking die leidt tot een betere ontsluiting van (overheids)informatie kan positief zijn. Derhalve deel ik niet de mening dat digitalisering per definitie niet door derden gedaan kan worden.
5. Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat burgers postuum betrokken raken bij religieuze handelingen van derden? Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet? Daar heb ik geen mening over. Ik zal geen maatregelen nemen om dit te voorkomen vanwege de vrijheid van godsdienst. De religieuze handelingen leiden niet tot een aantasting van de persoonlijke levenssfeer. Wie meent in de persoonlijke levenssfeer te zijn aangetast, staat het vrij de betreffende religieuze groepering daarvoor aansprakelijk te stellen bij de civiele rechter.
Sorry, het heeft even geduurd, maar ik kwam er niet toe. Zie voor mijn reactie mijn blog http://jantjesteenhuis.blogspot.com. En nee, ik ben er niet voor dat archivarissen de persoonlijke levenssfeer van overledenen gaan bewaken. Dat brengt ons op een heilloze weg, want het zou betekenen dat heel veel bestanden pas ter inzage gegeven kunnen nadat de aanvrager een verklaring over de eerbiediging van de levenssfeer heeft ondertekend, en dat we die bestanden dus ook niet meer op internet zouden mogen publiceren. Dat wil niemand.
Ook Martin Berendse heeft vandaag gereageerd: Archiefneutraliteit
@Jantje: Dankjewel voor je reactie! Sommige dingen vragen gewoon wat tijd. Mijn reactie volgt eveneens iets later...
Een paar kanttekeningen van mijn kant. Het lijkt er op dat iedereen in de discussie een stapje over slaat (of ik moet het gemist hebben). De films van de registers van de burgerlijke stand (maar ook van nog veel meer bronnen) werden door de Mormomen niet gemaakt om mensen te dopen. Dat is ook niet de bedoeling van het scannen van deze bronnen. De films werden gemaakt om die te bewaren -diep onder de grond- en veilig te stellen tot het einde der tijden. Kopieën werden beschikbaar gesteld om mensen de mogelijkheid te bieden deze te raadplegen. In die zin dus niet om andere redenen waarom de Nederlandse overheid ze bewaart.
En ja, ze hadden en hebben ook een andere reden om geïnteresseerd te zijn in bronnen waaruit genealogische informatie te herleiden is. Leden van de kerk hebben namelijk de plicht om hun voorouders te laten (her)dopen. Maar daar is wel een actie voor te nemen. De akten (ook niet de digitale) vertalen zich niet gelijk naar de records waarmee gedoopt wordt. Het lijkt onbenullig, maar er zit een verschil in het leveren van een kopie van een akte, en het gebruik dat daarvan gemaakt wordt.
Stel er zou door het gezag een oukaze worden uitgevaardigd dat er geen microfilms en / of scans geleverd mogen worden aan de Mormonen. Welk effect heeft dat dan? Dat de Mormonen op zullen houden met het dopen van overledenen? Dat lijkt me niet, want dat doen ze al vele vele tientallen jaren. We zouden het ze moeilijker kunnen maken dat wel. En vanaf de blanke top der duinen een lange neus kunnen maken richting Utah: kijk eens hoe we jullie lekker dwars zitten!
Ik weet wel dat ik het hiermee in het absurde trek, maar als we nu eens rustig onderuitgezakt gaan zitten, en alles eens goed bekijken, is een deel van deze discussie ook niet tamelijk absurd aan het worden? Het lijkt erg op het beruchte opgeheven vingertje waar Nederlanders wel vaker van beticht worden...
Een andere overweging speelt ook nog een rol. Mormonen zijn niet de enigen die kopieën vragen en geleverd krijgen. Gelijke monniken, gelijke kappen. Dus niemand mag meer bestanden bestellen en die voor anderen zichtbaar op een website plaatsen? Of mis ik daar iets, en is het plaatsen van bestanden door A een andere zaak dan het plaatsen van bestanden door B? Als we die vraag van mij bevestigend beantwoorden lijkt het opgeheven Nederlandse vingertje op een akelige manier zichtbaar te worden.
Dat in artikel 14 van de Archiefwet niet staat dat archivarissen actief moeten meewerken aan het op de een of andere manier verder gebruiken van verstrekte kopieën klopt als een bus. Want dat is ook niet de strekking van dat artikel. De strekking is dat het niet de archivaris is die bepaalt aan wie een kopie verstrekt wordt, maar dat dit een recht is van een ieder die daaraan behoefte voelt. Met andere woorden, de strekking van artikel 14 ligt m.i. in het verlengde van de zo door ons allen geprezen openbaarheid.
