Inzage van digital born archief: terug naar de studiezaal, of...?
We kunnen vandaag de dag met de inzichten van dit moment prima het gesprek voeren over de inrichting v...
Beste 2.0 collega's,Het is fantastisch om te zien wat 2.0 aan mogelijkheden biedt voor het bereiken en bedienen van klanten. Soms hypes, maar zeker ook mogelijkheden die blijven. De mogelijkheden zijn eindeloos! Maar hoe zit dat over vijf of tien jaar? Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de dienstverlening aan onze klanten? Toegegeven dat hier al diverse onderzoeken naar gedaan zijn, maar er is vast meer...Vanuit de werkgroep Kwaliteit van BRAIN wil ik jullie vragen om met ons mee te denken over het Archief van de Toekomst, om zo te komen tot een visie en een horizon voor de dienstverlening in de toekomst. Credo: durf te dromen! Met deze visievorming wil de werkgroep kwaliteit komen tot een dienstverleningshandvest voor de toekomst, als uitdaging voor de doorontwikkeling van het huidige handvest. Zowel klanten als collega's als andere belangstellenden zijn welkom om mee te denken. Suggesties voor andere blogs, fora of sites waarop dit bericht geplaats zou kunnen worden zijn uiteraard ook welkom.Geef je visie en discussieer mee op http://forum.archieven.org/index.php?topic=21604.0"Verleden heb je, toekomst moet je maken!" (Marc Andries).Namens de kwaliteitsgroep van BRAINJoost Salverda
Reacties
@Joost: Ik merk dat het nog niet echt storm loopt met visies, maar dat kan te maken hebben met het feit dat de vraagstelling wel héél errug open is gelaten. Misschien werkt het beter als er concrete onderwerpen worden gegeven waarop gereageerd kan worden of bijvoorbeeld stellingen of zo. (Met behulp van die laatste krijg je snel inzicht in welke onderwerpen van belang worden gevonden.) Ik vraag me wel even af wat de waarde gaat zijn van zo'n handvest. Dat klinkt in mijn oren namelijk eerder als iets wat me gaat beperken in m'n dromen, dan als iets wat me gaat inspireren om die dromen te verwezenlijken. Dan daarbij is het idee van zo'n handvest, dat zoveel mogelijk diensten zich daaraan gaan houden. Maar aangezien we nog weinig idee hebben van al die toekomstige mogelijkheden, is het behoorlijk riskant om ons nu al "vast" te leggen aan een stuk papier. Dat sluit namelijk gekke experimenten uit, als je daarvoor dwars door het papier heen moet. (Even zwart-wit gesteld hè.) Is daar dus geen andere vorm voor te bedenken? Eentje die wat meer gericht is op de toekomst, en wat minder op het heden?
Goedemiddag, Wellicht zou dit bericht ook op de erfgoed 2.0 linked-in groep geplaatst kunnen worden: http://tinyurl.com/o3jelvwellicht zouden daar wat meer concrete stellingen uit kunnen kunnen komen. Ik persoonlijk denk dat het bij discussies rondom deze thematiek niet gaat om de mogelijkheden van 2.0, maar om de functie van het archief en de dienstverlening die aangepast wordt aan een samenleving die zelf ook wilt toevoegen. Het meest belangrijke voor dat handvest zou voor mij zijn om aan te geven dat verschuiving geen verslechtering betekend en dat het openstellen van virtuele deuren niet het sluiten van de fysieke betekend.Wellicht leg ik nu een accent op een plek waar je niet heen wilt, maar hier moest ik meteen aan denken.
Grappig dat de eerste reacties hier verschijnen. Dank voor deze kritische opmerkingen. Op het Archiefforum heb ik een aantal elementen toegevoegd die ik zie als gewenste ontwikkelingen die deel uit kunnen maken van een handvest voor de toekomst zoals ik dat zie. Dat is geen normerend ding, maar juist een aanjager en uitdager die ontwikkelingen stimuleert. Pas als onderdelen van dit handvest breed gedragen en bewerkelijkt worden, ontstaat er een situatie waarin ze de norm worden. Ik zie een handvest voor de toekomst zeker niet als iets wat je dwingend zou moeten volgen of normerend moet stellen. Niet een norm die als rem werkt op vernieuwing! (Dat ben ik volledig met je eens, Christian!). Wat me ontzettend opviel in de discussie over de herijking van het huidige handvest, is dat heel veel creatieve ideeen de nek om werden gedraaid met dooddoeners als "maar dat is toch niet de norm". En... exact! Dat is nu net wat ik met een handvest voor de toekomst wel zou willen. Niet normerend voorschrijven wat iedereen moet doen, maar een uitdagende horizon die stimuleert om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken en een richting kan geven aan de ontwikkeling van dienstverlening en misschien wel in veel bredere zin van organisaties. Een normerend handvest ontstaat, voor de ideeen die breed gedragen worden, pas daarna. Zonde als de geweldige ideeen die er bij zo'n discussie op tafel komen de nek om worden gedraaid omdat "ze niet de norm zijn". Juist die ideeen die niet de norm zijn, zijn in mijn ogen de ideen met het sterkste potentieel. En juist ook klanten, van wie ik zeker ook graag zou horen hoe zij erover denken, zouden bij uitstek kunenn aangeven welke ontwikkelingen zij toe zouden juichen en welke in hun ogen niet op enthousiasme kunnen rekenen. Ik ben me ervan bewust dat sommige beelden die ik neerzet al door een aantal instellingen worden omarmd en ontwikkeld. Volledig origineel zal het dus niet zijn, want de zaadjes van de dienstverlening van de toekomst zijn al gezaaid natuurlijk!
