De Virtuele Studiezaal (Scriptie)

  • okt 2009
  • Krista van Loon
  • ·
  • Aangepast 27 jun
  • 9
  • 76
Krista van Loon
KIA Community
  • Christian van der Ven
  • Bob Coret
  • Verwijderde gebruiker

Vorige maand ben ik afgestudeerd voor de master Archiefwetenschap en het diploma Archivistiek A. In mijn scriptie 'de Virtuele Studiezaal' onderzocht ik de meerwaarde van de virtuele studiezaal ten opzichte van de analoge studiezaal. Het onderwerp heeft veel raakvlakken met de onderwerpen die op dit forum besproken worden, daarom is vanaf nu mijn scriptie in de bestandenbox terug te vinden.Via deze link:https://www.box.net/shared/vqgh3c64m2

Reacties

9 reacties, meest recent: 8 februari 2011
  • Vraagstelling, definiëring e.d. niet echt verrassend. Waarom geen scherpere definitie gekozen? Henk

    Verwijderde gebruiker
  • "de belangrijkste nieuwe functionaliteit [van de virtuele studiezaal] is gelegen in de mogelijkheid van de gebruiker om bij te dragen aan het archief" "De grote meerwaarde van de virtuele studiezaal ten opzichte van de studiezaal is [...] dat het archief zijn voordeel kan doen met de participerende gebruiker." Waarom werd er al niet eerder door het archief gebruik gemaakt van de participerende gebruiker? Was hier echt Internet voor nodig of komt het meer door de "web 2.0" gedachte waar ook een deel van de "controle" wordt losgelaten (dus niet techniek gerelateerd)? Bob Coret

    Bob Coret
  • Ook in de digitale prehistorie werd van de participerende onderzoeker gebruikt gemaakt. Dat beperkte zich overigens vaak tot het vragen om publicaties voor de bibliotheek, en tot vrijwilligers die archiefbestanddelen nader toegankelijk maakten, de indiceerders. En uiteraard werden fouten in toegangen met de pen gecorrigeerd in het papieren studiezaalexemplaar. Zo zullen er nog wel een paar voorbeelden zijn. Nieuw zijn de enorme technische mogelijkheden om op bijna terloopse wijze en incidenteel en op het moment dat het uitkomt een grotere of kleinere bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het archief en van de beschrijvende metadata. Nieuw is ook de mogelijkheid voor archiefdiensten om communities op te richten en te onderhouden, dan wel daaraan deel te nemen. De feitelijke kosten zijn ook veel lager dan in het niet-digitale tijdperk. Ook in het digitale tijdperk zal de controle niet helemaal losgelaten worden. Ik zie nog niet gebeuren dat archiefselectie door de 'crowd' zal worden gestuurd. Ook in de (context)beschrijvingen van archieven zal altijd zichtbaar blijven wat door de archiefdienst is "geautoriseerd" en wat door derden is bijgedragen. Zelfs bij relatief jonge activiteiten als presentatie en educatie - de namen zeggen het al - zal het vooral aanbod gericht zijn en blijven. Maar de techniek maakt het mogelijk om steeds nieuwe dingen te ontwikkelen. Alleen moeten dan wel onze houding daaraan aanpassen. Ook hier zit het tussen onze oren. De techniek is er al.

    Verwijderde gebruiker
  • Hennie heeft volkomen gelijk. Ik kan me nog inventarissen herinneren met allerlei aantekeningen en tussenvoegingen, al dan niet afkomstig van gebruikers en medewerkers. Het grote verschil is, opnieuw ziet Hennie dat heel goed, de mentaliteit. Kwam dat vroeger voornamelijk voort uit een gebruiker die assertief genoeg was, of een medewerker die bepaalde of iets al dan niet de moeite van het vermelden waard was, nu zal dat een houding moeten worden van de archiefmedewerkers. We moeten actief op zoek gaan naar de input en feedback van gebruikers van onze collecties. Dat is altijd waardevol. De techniek maakt bovendien mogelijk om dat op een andere schaal te doen en gebruik te maken van de gebruikers op afstand terwijl je 15 jaar geleden volledig afhankelijk was van de bezoeker in de studiezaal.

