Update

  • jul 2019
  • Ellen van Veen
  • ·
  • Aangepast 28 jun
  • 1
  • 101
Ellen van Veen
Educatie en Presentatie
  • Anneke van Waarden-Koets


Werksessie 2 afstudeerthema Archief & Erfgoed: inclusiviteit in archiefcollecties
Vier studenten van de Reinwardt Academie hebben dit studiejaar (2018-2019) gekozen voor de afstudeerrichting Archief & Erfgoed. De laatste stap naar het behalen van het diploma Archivistiek B is het maken van een beroepsproduct. Ditmaal staat het afstudeeronderzoek in het teken van inclusiviteit: in het archief zelf, in bestaande collecties, in toekomstige collecties en in de maatschappij en gemeenschappen. Iedere student is de probleemeigenaar van één van deze deelonderwerpen. Om voor meer verdieping en discussie te zorgen worden er verschillende werksessies georganiseerd waarbij er verschillende gastsprekers worden uitgenodigd. De eerste werksessie was op 14 februari en stond in het teken van inclusiviteit in het archief.
Op 21 februari 2019 vond de tweede werksessie plaats: inclusiviteit in bestaande collecties (zie voor verslag van de eerste bijeenkomst: https://kia.pleio.nl/discussion/view/55809081/werksessie-1-afstudeerthema-archief-erfgoed-inclusiviteit-in-het-archief). Tijdens deze werksessie waren de gasten Jinna Smit (van de Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed (RCE), Leila Musson en Thijs van Leeuwen (van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), Maxime de Vries (namens Imagine IC) en Mitchell Esajas (van the Black Archives). De werksessie vond plaats op de Reinwardt Academie.
Jinna Smit leidde de werksessie in met een presentatie over gedeeld cultureel erfgoed. Omdat Nederland een verleden deelt met veel landen en culturen over de wereld is er een Gedeeld Cultureel Erfgoed programma opgestart om dit erfgoed een duurzame toekomst te kunnen geven. Dit is een nationaal programma dat wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Nationaal Archief, DutchCulture en de Nederlandse ambassades in tien partnerlanden, onder verantwoordelijkheid van de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Buitenlandse Zaken. Dit gaat om behoud, beheer en toegankelijkheid van het erfgoed. Smit kaartte aan dat door digitalisering de mogelijkheid ontstaat om archieven te delen. Dit is van belang als de archieven zich niet meer in het land bevinden waar ze oorspronkelijk werden gevormd, maar ook als dit wel het geval is, kunnen archieven relevant zijn voor meerdere landen. Ze stelde daarbij echter wel de vraag of archieven die door het ene land worden gezien als gedeeld erfgoed ook zo worden gezien door het andere land. En wie gebruikt dat erfgoed en waarom? Met betrekking tot archief gaat het delen van erfgoed ook echt over het kunnen gebruiken van het archief en begrijpen van het archief. De fysieke staat van de archieven draagt dan ook bij aan het al dan niet kunnen raadplegen ervan. Hoe bekender het bestaan van een archief en hoe beter de kwaliteit van de ontsluiting is, hoe vaker een archief geraadpleegd wordt. Volgens Smit moet je je als archiefinstelling afvragen hoe je daarmee omgaat. Kennis delen gaat bijvoorbeeld niet alleen om digitaliseren maar ook om het faciliteren van het kunnen gebruiken van de bronnen. Het digitaliseren van archieven alleen is onvoldoende.
Leila Musson sloot daarop aan door haar ervaringen als medewerker bij het IISG te delen. Zij onderzoekt samen met een aantal andere mensen hoe ze de collecties van de instelling op nieuwe manieren onder de aandacht kunnen brengen en dingen die in de collecties ‘verborgen’ zijn aan het publiek te kunnen tonen. Zij stelt dat dat bijvoorbeeld kan door het schrijven van Wikipedia pagina’s over het archief dat je hebt beschreven en geïnventariseerd. Hierbij heb je veel meer ruimte om het verhaal van het archief naar buiten te brengen. Zij kaartte daarbij aan dat je wel moet letten op de relatie tussen archivaris en de archiefvormer: wie maakt de beslissingen en welke informatie wordt er gedeeld? Je moet daarom goed afvragen vanuit wie je denkt: de archiefvormer, de archiefeigenaar of de archiefgebruiker. Ze legt daarbij uit dat veel archiefinstellingen een soms nog erg klassieke wijze waarop archieven beschreven worden, hanteren. Men zou deze ‘standaard template’ moeten loslaten en meer open moeten staan voor transparantie. Dit heeft ook betrekking op het archief van het archief: ook dit moet consistent bijgehouden worden en daar kan zelfs over gepubliceerd worden. Deze processen worden vaak wel bijgehouden maar zijn niet toegankelijk voor het publiek, ondanks dat het gaat over auteurschap en verantwoording. Archiefinstellingen zouden daarom hun krachten meer moeten bundelen en archieven met elkaar moeten verbinden. Dit kan verschuiving van de rol van de archiefinstelling betekenen waarbij de focus meer ligt op dienstverlening en faciliteren. Musson ziet dit als een netwerk van wederkerigheid en noemt The Palestine Poster Project Archives als voorbeeld waarbij verschillende archieven op een enkel platform bijeengebracht zijn om ze beter te kunnen onderzoeken, in context te plaatsen en verbanden te ontdekken. Ten slotte werd het concept van het archief als currency aangekaart: voor Musson en van Leeuwen is dit een omstreden concept omdat beheerders van archieven kunnen kapitaliseren op collecties (in de vorm bijvoorbeeld prestige) die toebehoren aan donoren. Je kan je hierbij afvragen wat dit doet met de machtsverhoudingen en de toe-eigening van het archief. Beheer heeft invloed op eigendom. Om archieven meer zichtbaar te maken, vooral de minder bekende, maar je moet als archiefinstelling wel afvragen door wie je gefinancierd wil worden en welke rol je zelf wil blijft spelen.