Ik heb me aangemeld voor de groep, maar heb er ook geen enkel bezwaar tegen als je het bericht zelf verspreidt (ik moet nog even horen of ik lid mag worden, dus dat gaat even duren). Volgen wat de samenleving wil lijkt me inderdaad een belangrijke onderdeel van je ontwikkelingsproces. Klanten een rol geven en toestaan dat ze creatief met het aangeboden materiaal omgaan is een mogelijkheid om betrokkenheid en bekendheid te vergroten, maar volgens mij is er meer (zie ook mijn reactie hier onder). En.. sluiten van fysieke deuren (hoe meer je digitaal aanbiedt hoe minder je fysiek beschikbaar stelt lijkt me wel een logische ontwikkeling, maar dat meer inzicht in de collectie die niet gedigitaliseerd is kan leiden tot meer fysiek bezoek evenzeer) ontslaat je natuurlijk niet van de plicht om klanten te woord te staan en te helpen in hun zoektocht, hoe je dit ook doet (telefonisch, fysiek bezoek op afspraak, mail, chat enz enz). Wat mij betreft zeker geen accent op de verkeerde plek!
Die toestemming om lid te worden krijg je nogal snel hoor - met een dag weet je dat wel. Over het sluiten van fysieke deuren: ik denk niet dat iemand de indruk heeft dat er op afzienbare termijn echt deuren gesloten kunnen of zullen worden, maar het is de vraag wat je achter die deuren nog laat gebeuren. Het is ontegenzeggelijk waar, dat het ontsluiten van niet-ontsloten collecties kan leiden tot meer fysiek publiek. Alles kán namelijk, in theorie. De vraag is of het in de praktijk ook haalbaar is. Je kunt nu eenmaal niet blijven doen wat je doet en daarnaast nog eens een berg extra werk op je nek nemen, zonder dat er een zwik personeel bijkomt. Misschien geldt dat voor een enkele dienst, maar voor het BHIC bijvoorbeeld al niet... Dit dus om teleurstellingen te voorkomen: we moeten keuzes maken. ...en daar sluit ook mijn antwoord op het onderstaande op aan (dat ik dus gemakshalve maar even hier post): waarom sowieso een handvest? Waarom toewerken naar iets normerends, terwijl je daarnaast steeds zegt niets normerends te willen hebben? Wat is het nut daarvan? Het BHIC doet helemaal niks met het huidige dienstverleningshandvest en toch is het niet pover gesteld met onze dienstverlening, zowel met de fysieke als met de digitale. Sterker nog: in alle onbescheidenheid denk ik dat het BHIC op het vlak van digitale dienstverlening redelijk vooruitstrevend bezig is. En op het vlak van fysieke dienstverlening hebben we een goede naam. Zo'n handvest gaat uiteindelijk alleen maar een gemene deler worden van het minimum aan diensten, producten of uitgangspunten dat een meerderheid van de aangesloten diensten acceptabel vindt als norm, waarbij het vanaf het moment van vaststellen al direct een beperking wordt voor al wat er nog meer mogelijk is. Ik zou dus zeggen: kies gewoon een andere vorm dan een normerend handvest, want tegen de tijd dat we zover zijn om een handvest vast te stellen, moeten we onze toekomstideeën vast alweer aanpassen. Zo gaat dat met toekomstdingen... Een handvest is een statisch iets, terwijl je met een dynamische ontwikkeling bezig bent. Uitdagingen en een inspirerende horizon verdragen zich niet zo goed met normerende zaken, denk ik. Maar goed, we zullen kijken wat het oplevert. Nu zal ik eens naar Het Archiefforum klikken! :-)
Joost, je wilt toch niet zeggen dat je echt, werkelijk waar, elders eerder reacties had verwacht? De vernieuwing komt van hier :-) Is het geen idee om eens naar het Manifest te kijken en daar dingen van mee te nemen als je naar de toekomst wilt kijken. Ik denk dat we het er makkelijk over eens kunnen worden dat ontwikkeling vooral een mentaliteitskwestie is. Er zou tenminste een aantal van de mentaliteitsregels van het manifest in een dergelijk document moeten worden opgenomen. Wat me verder een probleem lijkt is de grote verschillen tussen instellingen ten aanzien van personeelsbezetting. Loop je niet snel het risico dat je op zoek gaat naar een grootste gemene deler (zodat er veel diensten mee kunnen blijven doen) waardoor je de dynamiek verliest. Misschien is het een overweging waard om grotere diensten uit te dagen om een voortrekkersrol te spelen en vooral te delen met anderen, anderen er bij betrekken (ook van buiten de sector mogelijk), bij innovatie en idee-ontwikkeling. En misschien is deze community wel een prachtig vehikel om innovatie te initiëren en te promoten. Ik denk dat we daarvan al een paar hele mooie en werkbare voorbeelden hebben laten zien. Van de gemiddelde klant zou ik niet teveel verwachten op het gebied van innovatie. Die kan wel heel goed aangeven of nieuwe dingen werken, maar ik geloof niet dat zij de voorlopers zijn op het gebied van (echt) nieuwe dingen aandragen. Uitzonderingen daargelaten. Zomaar wat gedachten op een vrijdagochtend.