Kunnen mensen misbruik maken van kennis? Dat staat buiten kijf. Zo kunnen mensen gegevens die wij beheren en ter beschikking stellen ook gebruiken voor doelen die ons persoonlijk niet bevallen, en die ons misschien zelfs aanstoot geven. Daar hebben we al allerlei regels voor. Iemand die zich beledigd voelt door een ander kan daarover een klacht indienen, en vervolgens wordt al dan niet iets gedaan met die klacht. Maar dat staat geheel los van artikel 14 van de Archiefwet.
Een andere zaak is of een archiefdienst een contract aan moet gaan met de Mormonen voor het uitwisselen van databases in ruil voor scans. Misschien vindt de ene archivaris dat we daar wel een grens passeren, en de andere niet. Maar ook dat staat weer los van de Archiefwet en het genoemde artikel 14. Met andere woorden: een discussie over de herziening van artikel 14 om te voorkomen dat archivarissen databases leveren is onzinnig, want nergens staat in dat artikel iets over een dergelijke aktie.
Is het verstandig om overheidsinformatie door derden te laten publiceren op internet? Hier worden naar mijn mening twee dingen door elkaar gehaald. Als er gesproken wordt over "overheidsinformatie" dan vind ik dat een verwarrende term. Ik denk dan eerder aan mijn personeelsdossier, of een patientendossier van mijn buurvrouw. Het gaat hier niet om overheidsinformatie. Het zijn weliswaar bestanden die vaak door de overheid geproduceerd zijn, maar door hun relatieve ouderdom is het eerder historische informatie. En het beschikbaar stellen van historische informatie is nu juist ons vak. Opdat anderen dat voor hun plezier of nut kunnen gebruiken voor hun eigen studie, voor hun eigen doeleinden. Waar die studie uit bestaat is niet onze zorg (als overweging misschien naar, maar waar), wij bepalen immers niet welk onderzoek een bezoeker doet. Of die bezoeker nu fysiek in onze studiezaal aanwezig is, of ons digitaal bezoekt.
Vroeger werd het resultaat voor de eeuwigheid gepubliceerd in boeken, tegenwoordig steeds vaker op websites. Dat laatste houdt in dat er op een andere manier gepubliceerd kan worden. Immers, het reproduceren van complete registers was vroeger aan een beperking van het budget voor de uitgave van het boek gebonden. Dat moest gezet, gedrukt en gebonden worden, en ook nog in een liefst kostendekkende oplage verkocht zien te worden. Het maken en onderhouden van een website is in vergelijking daarmee aanzienlijk goedkoper. Dat is wel een verschil ja. Kunnen we die ontwikkeling tegenhouden? Ik vrees dat die alleen tegengehouden zal kunnen worden door een gebrek aan energie. Maar dan worden wel meer hevig gevoerde discussies tamelijk academisch...
Tenslotte, zie ik bij deze discussie soms ook een addertje onder het gras verschijnen? Of ben ik slechts een -weliswaar in Rotterdam geboren- achterdochtige Zeeuwse boer? Een citaat uit de blog van Jantje Steenhuis: "Is het verstandig om - zeker in de huidige tijd van financiële crisis - je "spullen" voor eeuwig digitaal weg te geven?" Een tweede citaat: "De Mormonen mogen de bestanden voor eeuwig publiceren, hetgeen ook betekent dat archiefstellingen deze veelgevraagde akten nooit meer zelf tegen kostprijs kunnen leveren." Spelen er toch nog andere motieven op de achtergrond een rol? Merken we plotsklaps dat we niet zo belangrijk meer zijn, niet meer zo exclusief. Anderen kunnen het ook en in zekere zin misschien zelfs beter? Beter in de zin van de wens van onze bezoeker. Vraag het de gemiddelde bezoeker die belangstelling heeft voor juist deze bronnen. Levering tegen betaling door de archiefdienst, of gratis via FamilySearch? Ik vrees dat ik niet hoef te twijfelen over het antwoord op die vraag.
