Je archivarissen als je ambassadeurs op de sociale media

Deze week zijn de resultaten van de Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven bekend geworden (helaas zonder goede mogelijkheden tot benchmarking). Daarin voor het eerst ook vragen over sociale media.

Naar aanleiding van de waardering voor het BHIC op dit onderdeel en een van de toelichtende opmerkingen daarbij, vermoed ik dat respondenten (minstens in een aantal gevallen) ook hun waardering voor eventuele persoonlijke accounts van individuele archivarissen op sociale media - medewerkers van de desbetreffende archiefdienst dus - hebben meegewogen.

Omdat veel instellingen nog altijd worstelen met het gebruik van sociale media door hun werknemers (mag je twitteren tijdens het werk? Over het werk? Moet je expliciet maken dat je op persoonlijke titel twittert? Moeten er geen richtlijnen voor zijn?) ben ik nieuwsgierig:

Wie merkt dat klanten niet alleen hun 'corporate' accounts volgen, maar ook de persoonlijke accounts van medewerkers? Wie merkt hier positieve gevolgen van? En welke dan? Bij wie wordt 'persoonlijk' gebruik van sociale media voor het werk, door de baas, op het werk gestimuleerd?

Ik ben ook erg benieuwd naar negatieve ervaringen. Die laatste mag je natuurlijk ook e-mailen naar me, als je in dat geval liever niet online reageert.

Misschien in een volgende vragenlijst deze persoonlijke accounts expliciet meenemen in de vraag? Misschien dat de resultaten vervolgens een stimulanszijn om archivarissen méér persoonlijk-zakelijk gebruik te laten maken van sociale media. Je archivarissen als je ambassadeurs op de sociale media!