Beste Christian, Ik heb mede aan de wieg gestaan van het handvest dienstverlening (zo rond 2000 nog vnl gericht op de fysieke dienstverlening). Een handvest met normen voor dienstverlening is niet beperkend voor de visie op dienstverlening, noch digitaal noch fysiek. We (sectie kwaliteit DIVA) hebben indertijd de klant bevraagd naar wat de klant belangrijk vindt in de dienstverlening en dat heeft geleid tot servicenormen. De klant weet op welke servicenormen hij of zij kan rekenen, dat is alles. Je doet wat je belooft. Als je meer kunt doen dan je belooft dan is dat geweldig en als je minder doet heb je een probleem. Stel dat je een chat-service aanbiedt, dan wil de klant toch weten wanneer en hoe lang er kan worden gechat en over welke onderwerpen. 'Soms wel soms niet' is natuurlijk geen duidelijke norm, dus je stelt wanneer en waarover het kan en je organiseert het en maakt je normen bekend. Of het BHIC en het GAR bijvoorbeeld een goede naam hebben op het gebied van dienstverlening maakt iedereen uit behalve de betrokken instellingen. Op je dienstverlening moet je onafhankelijk beoordeeld worden door derden, bijv. met behulp van een bezoekersonderzoek. Dat komt de kwaliteit van je dienstvertlening ten goede. De normen zijn nooit doel op zich en dienstverlening is nooit statisch maar ontwikkelt zich. De vernieuwing en visie op digitale dienstverlening komt tot stand op forums als deze. Of de klant tevreden is met de huidige dienstverlening is belangrijk om te weten en kan juist verandering bevorderen. De normen die archiefdiensten, na raadpleging van de bezoekers, vaststellen zijn nooit de normen van de koploper, maar geven een gemiddelde weer. De koplopers scoren beter in bezoekersonderzoeken wat voor achterblijvers een stimulans is om aan te haken bij de koplopers. Een handvest met servicenormen is niet statisch, maar wordt van tijd tot tijd bijgesteld, anders heb je er niets aan. Bezoekersonderzoeken naar de kwaliteit van dienstverlening bij archiefinstellingen die in een zelfde periode dezelfde normen hanteren vergemakkelijkt benchmarking. Ons gemeentebestuur vindt het belangrijk om te weten hoe wij het doen ten opzichte van andere instellingen. Het belangrijkste vind ik echter dat de klant het laatste woord heeft over de kwaliteit van de dienstverlening en niemand anders. Rene Spork
Beste René, Ik heb meegediscussieerd in Apeldoorn over het handvest en de groep die dat deed was behoorlijk eensgezind: een handvest is statisch en kijkt uitsluitend naar het verleden. Daar is op zich niets mis mee, als je daar genoegen mee neemt. Dat een bezoeker moet weten wat hij/zij kan verwachten, daar ga ik ook nog in mee. Dat om te meten je een zekere mate van vastigheid in te meten punten moet hebben omdat anders er geen ontwikkeling of verbetering te meten valt, of te benchmarken, allemaal waar. En al die dingen bepalen nu juist het statische van een handvest. Dat heb je nodig om er metingen op los te kunnen laten. Maar het idee van Joost, zoals hij dat hier verwoord, wil in een statisch instrument dynamiek gaan brengen. Daar bestaat terecht twijfel over. Ik deel Christians mening dat je het instrument "handvest" niet moet gebruiken om dynamiek of ontwikkeling vast te leggen of te triggeren. En ook dat normering in feite een status quo weergeeft en geen enkele dynamiek. Nou kun je wel betogen dat je de normering kunt aanpassen, maar daardoor kun je dan in de tijd weer niet zinvol mee gaan meten. Misschien moeten we overstappen op hele andere meetinstrumenten. Ik heb ze zo niet paraat, maar starheid, ook in de keuze van een instrumentarium, is wederom geen verstandige houding. Als je als archiefdienst een hele andere koers wilt gaan varen, die in het handvest niet genoemd staat, ben je dan goed of slecht bezig? Misschien ga je wel een hele andere groep klanten bedienen dan de fysieke bezoeker. Dat soort van keuzes (die we in archievenland niet direct gewend zijn) maakt vergelijken (benchmarken) nagenoeg onmogelijk. Is dat onwenselijk? Ik denk van niet. Deze diversititeit meetbaar en tegelijk mogelijk maken, dat zou het doel moeten zijn. Dat is volgens mij ook wat Joost graag wil. En misschien moeten we het minder over de vorm hebben en meer over de ideeën. Want dit is weer heel erg des archiefs: laten we het vooral over de vorm hebben en niet over de inhoud :-)
René, dank voor je waardevolle toelichting, zeker aangezien je vanaf het eerste moment betrokken bent geweest bij de ontwikkeling van het handvest. Om de indruk weg te nemen, als zou ik het BHIC eigenhandig een pluim willen geven voor onze "goede naam": da's niet het geval. Ik baseer me op eigen gebruikersonderzoeken van het BHIC, op de Kwaliteitsmonitor Dienstverlening waaraan het BHIC tweejaarlijks deelneemt en de grote usabilitytests van onze website die we gedurende de afgelopen jaren af hebben laten nemen. Bovendien wordt onze fysieke én digitale dienstverlening - net als die van ieder ander - op ieder willekeurig moment van de dag bij voortduring getest en ook daaruit komt weer waardevolle feedback. En dat zijn ook de zaken waarop ik me baseerde toen ik eerder schreef dat het BHIC een goede naam heeft. Dat staat los van mijn persoonlijke mening, dus als ik die indruk heb gewekt, dan wil ik die bij deze graag weer wegnemen. Want ik ben het natuurlijk geheel met je eens: de klant heeft het laatste woord. (En vandaar ook dat wij op al die mogelijke manieren de klant aan het woord laten - ik voorop.) Ik wil verder ook helemaal geen kruistocht tegenover het handvest beginnen hoor - ik vind het bestaan van zo'n handvest namelijk prima en omgeven van nut. Alleen vind ik een dergelijk handvest volkomen losstaan van de discussie die Joost hoopt te krijgen, namelijk een soort van brainstorm over waar we over zeg 5 of 10 jaar zouden kunnen staan als archieven. (Wat dat betreft was het werkbezoek wat het GAR onlangs bracht aan het BHIC - over digitale dienstverlening - een goed voorbeeld, vond ik zelf.) Maar goed, zoals gezegd laat ik dat verder rusten. Ik brainstorm graag mee over de toekomst van het archiefwezen en onze dienstverlening, of dat nu wel of niet uit moet vloeien in een handvest.
