Verslag regiobijeenkomst Informatiebeheer NU! – Noord-Holland
Op 16 maart kwamen informatieprofessionals vanuit het Noorderkwartier tot Westeinderplassen en van Ke...
Via de interessante weblog van Marieke (over 'remote workers') kwam ik The Amazing Web 2.0 Projects Book tegen. Dit is een soort bibliografie van educatieve web 2.0 projecten.De kern van het boekje is een opsomming van 87 projecten, geordend naar leeftijdsgroep, waarin web 2.0 een rol speelt. Door het boekje bladerend dacht ik soms: Wat leuk, zat ik nog maar op school!Het charmante van het boekje is ook dat sommige 'projecten' helemaal geen projecten zijn, maar incidenten waarvan docenten ad hoc inzien dat er een interessante les uit te leren is. Neem bijvoorbeeld CSI Twitter. Nadat leerlingen het skelet van een dier op het schoolterrein hebben gevonden, wordt er een berichtje op Twitter gezet met de vraag om welk die het zou kunnen gaan. De antwoorden die binnen komen worden daarna door verschillende docenten in verschillende klassen gebruikt om niet alleen een biologie-les, maar ook een lesje samenwerken en informatie delen te geven.Andere voorbeelden vergen veel meer organisatie, voorbereiding en durf. In Virtual Balloon Race is Twitter een van de hulpmiddelen om leerlingen van groep 3 en 4 hun schrijfoefeningen te laten doen en om kennis te maken met leerlingen van andere scholen uit andere landen. De uitkomsten van dit project zijn ook mooi:Een ander project waar Twitter bij gebruikt werd, is Gunpowder Plot, waarin een klas een twitter account voor Robert Catesby opzet en in Hootsuite de gebeurtenissen na de arrestatie van Guy Fawkes inplant en toevoegt aan een Google Map...Toevallig heb ik nu drie projecten waar Twitter een rol in speelt gekozen, maar Skype wordt ook regelmatig gebruikt, vooral bij projecten die te maken hebben met kennismaking met kinderen op andere scholen. Zo zijn er twee klassen uit verschillende steden die elkaar via Skype hoofdstukken uit hetzelfde boek voorlezen en een klas uit Engeland die een keer per maand een half uur Skypet met een klas uit Frankrijk. En verschillende scholen gebruiken wiki's om kinderen gezamenlijk aan allerlei onderzoeksprojecten te laten werken. Hoe mooi allemaal en dan ben ik nu nog niet op de helft van het boekje! Ik ben benieuw: welk project vinden jullie het mooiste?
The purpose of this booklet is to give you some practical ideas about the kinds of things you can do with Web 2.0 technology. Please note: this was not intended to be a compilation of projects using cutting edge applications. I simply invited teachers to share what they have been doing.
1) The tipping point for the children seemed to be reached after about four weeks when they expected to be tweeting as part of the daily routine.
2) The children were the drivers for moving beyond one tweet a day in the class.3) The children saw the potential of using Twitpic in showing their work to a wider audience. 4) Parents and grandparents have started following the class. 5) The children have engaged in conversations with other KS1 (5 to 7 year olds) classes (finding out what time it was is St Louis, Missouri). 6) Children who are more secure in their phonic application started writing their tweets with greater independence in the second half term and the quantity of writing increased without a discernible drop in quality.
Reacties
Dag Ingmar en anderen, Grappig dat jij met een opsomming komt. ik heb me zojuist verdiept in eveneens een opsomming van mogelijek applicaties: - Multimedia - Streaming audio - Streaming video - Audio chat en voice-over - Webconferenties - Instant messaging - Hand-helds en draadloze techniek - Peer-to-peer file sharing - Blogs, waaronder edublog - RSS en Atom feeds - Wiki, waaronder wikiineducation - Virtuele werelden - Digitale games - Learning objects Een woord dat we al vaker hebben gehoord, maar ook hier ter sprake kwam is 'Edutainment': applicaties die multimedia entertainment bieden in combinatie met educatieve tools. De fun zoals in het bovenste boekje beschreven is inderdaad aanwezig. Het maakt leren speels en bijna grappig. Het wordt wat taaier als je gaat doordenken over ELO's, DLO's en LMS. Elektronische Leeromgeving en Digitale Leeromgeving zijn bijna hetzelfde. dan zijn er de Learning management Systems, vergelijkbaar met Content Management Systematiek. En dan wordt het allemaal wat ingewikkelder. Want stel je voor: je wilt lescomponenten gebruiken en hergebruiken voor bepaalde groepen en opeenvolgende lessen. Dat materiaal moet gecodeerd worden opgeslagen in je database, zodat niet aaleen de beheerder of docent maar ook de student het terug kan vinden. Enerzijds kan ik ook mijn geluk niet op met die schatkamer vol digitaal educatief speelgoed. Anderzijds maak ik me zorgen dat ik soms door de bomen het bos niet meer zie.