Wat zijn bijzondere en strafrechtelijke persoonsgegevens?
AVG artikel 9: Verwerking van persoonsgegevens waaruit ras of etnische afkomst, politieke opvattingen,...
Sinds 25 mei 2018 is de AVG van kracht. De Uitvoeringswet AVG (UAVG) uit dezelfde periode vult voor Nederland de ruimte in die de verordening biedt om op bepaalde punten meer specifieke nationale regelingen te treffen. Bekend is dat deze op historisch en archivistisch gebied magertjes zijn uitgevallen. Zo geeft de AVG landen ruimte tot nationale wetgeving met betrekking tot onder meer Holocaust-onderzoek (overweging 158). In de UAVG is dit achterwege gebleven. Voor overgebrachte archieven zijn – nuttige – uitzonderingen gemaakt op enkele rechten van betrokkenen (art. 45 UAVG). De komst van deze wetgeving heeft verder geleid tot een minieme aanvulling van de Archiefwet in art. 2a, dat ruimte biedt bijzondere gegevens te verwerken in de zin van vervanging, overbrenging naar en opneming in een archiefbewaarplaats en het beheer daar, ‘met uitzondering van het ter raadpleging of gebruik beschikbaar stellen van zodanige archiefbescheiden’. Wat dit laatste betreft, is de (U)AVG dus exclusief richtinggevend – anders dan in sommige andere sectorale wetten.
Art. 50 van de UAVG bevat een evaluatiebepaling. Dat onderzoek is recentelijk serieus aangepakt. Minister Weerwind heeft kort geleden een uitvoerig rapport van bijna 150 blz. naar de Tweede Kamer gestuurd (Bescherming gegeven? Evaluatie UAVG, meldplicht datalekken en de boetebevoegdheid | Rapport | Rijksoverheid.nl). In de korte begeleidende brief kondigt hij in het vierde kwartaal van dit jaar een kabinetsreactie aan op het onderzoek en de gedane aanbevelingen.
Wat zegt dit rapport over historisch onderzoek en archivering in het algemeen belang? Beide komen herhaaldelijk voorbij. Uiteindelijk is het resultaat onder de streep gering. Bij onderzoek gaat het in dit rapport vooral om medisch onderzoek en in het kader daarvan staat dat er ‘soortgelijke problemen’ zijn bij andere wetenschappelijke, historische onderzoeken of het verwerken voor statistische doeleinden (blz. 115).
In de Verzamelwet gegevensbescherming die op stapel staat, is alleen geregeld dat de in artikel 45 UAVG geregelde uitzondering voor archiefbewaarplaatsen om rechten van betrokkenen te moeten honoreren (zoals het recht op correctie of het recht op vernietiging), ook gaat gelden voor andere voor het publiek toegankelijke instellingen die archieven van blijvende waarde voor het algemeen en historisch belang beheren en die geen winstoogmerk hebben (artikel I, onderdeel S). Hier gaat het om instellingen als het NIOD, het IISG etc.
Ter gelegenheid van deze Verzamelwet is naar de Kamer gecommuniceerd dat in de nieuwe Archiefwet de relatie met de AVG verhelderd zal worden. Dat is inderdaad precies wat er is gebeurd. De uitvoerige en gedetailleerde beschouwingen in de memorie van toelichting op de nieuwe Archiefwet bieden veel verheldering over de impact van de AVG – en weinig sectorale ruimte.
Misschien komen ‘wij’ dankzij de medische lobby alsnog aan onze trekken, want een van de aanbevelingen luidt álle bepalingen over onderzoek geclusterd in de UAVG op te nemen (blz. 126), dus niet in afzonderlijke sectorale wetten. Overigens wordt tegelijk gedacht aan een algemeen kader voor uitzonderingen in de UAVG en meer sectorspecifieke uitzonderingen op het verwerkingsverbod in sectorale wetgeving (blz. 129).
Hoe komt het dat ‘wij’ zo'n miniem plekje innemen in dit evaluatierapport? Daar geeft het rapport impliciet antwoord op: onder de talrijke gesprekspartners in bijlage 2 staat geen enkele historicus of archivaris. De onderzoekers hebben nauwelijks aan ‘ons’ gedacht. En ‘wij’ hebben te weinig aan deze evaluatie gedacht en onze belangen ingebracht.
Wie voelt ervoor eens concrete voorbeelden te verzamelen waar de gewenste ruimte vastloopt op de wetstekst, en op basis hiervan te verkennen hoe er misschien iets meer sectorale ruimte kan worden gerealiseerd?
Reacties
Hartelijk met jouw oproep eens! Ligt hier niet een taak voor velen van ons gezamenlijk, al dan niet in KIA- en KVAN-verband?
Waarbij ik aanteken, dat ik een bijdrage wil leveren.
Ik krijg vaak het idee dat wij informatieprofessionals in de waan van de dag leven en dat we weinig aan de toekomst denken. Voor een sector die pretendeert indien nodig voor de eeuwigheid te werken, vind ik dat zorgelijk.
@marcostreefkerk
Ja, en daarom is actie nu nodig!