Beste Luud, Een nationaal geaccepteerd handvest genereert alleen veranderingen bij de achterblijvers: die moeten een paar stappen doen om aan te haken. De koplopers zijn dan al weer andere wegen ingeslagen. Ik ben het met jou en Christian eens dat het handvest geen geschikt instrument is om veranderingen te bewerkstelligen, maar zo is het ook niet bedoeld. Het gaat om duidelijk maken aan de klant dat je doet wat je belooft. Benchmarken - hoe gebrekkig ook - blijft waardevol, en ook al bestormen we de hemel met ideeen, als ze uitgevoerd worden wil ik toch wel een aantal zaken weten (= meten): hoeveel geld, hoeveel tijd, hoeveel fte? De diversiteit in dienstverlening meetbaar maken, dat is inderdaad een goede wens en enorme klus. Rene Spork
Gelukkig! Interpreteer niet te veel, dan lijkt het bijna wel een literair werk met verborgen betekenissen die ik er zelf niet eens in gelegd heb ; ) Het koppelen van de vraag aan het handvest is geen goed idee, dat levert direct een idee op dat ik een soort nieuwe landelijke norm zou willen bedenken, en dat is niet de bedoeling. Daarmee gaat de discussie over de vraag wat de norm zou moeten zijn, terwijl het mij veel meer gaat om de vraag welke noodzakelijke veranderingen en ontwikkelingen dienstverlening de komende jaren door moet maken en welke nieuwe horizon er vervolgens over 5 tot 10 jaar is ontstaan. Dat kan fysiek zijn, maar ook virtueel en ook beide. Visievorming, geen handvestvorming dus! Nastrevenswaardige ideeen zouden kunnen uitgroeien tot een nieuwe norm, dat verband is er uiteraard wel. Goede voorbeelden zijn er natuurlijk genoeg! Zie ook mijn verduidelijking op het Archieffroum (en discussier daar ook mee, Christian en Rene!
Beste Enno, Dank voor de tip! In ruil een andere leestip: Wat zou Google doen. Ik ben benieuwd naar de presentatie van Berners Lee en zal hem zeker lezen. De foto's die Yvette geplaatst heeft op Flickr (tegenwoordig zie ik sowieso meer foto's dan scans) zijn daar in goed overleg met de archiefbeheerder neergezet. Dat betekent wederzijds vertrouwen en dat is volgens mij de basis om dit soort dingen voor elkaar te krijgen.
Google Archives :-)
Footnote is inderdaad een goed voorbeeld van een gelikte site, die gewoon lekker intuïtief werkt... en toch over archieven gaat! ;-) Het blijkt trouwens dat gebruikers helemaal geen bezwaren hebben tegen het moeten betalen voor diensten. Als ze dan maar waar voor hun geld krijgen. Alleen moet je je afvragen of er niet méér voordeel is te behalen met het volledig vrijgeven van al dat moois. De opbrengsten dan niet in de zin van geld, maar in toegevoegde content, gemaakte verbindingen enzovoort.
