Wel op Flickr, niet in The Commons..

  • dec 2010
  • Verwijderde gebruiker
  • ·
  • Aangepast 27 jun
  • 2
  • 14
Verwijderde gebruiker
KIA Community
  • Christian van der Ven

Raadhuis, Oude Zijds Voorburgwal, Amsterdam, 1926. Architect: N. Lansdorp. Fotograaf: onbekend. Collectie NAi | TENT_n68Vorige week heb ik de eerste foto’s uit het archief van de Tentoonstellingsraad op Flickr gepubliceerd. Met gemengde gevoelens, want hoewel het mooi is dat deze foto’s nu voor iedereen toegankelijk zijn, het is altijd de bedoeling geweest ze binnen de context van Flickr The Commons te presenteren, de erfgoedtak van Flickr. Maar dat blijkt, op dit moment althans, een onmogelijke opgave. Tot voor kort zag het er redelijk hoopvol uit: er was contact, er waren nieuwe projectleiders aangesteld en er werd alles aan gedaan om ons te overtuigen dat The Commons alle steun genoot. Maar sinds het contract ondertekend en wel naar Yahoo opgestuurd is, zijn alle lijnen dood. Dat is al bijna vier maanden zo. Op het blog en in de discussiegroep van The Commons worden nog wel nieuwe plaatjes gedeeld, maar geen woord (meer) over de status van hun inmiddels beruchte backlog. Vooralsnog publiceren we onze foto’s dus onder een gewoon account, en moeten we maar afwachten of onze ‘launch’ in The Commons ooit nog zal plaatsvinden.Waarom is het eigenlijk van belang om via een Commons account te publiceren? Dat heeft met een paar dingen te maken. De kracht van The Commons ligt in de ‘community’ die door foto- en erfgoedliefhebbers wordt gevormd, die foto’s delen, becommentariëren en van informatie voorzien. Je bent niet vindbaar voor diezelfde erfgoedliefhebbers als die hun zoekvraag tot The Commons beperken. En het is ook goed om via een programma als Flickr The Commons te laten zien dat je als instelling bereid bent je collecties open te stellen. Maar een ander belangrijk ding is dat je binnen een gewoon account geen geschikte licentie aan het materiaal kunt meegeven. Een Commons account biedt de mogelijkheid om een 'No known copyright restrictions'-licentie aan je foto’s te koppelen. Deze ‘licentie’ is uit nood geboren. Flickr The Commons is ontstaan uit de samenwerking tussen Flickr en The Library of Congress. Omdat LoC een ‘collecting institution’ is, kan het rechten op veel van haar materiaal niet claimen. Het kon daarom onder geen enkele op Flickr beschikbare licentie (All rights reserved en verschilllende Creative Commons licenties) legitiem gepubliceerd worden. Daarom is door Flickr en LoC een nieuwe richtlijn gelanceerd om dit wel te kunnen doen: ‘No known copyright restrictions’. Dat is dus niet hetzelfde als een Creative Commons licentie. CC-licenties zijn bedoeld om aan eigen werk toe te kennen, waarvan je zelf de auteur en dus de rechthebbende bent. Zoals een 'gewoon' Flickr account bedoeld is voor foto's die je zelf hebt gemaakt. Het 'No known copyright restrictions'-label is in het leven geroepen om werken te kunnen publiceren waarvan niet onomstotelijk vaststaat dat er geen copyright van derden op rust. Een instelling doet onderzoek, kan geen aanwijzingen vinden van auteursrechtelijke bescherming, maar kan anderen, gebruikers, niet garanderen dat die er ook echt niet is. De foto’s van de Tentoonstellingraad hebben we nu gepubliceerd onder een Creative Commons ShareAlike licentie. Dat houdt in: iedereen mag deze foto’s voor alle doeleinden gebruiken, maar het NAi moet wel als bron vermeld worden. Maar het is discutabel of je aan werk van anderen om het even welke Creative Commons licentie kunt toekennen. Ze zijn immers bedoeld om eigen werk mee te licenseren: alleen als je zelf rechthebbende bent, kun je bepalen hoe je met die rechten wilt omgaan. Hoewel het NAi niet de maker is van de werken in het archief, ben ik van mening dat we er in bepaalde gevallen toch een CC-licentie aan kunnen toekennen: als het auteursrecht (of eigenlijk: exploitatierecht) ervan aan ons is overgedragen, en er geen rechten van derden op rusten. Dat gebeurt naar mijn idee ook steeds vaker in erfgoedland. Uit de Juridische Wegwijzer Archieven en Musea Online: Een CC-licentie kan een archief of museum zelf verbinden aan zelf gecreeerde, originele werken [..] maar ook aan werken waarop zij het auteursrecht schriftelijk overgedragen heeft gekregen.Nu ligt het in het geval van de Tentoonstellingsraad een beetje anders. Deze foto's zijn minstens zeventig jaar geleden gemaakt of via een tentoonstelling geopenbaard, en de makers van de werken zijn onbekend. (De collectie bevat ook werken waarvan de maker wel bekend is, zoals B.F. Eilers, H. Spies en J. d'Oliveira, maar die maken (daarom) geen deel uit van de Flickr collectie). Het auteursrecht is daarmee volgens de wet vervallen, en ook het NAi kan geen rechten claimen. Aan werken die tot het publieke domein behoren kun je strikt genomen geen CC-licentie toekennen. Maar in een Public Domain-stempel voorziet Flickr niet. Daarom hebben we gekozen voor de meest open vorm, die een zo vrij mogelijk gebruik van het materiaal toestaat. Maar het is behelpen.- Deze blogpost is ook gepubliceerd op het NAi weblog,