Waar voor mij de discussie niet over zou moeten gaan is of wij als beroepsgroep gaan bepalen welke bezoeker wij wel of niet ontvangen, en evenmin aan welke bezoeker wij wel of niet tegen betaling een kopie wensen te leveren. Want zoals gezegd, artikel 14 kan niet los gezien worden van de openbaarheid. Als we die discussie beginnen, dan maken we voor mij onze beroepsgroep te schande. Wel claimen dat wij de hoeders van de openbaarheid zijn, maar als het ons zo uitkomt bepaalde personen of groepen uitsluiten. Want dat zouden we gaan doen als we besluiten dat we aan de Mormonen (of aan om het even welke persoon of groep die in ons hoofd op komt) geen betaalde kopieën moeten leveren.
Waar de discussie wel over zou kunnen gaan is of wij het wenselijk vinden dat wij als archiefdiensten een contract sluiten met de Mormonen om actief samen te gaan werken bij het nader toegankelijk maken van de kopieën van de akten die wij aan hen hebben verkocht. Want dat staat ons vrij, om dat wel of niet te doen. Dat is de min of meer ethische discussie die wij kunnen voeren.
Tenslotte mijn verontschuldiging voor de lengte van de bijdrage. Meer de lengte van een blog. Maar helaas gaat die van mij over de geschiedenis van de brouwnijverheid. En daar past dit verhaal wat slecht in...
Een duidelijk verhaal. Eén ding klopt echter niet: Hans van Felius zei:
De films van de registers van de burgerlijke stand (maar ook van nog veel meer bronnen) werden door de Mormomen niet gemaakt om mensen te dopen. Dat is ook niet de bedoeling van het scannen van deze bronnen. De films werden gemaakt om die te bewaren -diep onder de grond- en veilig te stellen tot het einde der tijden.
Zoals je aan deze citaten van Mormoonse bronnen kunt zien, is het primaire doel van de mormoonse bemoeienis met de archieven om namen te vinden voor gebruik in hun tempelrituelen (o.a. het postuum dopen). Het veilig stellen van deze bronnen "tot het einde der tijden" is eerder een bijzaak.
Er zit een lange voorgeschiedenis aan vast maar ik weet niet of dat zo interessant is voor deze discussie...
Goed, zo'n discussie vind ik.
Maar ik denk dat de kern zit in de door Martin Berendse (Nationaal Archief) genoemde 'beroepscode' en de 'wettelijke regels'.
(nogmaals: ik vind dat ik als archiefmedewerker slechts een 'doorgeefluik' ben; voor 'dilemma's' zal ik dan de beroepscode en wettelijke regels moeten raadplegen en naleven; hopelijk wordt het niet te moeilijk...).
vr.groet, Wim.
De archivaris dient de persoonlijke levenssfeer
van archiefvormers of van personen die in archiefbescheiden worden genoemd te respecteren. Dit
geldt in het bijzonder ten aanzien van diegenen die geen zeggenschap hebben gehad over het gebruik
of de bestemming van het materiaal.
(uit artikel 7 van de 'Beroepscode voor archivarissen', door de KVAN).
Wim van den Hoonaard zei:
De archivaris dient de persoonlijke levenssfeer
van archiefvormers of van personen die in archiefbescheiden worden genoemd te respecteren. Dit
geldt in het bijzonder ten aanzien van diegenen die geen zeggenschap hebben gehad over het gebruik
of de bestemming van het materiaal.
(uit artikel 7 van de 'Beroepscode voor archivarissen', door de KVAN).
EEN HELE OPGAVE IN DIT VOORBEELD, LIJKT MIJ !!!!
In Trouw van vandaag 18 mei 2012: Kamer tegen archieven: ga niet meer in zee met dopende mormonen
Link.
Toch een beetje vreemd. Allerlei kamerleden maken zich zorgen over de privacy van overledenen. In Trouw van vandaag (de papieren versie) een tamelijk kritisch artikel over Facebook, en het aan de laars lappen van de privacy door die onderneming. En weet je wat? Al die kamerleden in het -overigens digitale- artikel in Trouw over archivarissen en Mormonen zijn vrolijk te vinden op facebook. Maar dat is facebook, the place to be voor coole kamerleden. Ik weet het, het heeft niet veel te maken met de discussie die wij voeren. Maar wat zegt het over die kamerleden en of ze weten waar ze het nu precies over hebben? Persoonlijke levenssfeer en respect voor die persoonlijke levenssfeer? Hm...
Een citaat uit het Trouw artikel: "Iedere burgemeester, ieder provinciebestuur moet zich hierop bezinnen." Een burgemeester en een provinciebestuur gaat over de openbaarheid? Een burgemeester of een provinciebestuur moet zich gaan bemoeien hoe archivarissen hun taak uitoefenen? Ik weet niet of dat een wenselijke situatie is. Hoe snel wordt dat: de waan van de dag regeert?