@Enno: Met excuses voor de verlate reactie. Ik denk zelf dat Footnote om een heleboel redenen hartstikke 2.0 is. Maar ja, het is wel een site met een doel hè. Dit geldt echter ook voor Wikipedia (zij willen ook alle kennis binnen de muren van hun site hebben en bijvoorbeeld liefst zo min mogelijk externe links - met goede argumenten ook wel hoor) en er zal toch niemand willen beweren dat Wikipedia geen 2.0 is... Over die Albert Heijn: een mooie vergelijking. Ik ben alleen voor jou bang dat de huidige ontwikkelingen precies de andere kant opgaan. Het blijkt dat 'het grote publiek', waarvan 'de politiek' graag wil dat we het gaan bereiken (en terecht!), vooral geïnteresseerd is in lokale geschiedenis, plaatselijke verhalen, buurtfoto's enzovoort. Om archieven dichter bij die lokale gemeenschappen te brengen is een jaar of wat geleden besloten om de Rijksarchiefdienst te ontmantelen (ik ga nu even heel snel door alle achterliggende redenen heen) en de rijksarchieven in de provinciën meer en meer los te laten staan van het Nationaal Archief. Je kunt je afvragen of er niet meer centraal beleid is te voeren, maar door de uitvoering op lokaal niveau toch dichtbij de klant te kunnen blijven staan, maar da's even een discussie die in de politiek niet (meer) speelt. In ieder geval vooralsnog niet. En ook archieven zelf bewegen zich niet in die richting. Overigens is het wel goed om te weten, dat juist door Archief 2.0 de laatste jaren de contacten tussen bijvoorbeeld lokale archieven, regionale archieven en het nationale archief behoorlijk zijn geïntensiveerd! :-)
@Enno Maar Albert Heijn maakt dat al die producten toch niet zelf? Die halen ze van all over the world, plempen die in giga-distributiecentra en voorzien daarmee hun supermarkten. Kwestie van organiseren. De verantwoordelijkheid over de kwaliteit van de producten ligt bij de producent. Dat principe werkt heel erg goed. De meeste winkelketens werken zo. Een portal is niets anders dan het verbinden van gegevens die elders beheerd worden. En of je dan een portal per regio, provincie, dialectgebied, geloofsovertuiging of wat dan ook wilt maken is secundair. Als je er maar nooit toe overgaat om alle data op één plaats te gaan beheren, inhoudelijk bedoel ik dan. De kwaliteit moet de verantwoordelijkheid van het gemeentearchief, streekarchief, RHC of wat dan ook blijven. Hoe je het aanbiedt, laat dat vooral aan de gebruiker over. Die is slim genoeg om eigen keuzes te maken. Deel en heers!
@Enno: Er is inderdaad een maximum aan het aantal dieptes in een draadje! ;-) Personalisatie is inderdaad een van de grote trends binnen het wezen van Web 2.0 en niet iedere site doet daaraan mee. Maar goed, ik ben niet zo flauw. Wat communityvorming betreft is iets als Footnote of Wikipedia dan weer wèl geslaagd. Als ik zelf presentaties geef, haal ik dergelijke sites ook altijd maar voor wat betreft bepaalde 2.0-trends als voorbeeld aan. Voor het overige: techniek is al geruime tijd het probleem niet (meer). Het is vooral de factor "archivaris" die de boosdoener is. Aparte bedrijfspolicies, marketingstrategieën, bestuursvisies en gemeentelijke politiek bepalen mede wat er online in archievenland gebeurt. Da's soms jammer, maar wel de realiteit. En die realiteit staat ons utopia danig in de weg. Via deze community proberen we daar zachtjesaan verandering in aan te brengen, maar met alle successen van dien... gaat het desondanks nog verrekte langzaam! ;-) Inderdaad het feit dat jij hier als klant volwaardig (!!) meedenkt, is al uniek. Kleine stapjes dus...
Ik denk dat wat af en toe web3.0 genoemd wordt pas echt relevant is voor archieven. Dat is het ontsluiten van de data. Geef het uit; stel het open, zet het online. Archieven moeten een platform functie krijgen. Geef de data "terug" aan de burger. Bekijk een de uitvinder van het internet, Tim Berners-Lee's presentatie: http://www.ted.com/index.php/talks/tim_berners_lee_on_the_next_web.html
Hallo Luc, Dank voor je reactie. Ik ben het absoluut met je eens, maar ik deel ook het commentaar van Christian. Maar waar een visie ligt is natuurlijk een weg. Hoewel ik de presentatie gisteren heb gemist, heb ik inmiddels wel de visie van de beroepsgroep en de branchevereniging gelezen (zie ). Visies hebben echter ook de neiging om vaag te blijven, vandaar ook mijn oproep om inkleuring met hoe jij het toekomstbeeld op dienstverleningsvlak ziet. In het eerdere commentaar verwijs ik naar Jeff Jarvis (). Wie er eerder was weet ik niet, maar het geschetste beeld van Berners Lee lijkt er op zijn minst sterk op... Heb de "talk" even in prints om gezet en ga hem zeker nog lezen! Groet, Joost
Ik denk dat het belangrijk is om je af te vragen wat de functie van een handvest is. In mijn optiek is de belangrijkste functie ervan dat je in woorden benoemt wat je als organisatie de klant te bieden hebt. Dat aanbod moet zijn geformuleerd op basis van een gedegen klantenonderzoek. Een handvest is een groeidocument. Het biedt een overzicht van diensten en servicenormen vastgesteld op een bepaald moment. Daarmee wordt een bepaalde koers uitgezet. Dat wil echter niet zeggen dat je die koers tot in lengte van dagen kunt blijven varen. Je moet voortdurend blijven onderzoeken in welke opzichten de wensen van je doelgroep veranderen. Bovendien moet je blijven onderzoeken wie je doelgroep eigenlijk is, want ook dat verandert voortdurend. Aan de hand daarvan moet je het handvest met een vaste regelmaat bijstellen. Het heeft geen zin, hoewel het misschien best leuk is, te speculeren hoe het archiefwezen er over tien of twintig jaar uit zal zien. Niemand kan hierop een onderbouwde visie geven. Het enige wat je kan doen is goed om je heen kijken en trends en behoeften in de samenleving traceren en analyseren en er als organisatie op anticiperen.