Van Imagine IC zou Danielle Kuijten komen spreken. In verband met een drukke agenda heeft Maxime de Vries dit overgenomen. Imagine IC ziet inclusiviteit in bestaande collecties voornamelijk ontstaan door in gesprek te gaan met bewoners. Zij doen dit door vooraf aan het maken van een tentoonstelling te praten met degene over wie de tentoonstelling gaat en te peilen waar behoefte aan is en waarom je dit doet voor hen en wat ze er zelf aan hebben. Dit kun je dan terug laten komen in de collectie en de manier van presenteren. Imagine IC heeft daarbij een unieke vorm als instelling: zowel een erfgoedinstelling als een archiefinstelling, waarbij de meeste collecties niet op locatie bij de instelling liggen maar in een ander depot of gewoon bij de bewoners thuis. Hoe ontsluit je dat? Imagine IC ziet zichzelf niet als een fysieke beheerder maar meer als een intellectuele beheerder. Dit intellectueel beheren en ontsluiten, vertelt De Vries, gaat om het loslaten van in klassieke kaders denken. De collectie kan op die manier intellectueel een geheel blijven maar op verschillende plekken en in verschillende kaders bestaan en ondergebracht worden. Daar komt wel een groot vraagstuk bij kijken: om dit alles te doen is geld en mankracht nodig en degene met het meeste geld heeft ook de macht en bepaalt de meeste beslissingen. Vraag hierbij is ook hoe je als instelling daarmee omgaat en wie je kiest om mee samen te werken en waarom. Daarnaast speelt de vraag naar het aanbrengen van een goede, geordende en toegankelijke staat ook een rol in wie er wel en niet betrokken kan worden bij het intellectuele beheer en ontsluiten van collecties: hoever moet je daarin gaan en wat mag je verwachten van degene van wie je de collectie wilt ontsluiten?
Mitchell Esajas sloot de werksessie af door inzicht te geven in de werkwijze en ontstaan van the Black Archives. Hij gebruikte hierbij quotes als ‘education is the most powerful weapon which you can use to change the world’ en ‘it takes a village to raise a child’. In het delen van erfgoed ziet hij met name een grote rol van educatie: met welk beeld over de wereld word je opgeleid en hoe vormt dat wie je bent en hoe je je uit tegenover anderen. De reden dat the Black Archives voor archief in hun naam hebben gekozen, heeft te maken met identiteit. Dit betekent archief als een soort statement gebruiken voor wie je bent en waar je voor staat. Om gaten op te vullen of archief meer betekenis te geven, stelt Esajas, is het van belang om mensen uit te nodigen om verhalen naar boven te halen en de verschillende soorten gedachtegoed en betekenissen over dat archief naast elkaar te kunnen leggen. Archief is dus een middel om vraagstukken binnen een maatschappij aan te kaarten en zichtbaar te maken. Hij vindt dan ook dat activisme ook een functie is van archief en vraagt zich af waarom daar nu pas echt bij stil wordt gestaan. Hij vraagt zich daar ook bij af in hoeverre activisme en emancipatie van archief van minderheden moet doorgaan. Moet ieder klein groepje zelf een archief gaan starten of zou het niet gewoon een keer standaard tot de werkzaamheden van de archivaris of het beleid van de archiefinstelling moeten behoren om iedereen in de samenleving te betrekken in het grotere geheel?
Na de presentaties werd er nog kort een discussie gehouden. Hierbij werden vooral voorbeelden genoemd om naar te kijken met betrekking hoe andere instellingen gedeeld erfgoed benaderen en daarop inspelen. Zoals bijvoorbeeld de WIC archieven bij de New York State Archive, waarbij de vraag rees in hoeverre digitalisering wel toegankelijk is voor iedereen. Het gaat niet alleen om vertalen en transcriberen maar ook om wie er toegang heeft tot internet. Een ander voorbeeld was de samenwerking tussen de bibliotheek in Qatar en de National Archives in Londen om in een portal alle informatie samen te voegen en te delen.
Als laatste werd nog even de term inclusiviteit onder de loep genomen. De sprekers kwamen daarbij tot de conclusie om het niet te hebben over inclusiviteit maar meer over multiversiteit of multiperspectiviteit.

Reacties

één reactie, 24 juli 2019
  • Dank je wel Ellen, voor je uitgebreide verslag!

    Het is goed om van verschillende standpunten en ideeën kennis te nemen, je een mening te vormen en er actief ermee aan de slag te gaan.

    Hartelijke groet, Anneke
    coördinator educatie & exposities Zeeuws Archief Middelburg

    Anneke van Waarden-Koets

Trefwoorden