In alle gedoe rond bezuinigingen bleek hoe weinig onze bestuurders in feite weten over wat de wettelijke taken van archivarissen zijn. Ik vrees dat dit bij kamerleden niet veel anders zal liggen. Een opvoedende taak voor ons?
Verder, ik denk dat Martin Berendse precies de vinger op de zere plek heeft gelegd. Geen enkele archiefdienst zou zich waarschijnlijk geroepen voelen om samen te werken met de Mormonen, als er voldoende geld beschikbaar was om allerlei bestanden te digitaliseren. Flinke investering, klopt. Maar op termijn ook een besparing, want alles wat via een digitale "studiezaal" ter inzage is hoeft niet door meisjes en jongens uit het depot te worden gehaald. En er zijn meer overwegingen te bedenken waarom een digitale studiezaal wellicht een aantrekkelijk idee is. Maar dat valt inderdaad buiten deze discussie (tenzij diezelfde kamerleden zich realiseren dat zij de oplossing van het bediscussieerde probleem wellicht in huis hebben).
De algemeen rijksarchivaris Martin Berendse in wederom het dagblad Trouw van 22 mei 2012 link.
Beste Jules, Een prima analyse! compliment, Kees
Jules Lauwerier zei:
Er zijn hier verschillende kwesties die het geheel complex maken:
1. Mogen archivarissen onderscheid maken op grond van hetgeen zij denken of weten dat de gebruiker gaat doen met de gegevens ?
2. Is het gedrag van Mormonen etisch verantwoord ?
3. Is zakelijk handelen met (ontsluiting van) archiefmateriaal toegestaan ? En mag een archivaris dan voor het zakelijk handelen het gebruik of de toegang voor anderen bemoeilijken of blokkeren ?
Veel reacties op het artikel gaan over punt 2. Dat is een religieuze discussie, die ons niet verder helpt. Als ik nu besluit om alle overledenen te dopen in een nog te bedenken ritueel in een nog te bedenken religieze overtuiging, waarvoor ik geen bewijzen uit archieven nodig heb, wie houdt mij dan tegen ? Dit is dus niet afhankelijk van archiefmateriaal.
Wat betreft punt 1 vind ik dat het niet aan archivarissen is om dit te beoordelen. Zolang gebruikers binnen de wet- en regelgeving blijven, moet het gebruik mogelijk zijn. Waarborgen dat dit gebeurt kan niet, maar een reglement en gebruikvoorwaarden laten accepteren geven wel een bruikbare drempel.
Wat punt 3 betreft ben ik van mening dat ook een archief steeds een bedrijfseconomische afweging moet maken als het gaat om besteding van publiek geld. Als sponsoring o.i.d. helpt om het gebruik laagdrempelig te maken of houden, dan ben ik vóór zakelijke deals, MITS de deal geen belemmering inhoudt voor gebruikers. De deal in België met de LDS blokkeert het ontsluiten op Internet door de archieven van hun eigen materiaal. Dat vind ik geen goede deal. Ik weet niet wat ons met WieWasWie te wachten staat, maar de geruchten stemmen mij niet bijster optimistisch.
Kortom: Laat Mormonen doen wat ze willen, mits binnen de wet- en regelgeving (incl. privacybescherming), maar blokkeer geen mogelijkheden voor anderen.
Graag wil ik even ingaan op een punt dat tot nu toe in deze discussie wat minder aan de orde geweest: het zakelijke aspect. Ik vraag me af of het wel zo’n geweldige deal is als we de weinige documenten in onze archiefbewaarplaatsen die naast een historische ook een commerciële waarde vertegenwoordigen door derden integraal laten kopiëren in ruil voor een exemplaar van die kopie. Juist in deze tijd van een zich (financieel) terugtrekkende overheid is het van belang dat we over deze vraag goed nadenken. Volgens mij is het mogelijk om voor, en samen met, de gebruikers van onze meest geraadpleegde documenten inkomsten te genereren waardoor we naast die meest geraadpleegde bronnen ook de wat minder bekende documenten online beschikbaar kunnen maken.
Helemaal mee eens, Ellen, temeer daar het niet uitgesloten is dat de mormonen de gegevens zelf wel doorverkopen.
"Juist in deze tijd van een zich (financieel) terugtrekkende overheid".