Hallo Robin, Door vakantie een wat verlaat antwoord. Ik denk dat "horizon" in dit geval een betere term is. Handvest wekt direct de indruk dat het om iets gaat als het iedereen bekende handvest dienstverlening archieven. Dat is niet het geval, in tegendeel. Eerder ieders visie op de vraag in welke richting de dienstverlening verder ontwikkeld zou moeten worden, op grond van de kennis van klanten, trends en ontwikkelingen. Oftewel: waar moeten we voor gaan? Welke (nieuwe) mogelkijkheden moeten gangbare praktijk worden in plaats van experiment? Natuurlijk ben ik het niet met je eens dat speculeren over de toekomst geen zin heeft. Waarom bestaan er anders trendwatchers en slaagt een automerk er wel in om een beeld te schetsen hoe zij de auto in 2039 zien (zie: http://www.express.be/sectors/nl/auto/auto-van-de-toekomst-is-zelfsturend/109113.htm). Zonder een visie op de toekomst geen ontwikkeling, zonder ontwikkeling stilstand (= achteruitgang). Is makkelijk: dan hoef je je handvest niet aan te passen... Beetje scherp gesteld misschien, maar op bovenstaande vragen heb je vast wel een antwoord (en vergeet dan even de term handvest ; ).
Beste Joost, Begrijp me goed; het observeren van de ontwikkelingen samenleving is een erg belangrijk aspect bij het formuleren van een visie. Je moet daar ook als erfgoedinstelling of archiefdienst op anticiperen. Ik denk alleen dat het onvoorspelbaar is hoe de sector er over twintig jaar zal uitzien. Je kunt hooguit een bepaalde richting veronderstellen waarin de sector zich beweegt. Een autofabrikant die een beeld schetst van een auto uit het jaar 2039 doet niets anders dan dat; hij laat een richting zien waarin de autoindustrie zich waarschijnlijk zal gaan ontwikkelen. Concreet kun je naar mijn idee alleen een visie vormen op basis van de gegevens die je nu hebt, waarbij je een denkbeeldige lijn door kan trekken naar de toekomst.
Hallo Robin, Dat is me helder. Ik zou de termijn dan ook wat korter stellen (5 à 10 jaar), maar anders dan redeneren vanuit wat je vandaag weet kan natuurlijk niet. Ik hoop dat de vorm de inhoud niet (meer) in de weg zit en nodig je graag uit om een duit in het zakje te doen op het archiefforum! Groet, Joost
@Robin: Over een visie op de lange termijn is wel iets te zeggen, en ook waarom het van belang is om die toch zo goed mogelijk te specificeren en daarop te anticiperen. Voor mijn doctoraalscriptie deed ik onderzoek naar de inrichting van de publieksruimtes op het voormalige Rijksarchief in Noord-Brabant, thans het BHIC. Vooral deed ik onderzoek naar de opeenvolgende visies die men had over dienstverlening, hoe die hun beslag zouden moeten hebben gekregen op de publieksruimtes en waarom dit wel of niet zo ten uitvoer was gekomen. De meest interessante periode was die waarin oud-rijksarchivaris in Noord-Brabant Louis Pirenne de verhuizing voorbereidde naar de Citadel, onze huidige locatie in Den Bosch. Op enig moment krabbelde Pirenne op een schetsplattegrondje hoe de centrale hal er over pak-em-beet twintig jaar uit zou zien. Hij voorzag dat alle kaartjes in de grijze kaartenbakken (met daarop een vrijwel volledige index op alle toen bekende doop-, trouw- en begraafregisters in de provincie) uiteindelijk ingevoerd zouden worden in de computer, dat de bakken zouden verdwijnen en dat de centrale hal een paar tafeltjes zou gaan bevatten met op zijn tekening maarliefst vier computers. In die dagen werd wel gelachen om zijn plaatjes. De Rijksgebouwendienst liet hem zelfs onderzoek doen bij het Rijkscomputercentrum in Apeldoorn, om te kijken hoe dat nou zat met computers. Wat moest een archiefdienst sowieso met computers? De geschiedenis is inmiddels bekend: Pirenne kreeg zijn zin en door het hele gebouw werden alvast kabelgoten enzovoort aangelegd. Maar het verhaal is nog sterker: zijn visie werd niet bewaarheid in twintig jaar of zo, maar in veel minder jaren. En het gaat niet om vier computers, maar om wel vier werkeilanden met meerdere computers. Z'n visie kwam dus dik in het kwadraat uit en sneller ook nog dan voorzien. En het is maar goed dat hij zich die plaatjes voorstelde, want daardoor hadden ze later veel gemak van alle kabelgoten, stopcontacten en wat al niet meer (en zelfs dat was nog te weinig... maar kun je nagaan). Kortom: het heeft ontzettend veel zin om jezelf een archiefdienst van over twintig jaar voor te stellen en daar zelfs al beleid op los te laten. Dat de toekomst toch anders gaat verlopen, dat is bekend. Maar als je dan toch een donkere gang inloopt, dan toch liever met een klein lampje op je helm, zodat je je hoofd in ieder geval minder stoot. En als je hem stoot, dan zie je toch tenminste waartegen... ;-)
Beste allen, Het archief van de toekomst moet in ieder geval een goed vindbaar archief zijn. De gebruiker moet weten wat hij daar kan vinden (en wat elders). Het lijkt erop dat het publiek allerlei kanalen gebruikt om aan informatie te komen en wikipedia is de meest gebruikte daarvan. Hierop staat bijna alleen maar informatie gegenereerd door privé personen, moeten instellingen ook hun content hierop gaan zetten? Of mag het aanbod versnipperd blijven over verschillende plarforms? Ik was onlangs op de bijeenkomst van Mediamatic Kom je ook? 2. (voor samenvatting zie: www.bernadineypma.com) Hier gaf Frankie Roberto te kennen dat hij niet gelooft in het nut van nieuwe platforms daar ze de gebruiker niets nieuws zouden bieden. Het publiek zoekt volgens hem al via wikipedia, youtube en flickr en een platform werkt alleen als het iets extra's biedt. Ik vind dit een geloofwaardig verhaal. Maar hoe moet je als instelling dan je content via die kanalen aanbieden? Op wikipedia moet het in encyclopedische vorm en je hebt weinig controle op de reacties van privé schrijvers op dat medium. Een eigen wiki laat zich beter controleren... zo zijn er veel bedenkingen te maken. Maar vooral, hoe trek je bezoekers naar je nieuwe platform? Hoe komen ze achter het bestaan ervan? Traditionele kanalen lijken mij niet toereikend. 'Al surfend' moet het publiek op het platform komen omdat dát de meest uitgebreide en betrouwbare informatiebron is. In een handvest of visie voor het archief van de toekomst moet dus worden gekeken naar alle archieven en hoe deze zich presenteren naar het publiek toe maar ook ten opzichte van elkaar.