    Verwijderde gebruiker
  • Bedankt voor het uploaden van je scriptie Krista! Ik heb nog geen tijd gehad om hem helemaal te lezen. Wel al vast een reactie op bovenstaande. Ik zou de toevoegingen van ijverige bezoekers en medewerkers van destijds, hoe goed bedoeld en nuttig ook, toch niet willen aanhalen als voorbeelden van goed informatiebeheer. Ik zie wel degelijk een principieel verschil tussen toen en nu, en dat is mogelijkheid van eenmalige opslag. Voor archiefdiensten, voor wie goed informatiebeheer een kerntaak is, zou 'eenmalige opslag' een dogma moeten zijn, maar de praktijk was - in ieder geval in de papieren wereld - een andere. Bij het Haags Gemeentearchief zijn voorbeelden te vinden van inventarissen die in wel vijf varianten bestaan, ieder met zijn eigen mutaties en toevoegingen: een exemplaar op de studiezaal, een exemplaar in de bibliotheek, een exemplaar in het kabinet (zeg maar het eigen semi-statisch archief), een exemplaar op de kamer van een medewerker, en een online variant. Welke variant is de juiste? Aan welke variant wordt een eventuele aanvulling op het archief toegevoegd? Wie het weet mag het zeggen. Je kunt er natuurlijk met een boog omheen lopen, door mutaties te negeren en iedere aanvulling op het archief in een eigen inventaris te beschrijven, maar dat is niet erg gebruikersvriendelijk. En dan heb ik het nog niet eens over de beheerinformatie of de uitleengegevens, die in menig archiefdienst weer in heel andere systemen vastliggen. De integriteit van al deze gegevens wordt op geen enkele wijze afgedwongen. Het is uitsluitend de individuele medewerker die 'weet' dat een bepaald inventarisnummer correspondeert met bepaalde gegevens in de depotplaatsregistratie, en met andere gegevens in de uitleenadministratie. In een digitale omgeving kun je regelen dat alle toevoegingen op één plaats worden opgeslagen, en op één plaats beschikbaar gesteld worden. Weg chaos! Dit is de manier waarop wij nu werken bij het Haags Gemeentearchief. Natuurlijk moet je dan wel consequent zijn en de papieren inventarissen afschaffen, anders blijft de chaos bestaan. En natuurlijk betekent het koppelen van gegevens ook dat bepaalde hiaten in je administratie bloot komen te liggen (de zogenaamde werkvoorraad!), dus een efficientere administratie bespaart niet alleen werk, het levert ook werk op. Mij interesseert in dit verband een heel andere vraag. Wat is de status van al die publiekstoevoegingen? Je zou kunnen betogen dat het procesgebonden informatie betreft, die immers is vergaard in het kader van het primaire proces van beschikbaarstelling. In dat geval zou de archiefdienst een verantwoordelijkheid hebben in het archiveren van de data. Bij de Virtuele Studiezaal van het Haags Gemeentearchief zou dat nog wel te regelen zijn, want wij zijn eigenaar van de data. Maar je zou evenzeer kunnen betogen dat er geen sprake is van procesgebonden informatie. De archiefdienst bemoeit zich er immers niet mee. En dan is er zeker wat te zeggen voor het beschikbaar stellen van materiaal via bijvoorbeeld Flickr, zoals het Nationaal Archief en het BHIC doen. Voor bezoekers is die variant heel transparant, want iedereen begrijpt dat toevoegingen op Flickr niet gearchiveerd worden, en dus ineens weg kunnen zijn (als Flickr zijn databases opschoont). Heb jij hier een visie op Krista?

    Verwijderde gebruiker
  • Flick heeft per ongeluk een blogaccount en 4000 bijbehorende foto's verwijderd, lees ik op het Archiefforum (al schijnt er inmiddels wel iets teruggezet te zijn).

     

    Ik heb geen voorspellende gaven, maar ik herinner mij de laatste alinea hierboven, waarin ik dit scenario al eens de revue liet passeren.

     

    Het pleit er eens te meer voor om geen digitale originelen buiten de deur te plaatsen zonder contractueel vastgelegde afspraken over digitale duurzaamheid. Wat wel weer jammer is van de aanvullingen die het publiek op die 'kopieën' doet.

     

    Wat zijn de ideeën en ervaringen van Nationaal Archief en BHIC, en wellicht anderen, op publieksaanvullingen die 'ergens' in de cloud staan?

    Verwijderde gebruiker
  • @Hans Peter: Nadeel van het gebruik van dat soort platforms is inderdaad dat ongelukjes (en erger) voor kunnen komen. Op de blog van het slachtoffer vind je meer info over het ongelukje met de 4.000 foto's: hier, hier en hier.

    Die voorspellende gaven waren niet nodig, want iets dergelijks kwam al vaker voor (alleen een stuk minder erg, alhoewel niet altijd met als reden een ongelukje). Op Spellbound Blog verscheen daarover eens een leuk artikel.

    Volgens mij zijn er tot nu toe geen archiefdiensten die op platforms als Flickr digitale originelen hosten (als we het tenminste over foto's hebben). Er zijn wat acquisitie-initiatieven geweest (Rotterdam en Amsterdam bijvoorbeeld), maar daar zijn of worden de foto's op een gegeven moment gedownload.

    Het Nationaal Archief heeft bij mijn weten geëxperimenteerd met het exporteren van tags (en misschien ook van comments - dat weet ik niet zeker meer), maar ik heb daar helaas niets meer over gehoord. In ieder geval worden inhoudelijke aanvullingen ook in onze eigen fotodatabases verwerkt. Voor het BHIC is dat zéker waar.

    Verder staan die 'publieksaanvullingen' prima, daar 'ergens' in de cloud. Ik vind het geen informatie die je zou hoeven archiveren - waar hebben we het over hè? - want stel dat iemand op jouw studiezaal je mondeling een verbetering aan de hand doet van ee

    Christian van der Ven

Trefwoorden