crowdsourcingsproject "Rotterdamse Arrestanten 1940-1950"
Deze blog gaat over het crowdsourcingproject ‘Rotterdamse Arrestanten 1940-1950’ en verschijnt in drie...
In steeds grotere mate geldt overheidsinformatie ‘als vernietigd’ vanwege onvindbaarheid of omdat we niet eens weten dat het bestaat in plaats van dat er teveel vernietigd wordt vanwege een conflict tussen selectie op grond van de Archiefwet en dataminimalisatie op grond van de AVG.
Dit probleem laat zich juridisch op geen enkele van onderstaande manieren oplossen, hoewel ze wel kader stellend kunnen werken.
1. Archiefwet 2021 uitstellen en eerst de Wet open overheid (WOO, opvolger van de Wob) af te wachten (om vervolgens in WOO regels op te nemen over: vallen vernietigde documenten nog onder WOO?, zo ja, moeten ze nog te herstellen zijn)
2. Eén informatiewet in plaats van een WOO, Archiefwet, UAVG en de Wet hergebruik overheidsinformatie
3. Een vernieuwde selectiemethodiek en verkorting van overbrengingstermijn (wetsvoorstel Archiefwet 2021)
Wat we nodig hebben, zijn investeringen in het orde op zaken stellen van de informatiehuishouding van onze overheidsorganisaties. Essentie van informatie bewaren, digitale ‘rommel’ weggooien en slimme technologieën inzetten op het vindbaar houden van informatieobjecten die zich ergens in de gegevenslandschappen ophouden. Het belang van wetgeving daarin is relatief en dat in te zien is een eerste stap op de goede weg.
Reacties
Het belang van wetgeving lijkt mij in dit geval inderdaad relatief. Een grotere stap valt naar mijn idee te halen bij het vergroten van het bewustzijn rondom dit thema bij de personen binnen overheidsorganisaties die hier direct maar ook indirect mee werken - zeker ook buiten de informatiespecialisten om. Informatie blijft immers een proces, en wanneer men daar vanaf het begin af aan al bewust mee om gaat heeft iedereen daar profijt van.
Hallo Theo, Dank voor deze complexe stelling. Het is een uitdaging om deze stelling helemaal uit te rafelen om zijn bedoeling helder te krijgen.
Volgens mij worden hier 3-4 verschillende zaken met elkaar in verband gebracht, n.l.:
De onvindbaarheid of onkenbaarheid van informatie wordt naar mijn idee veroorzaakt door slecht informatiebeheer en/of een hoeveelheid aan applicaties waarin wordt ‘gearchiveerd’. En als informatie onvindbaar is dan kun je ze ook niet ‘onterecht vernietigen’. Je kunt je dan zelfs afvragen of er dan sprake is van iets dat lijkt op ‘archiveren’.
Als je een selectielijst opstelt dan ben je ook verplicht om alle informatie binnen het overheidsorgaan daarbij te betrekken, dus ook de informatie in applicaties buiten het zaaksysteem/DMS om.
Bij het vaststellen van een waardering betrek je in geval van (bijzondere)persoonsgegevens de grondslag op basis waarvan je de persoonsgegevens hebt verzameld en verwerkt. Vervolgens verantwoord je in je selectielijst op welke wijze je tot een bewaartermijn bent gekomen. Het gaat daarbij om een weging tussen enerzijds de bescherming van de rechten en vrijheden van de betrokkenen en anderzijds het archiveren in het algemeen belang waardoor verantwoording, wetenschappelijk- en historisch onderzoek mogelijk wordt. Op het moment dat je die weging op een juiste, gebalanceerde manier uitvoert en daarover verantwoording kunt afleggen, is er geen sprake van een conflict tussen de AVG en de Archiefwet.
Het (teveel) vernietigen van informatie buiten de selectielijst om is onrechtmatig. Dat is het in feite altijd al geweest en de AVG doet daar verder niets aan af.
Het punt van dataminimalisatie hoeft geen archief-kwestie te zijn. Dataminimalisatie start nog voordat je begint met het verzamelen van persoonsgegevens. Namelijk met het nadenken over welke gegevens essentieel zijn voor de verwerking. Met andere woorden: gegevens die niet noodzakelijk zijn voor een verwerking worden niet verzameld en dus niet gearchiveerd. Informatie die je niet hebt hoef je niet te selecteren, waarderen, te bewaren of te vernietigen.
In dit verband is het ook van belang dat het aangrijpingspunt in de AVG en de Archiefwet anders is. De AVG eist vernietiging van gegevens (het maakt dus niet uit waar ze staan; en dat kun je wel degelijk interpreteren als inclusief kopieën die zich elders bevinden), maar de Archiefwet eist vernietiging conform selectielijst. Dat kan betekenen dat hetzelfde gegeven een andere bewaarbeslissing krijgt, afhankelijk van het dossier/proces waarin het voorkomt. Dus: een beschikking kan bij het ene orgaan te bewaren zijn, maar bij het andere te vernietigen, en hetzelfde kan ook binnen organisaties van toepassing zijn.
Ik ben het met je eens dat wetgeving altijd relatief is en dat investeringen zeker nodig zijn. Op zich zijn dat zulke open deuren dat ik het daar onmogelijk oneens mee kan zijn.
Groet, Jeroen.
Dag Jeroen,
Dank je wel voor je heldere uiteenrafeling. Nu maar hopen, dat onze vakgenoten het niet alleen met ons eens zijn dat dataminimalisatie wat anders is dan selecteren EN dat ook in praktijk brengen. Wat betreft de open deur: ik hoor genoeg collega's om mij heen, die m.i. te hoge verwachtingen hebben van hetzij de vernieuwde Archiefwet, hetzij de WOO of anders een informatiewet. Daarmee alleen redden we het niet.