Ik denk dat Frankie Roberto de spijker op zijn kop slaat. Weer een nieuw platform voor weer een aparte archiefdienst, daarmee maak je de vindbaarheid niet beter. Of je verenigd je ergens, of je sluit aan bij wat al bestaat en goed werkt. Welke keuze je ook maakt, zorg ervoor dat je data niet opgesloten zitten in je eigen systemen, in je eigen website, maar zorg er uitsluitend voor dat iedereen er overal over kan beschikken. In welke applicatie online of offline dan ook. De veronderstelling dat je ergens de meest uitgebreide en betrouwbare informatie aanbiedt is leuk, maar de vraag is (en dat is serieus) of mensen wel naar de meest betrouwbare en volledige informatie op zoek zijn. En hoe ver willen ze zoeken om die informatie te vinden. Wikipedia is natuurlijk een platform om je informatie op aan te bieden. Je kunt toch gewoon als instelling je verhaal daar kwijt? Net zo goed als ieder ander. En een link maken naar je eigen database, archief of fotocollectie met meer info staat je dan vrij. Lijkt me een prima methode om meer mensen kennis te laten nemen van jouw instelling en tenminste van de (juiste) informatie. Het wordt tijd dat we elkaar niet meer als concurrenten zien, maar als bondgenoten die elkaar hard nodig hebben in een wereld waar versnippering tot verdeling van middelen en ideeën leidt. Hoe? Tja, als ik dat wist dan vertelde ik je dat!
Hallo Bernadine en Luud, Ik ben niet erg kapot van de beperkingen die een kanaal als Wikipedia aan leveranciers van informatie oplegt. Als je daar geen invloed op hebt, dan bestaat er een flinke kans dat de geplaatste informatie dusdanig wordt gewijzigd dat pogingen om de weg te wijzen naar de plek op internet waar je je betrouwbare informatie hebt weggezet weer teniet worden gedaan. Dat je je er met niet al te veel inspanning als instelling kunt profileren is natuurlijk een kans die je niet moet laten liggen. Op platforms vindbaar zijn betekent ook actief trends op internet volgen en er op inspelen met je publiciteit. Een gewaardeerde website wordt natuurlijk door allerlei gebruikers (en kanalen) gelinkt. Omgekeerd zou je zelf ook informatie kunnen aanleveren die vrij is van beperkingen, zodat anderen deze kunnen gebruiken voor hun eigen website. Bepaalde groepen bezoekers zullen dan nooit op de site van jouw instelling terechtkomen, maar dat hoeft natuurlijk ook niet het heilige doel te zijn. Er zijn groepen bezoekers die zelf een platform creëeren dat soms veel beter is toegesneden op hun wensen dan dat van jou. Ik denk dat je als erfgoedinstelling een belangrijke rol hebt in het aanleveren van betrouwbare informatie, waarvan je op een of andere manier altijd de bron kunt achterhalen. Surfend terechtkomen op de juiste plek kan dan via ellerlei richtingen: treffers in een zoekmachine (als je tenminste doorzoekbaar bent), portals, verwijzingen vanuit andere platforms.enz. Ik ben het helemaal met je eens dat je je als instellingen in de breedte aan het publiek moet presenteren met een herkenbaar gezicht en een vertrouwde uitstraling. Een collectie Nederland met expertwebsite op rijks/provinciaal/regionaal en lokaal niveau en daarbij het streven om je wel te onderscheiden, maar er ook voor te zorgen dat er een zekere eenheid aan de achterkant bestaat (vereenvoudig het zoeken door samen te bedenken hoe je je informatie aanbiedt en doorzoekbaar maakt, bekijk op welke vlakken je elkaar raakt en presenteer die op een herkenbare manier op alle platforms). Ik sluit me bij Luud aan voor wat betreft de vraag of mensen wel op zoek zijn naar wat jij vindt dat je ze moet aanbieden. Een deel waarschijnlijk wel en dat zijn dan ook de vaste klanten van je platform, maar een groot deel zal al snel tevreden zijn met informatie zonder verificatiemogelijkheid. Ik denk dat je, als je elkaar niet wil beconcurreren, de samenwerking actief moet zoeken en uitdragen. En nee, je zult niet iedereen meekrijgen. Desondanks is iedere stap op weg er weer een in de goede richting. De mate waarin je daarbij succesvol bent zal mede bepalen of anderen het voorbeeld zullen volgen. Daarnaast zijn er allerlei mogelijkheden om te beïnvloeden: een beroepsvereniging, branchevereniging, diensthoofdenoverleg enz. Dat lijkt een doodoener, maar dat is het allerminst. Als je vooruit wil in de breedte kun je niet anders dan zorgen dat je je idee op deze plekken spuit en meepraat over de vraag hoe je tot realisatie kunt komen. De lat ligt hoog, maar dat zie ik eerder als motivatie. Een uitdagende horizon met een nastrevenswaardig ideaal, dat je zelf mee dichterbij kunt brengen.