Reacties

2 reacties, meest recent: 13 december 2010
  • Dank voor je blogpost, Petra. Ik zal proberen even advocaat van de duivel te spelen en uitleggen waarom het soms helemaal niet erg is om niet bij Flickr The Commons te zitten (of beter gezegd: waarom het soms geen toegevoegde waarde heeft boven een normaal Flickr-account). Ik doe dat, voor het gemak, even aan de hand van een vergelijking tussen de Flickr-initiatieven van het Nationaal Archief (The Commons) en het BHIC (regulier account), die beide een evaluatie het licht hebben doen zien. Hier die van het Nationaal Archief en hier die van het BHIC. Aansluiten bij Flickr The Commons heeft zeker voordelen, zoals je zelf al noemt. Maar ook nadelen. De licentie "No known copyright restrictions" is bijvoorbeeld behoorlijk vaag, zeker als je zeker weet dat er geen restricties zijn. Ik begreep ooit van het Nationaal Archief dat deelnemers aan The Commons daar ook niet altijd blij mee waren, met die licentie - misschien is daar overigens al een oplossing voor. Verder denk ik dat het belang van die 'erfgoedcommunity' niet altijd evident is en ook relatief steeds minder groot, naarmate meer en meer deelnemers zich bij The Commons aansluiten (alhoewel dat laatste dus wel tegenvalt ;-)). Ik denk dat vooral de eerste deelnemers hebben geprofiteerd van die community en dat het voor nieuwelingen steeds 'minder' wordt. Die community zal niet van de tigste nieuwe deelnemer evenveel plaatjes bekijken als van de eerste, is mijn inschatting, en het 'nieuwtje' is er nu ook wel vanaf. Verder denk ik dat je ook moet kijken naar de doelstellingen die je hebt. Voor het Nationaal Archief waren die tweeledig: foto's onder de aandacht brengen en kijken of het publiek de beschrijvingen bij die foto's ook inhoudelijk ging verrijken. Het eerste is prima gelukt: door de vele pr en door deelname aan The Commons werden de foto's vooral in het begin ontzettend goed bekeken. Het tweede ging een stuk minder: van slechts 3% van de foto's kon de beschrijving naar aanleiding van reacties van gebruikers ook daadwerkelijk worden aangepast. Ik denk dat dit logisch is: op Flickr zitten immers liefhebbers van foto's, niet zozeer inhoudelijk deskundigen. Maar goed, het was een experiment. Het BHIC heeft niet deelgenomen aan The Commons, maar heeft het wel overwogen. We hebben dat niet gedaan omdat 1) die onduidelijke licentie ons niet aanstond, aangezien wij gewoon de rechten hebben op de foto's die we gingen publiceren, en 2) we ook het publiek wilden vragen de beschrijvingen te verrijken, en we dan niks hebben aan de internationale fotoliefhebbende community van The Commons. Onze collecties zijn immers vooral lokaal en regionaal georiënteerd. We hebben logischerwijs minder bekijks getrokken met onze foto's dan het Nationaal Archief, maar qua verrijken ging het een stuk beter: van rond de 9% van de foto's konden we onze beschrijving aanvullen. Onze pr bestond vooral uit persberichten die we lokaal hebben uitgezet. Het een is niet succesvoller dan het ander, maar het relativeert wel het belang van The Commons. Overigens is het NAi natuurlijk weer een totaal andere instelling, waarvoor het belang ook weer anders zal liggen.

    Christian van der Ven
  • Leuk, zo'n uitgebreide reactie ;-). Ik begrijp jullie standpunt en keuze, voor het NAi ligt het iets anders, omdat we wel graag een internationaal publiek willen aanspreken met onze collectie. Gezien de belangstelling voor Nederlandse architectuur in het buitenland, en bijvoorbeeld de samenstelling van onze Facebookaanhang en het bezoek van onze Engelstalige website lijkt me dat niet te hoog gegrepen. Maar ik ben het met je eens dat het momentum voor The Commons inmiddels een beetje voorbij is, helaas.

    Wat de licenties betreft: wij willen via Flickr vooral foto's delen waarop we niet zelf nog rechten willen of kunnen claimen. Als je dat wel wilt, is het No known copyrights-label niet geschikt inderdaad. Gebruikers gaan er begrijpelijkerwijs van uit dat het hier om rechtenvrije beelden gaat, maar dat hoeft niet het geval te zijn. Dat hangt (ook) nog altijd af van de rechtenbepaling van de instelling die de beelden aanbiedt. Als instellingen zelf het auteursrecht willen uitoefenen mogen ze uiteraard de beelden publiceren, maar zeggen dat er geen auteursrechtelijke beperkingen zijn is voor gebruikers van die beelden op z’n minst verwarrend. 

    Verwijderde gebruiker

Trefwoorden