Vergeten we daar met zijn allen niet één heel wezenlijk punt? En bij "met zijn allen" doel ik niet alleen op medewerkers van archiefdiensten, maar ook beleidsmakers bij de overheid, bestuurders en politici. Wij zijn niet zomaar een groepje culturele werkers die op een ochtend wakker zijn geworden en toen hebben bedacht: "Kom, laten we er eens onze business van maken om archieven te gaan beheren."
Wij zijn de overheid, althans een onderdeel ervan. We ontlenen ons bestaan aan de Archiefwet. We kunnen niet, zoals een particuliere instelling dat wel kan op een ochtend bedenken: we houwen er mee op. We zijn niet alleen instellingen die cultureel erfgoed beheren, we zijn gewoon als onderdeel van de overheid verplicht archieven te beheren, en die aan een ieder die dat wenst voor onderzoek beschikbaar te stellen.
Dus: de boom in met de zich financieel terugtrekkende overheid!!! Is het onze taak om de door ons beheerde archieven financieel te exploiteren? Dat lijkt de tendens van de reactie van Ellen Fleurbaay te zijn.
Misschien moeten we eens wat duidelijker naar onze basis terug te gaan. We beheren archieven en we stellen ze beschikbaar. En de moderne tijd eist misschien dat we dat ook op een fatsoenlijke manier kunnen doen in een digitale omgeving.
Ik weet dat de harde werkelijkheid op dit moment vaak anders is, maar misschien moeten we er meer werk van maken bij beleidsmakers, bestuurders en politici duidelijk te maken wat onze schone taak nu eigenlijk precies inhoudt. Ik pleit voor gratis raadpleging, of het nu in papieren of digitale vorm is! Iemand die tegen dit fraaie en vooral naar de burger toe prachtige principe is?
Voor de liefhebbers: documenten WOB-verzoek overeenkomsten met Mormonen online
http://www.trouw.nl/tr/nl/10844/Mormonen/article/detail/3335619/2012/10/24/Overheid-gaf-mormonen-gegevens-van-miljoenen-burgers.dhtml
Artikel in Trouw van 24 oktober 2012
Zie ook het begrip 'postmortem privacy' (als iemand dood is mag er van alles...).
Plasterk: overheid mocht data burgers niet aan mormonen geven (Trouw, 10 december 2012)
Achtergrond: Beantwoording Kamervragen over persoonsgegevens die door de overheid aan Mormonen is verstrekt
Merkwaardig dat voorbijgegaan wordt aan het feit dat een groot deel van de PK's ouder is dan 20 jaar en derhalve ingevolge de Archiefwet 1995 naar het NA dient te worden overgebracht, tenzij machtiging tot opschorting is verleend. Bij de overbrenging kan de openbaarheid beperkt worden, maar het is de vraag of die beperking dan zo ver zou moeten gaan als geldt voor het huidige bestand. Zo is bijv. de op de PK geregistreerde godsdienst van een overledene nu nog "geheim", maar bij overbrenging (naar het regime van de Archiefwet 1995) zou dat toch niet meer moeten gelden. Evenmin past in dat regime een moreel oordeel (a la Plasterk) over het gebruik van archiefbescheiden.
Eric Ketelaar
Ik ben van mening dat de hele discussie los moet worden gezien van de aard van de groepering, maar dat daarentegen vooral moet worden gekeken naar de aard van de samenwerking.
Het is niet aan de overheid om de overtuiging van de gebruiker te toetsen (geloof of politiek) alvorens toegang tot informatie te verlenen.
Het is wel zaak voor de overheid om nadrukkelijk te toetsen met welke organistaie men zaken doet, omdat de overheid alke schijn van partijdigheid dient te vermijden.
Daarom, de overheid moet elke groep (ongeacht hun overtuiging) toegang tot informatie verlenen, maar om (de schijn van) belangenvestrengeling te vermijden is het niet aan de orde dat een ideologische (geloof of poliek) groepering een overheidstaak uitvoert of financiert.
Hier een artikeltje dat ik een paar maanden geleden schreef over een aantal redenen om niet met de mormonen in zee te gaan: zij hebben vanaf het allereerste begin keer op keer door hun gedrag aangetoond zich niet aan afspraken te houden. Dat heeft dus niks met hun religieuze overtuiging te maken of de vraag of de archieven daar een mening moeten hebben, de mormonen zijn gewoon geen betrouwbare partner gebleken voor de omgang met persoonsgegevens:
http://forum-home.980544.n3.nabble.com/Hoe-veilig-zijn-genealogische-gegevens-bij-de-mormonen-tp4025079.html