@Joost: Op een kanaal als Wikipedia hebben wij net zoveel invloed als willekeurig welke andere gebruiker dan ook. Dat wij moeten wennen aan deze voor ons onbekende vorm van gelijkwaardigheid, verlies van ons monopolie en onze authoriteit enzovoort, da's een tweede. Want ja, als je alleen maar wilt linken naar jouw betrouwbare bronnen, dan kun je er inderdaad donder op zeggen dat je links op Wikipedia de volgende dag zijn weggehaald. Da's niet omdat Wikipedia niet houdt van betrouwbare bronnen, maar da's om hele andere, ontzettend legitieme redenen, die ook duidelijk staan uitgelegd als je Wikipedia binnenstapt als instelling. Wij moeten dus gewoon leren om te gaan met deze nieuwe manier van kennis delen. Ik geloof heilig in dit soort communitywerk. En als er een ding niet heilig is, dan is dat de eigen website en het bezoek aldaar. Het is immers ook geen doel om volk naar ons gebouw te lokken. (Toch?) Het gaat erom dat we onze betrouwbare - natuurlijk - informatie snel en naar tevredenheid aan de man/vrouw brengen, waar dan ook, hoe dan ook. En ik geloof niet in een collectie Nederland met een expertwebsite en zo, zeker niet als ik alle onderhangende niveau's zie. Niet dat ik een dergelijk systeem niet zou toejuichen, maar ik geloof gewoon niet in de praktische haalbaarheid daarvan, gezien de grote verschillen tussen alle archiefdiensten. Helaas zie ik iedere dag voorbeelden van dat gelijk, ook al willen we nog zo graag het andere. Dat wil niet zeggen dat we dat dan maar op moeten geven - hoe meer samenwerking hoe liever immers, minimaal op het vlak van kennis en ideeën uitwisselen en zo - maar voor het overige zie ik ook graag de voordelen van al die verschillende richtingen die we met z'n allen individueel opgaan. Uniformiteit doodt namelijk vaak ook creativiteit, en da's dan weer zonde. Er moet echter in de hoofden van velen nog een berg veranderen...
Is 'Archief 2.0' niet dé plek om deze discussie te voeren, i.p.v. het Archiefforum? Het Manifest lijkt mij een goed uitgangspunt, m.n. de eerste twee 'geboden' spreken mij erg aan. Om de tweede richtlijn ('Ik stel mezelf op de hoogte van de informatiecultuur van mijn gebruikers en zoek naar manieren om wat ik leer te incorporeren in de diensten die mijn archiefdienst aanbiedt') werkelijk te volgen zou iedereen in de archiefsector 'wat zou google doen?' waarschijnlijk moeten lezen ('een beter milieu begint bij jezelf!' bedenk ik mij schuldbewust). Wat betreft content zal er dank ik steeds meer en op steeds grotere schaal samengewerkt gaan worden. Binnen de sector omdat één meer weten dan twee en informatie waardevoller wordt wanneer je het binnen een bredere context kunt aanbieden. Buiten de sector omdat dit de sleutel is tot innovatie! De 'archiefsector' zal steeds onherkenbaarder worden, ik denk dat grenzen tussen erfgoedinstellingen steeds meer vervagen en dat er steeds meer gesproken zal worden over de 'erfgoedsector'. Digitale collectie zal een steeds grotere rol gaan spelen. Ook omdat hier de UGC om de hoek komt kijken, de bezoeker die de collectie van archieven in een persoonlijk kader plaatst, dan wordt de collectie voor een groter publiek interessant en dus: toegankelijker. Daarnaast zal het archief als gebouw denk ik blijven bestaan, maar eerder als plek van ontmoeting en beleving. Het 'echt' vasthouden van een document waar je naar opzoek bent zal altijd meerwaarde hebben t.o.v. het bekijken van een scan. Evenals het face-to-face ontmoeten van mede-onderzoekers en gelijkgestemden meerwaarde heeft t.o.v. het chatten via de webcam. De omgeving van het archief zal tevens een grotere rol gaan spelen, documenten zullen dankzij nieuwe technologieën directer gekoppeld kunnen worden aan de omgeving (het huis, het plein, de straat) waar in het document over gerept wordt bijv.: http://www.vergetenbombardementmiddelburg.nl/. Voor educatie in archieven zou ik iedereen willen wijzen op het volgende initiatief van Kennisnet: http://www.surfnetkennisnetproject.nl/.