2. Is archief met daarin bijzondere en/of strafrechtelijke persoonsgegevens automatisch beperkt openbaar?

Nee, de beperking van de openbaarheid gaat niet automatisch.

Voor archiefbewaarplaatsen:

De Archiefwet schrijft in artikel 2A voor, dat deze gegevens niet ter beschikking gesteld mogen worden. Maar ook stelt Archiefwet artikel 15, dat het beperkt openbaar stellen van archieven door een beslissing van de zorgdrager bij de overbrenging (15 eerste lid) dan wel achteraf (15 tweede lid) moet gebeuren. Daarbij moet worden bepaald voor hoelang de beperking geldt. Deze beslissing maakt de beperkt openbare status van dat archief voor iedereen transparant. Het beperkt openbaar zijn van documenten wordt ook in de toegang op het archief vermeld. In artikelen 15 derde lid en 17 eerste lid van de Archiefwet is vervolgens geregeld, dat een verzoeker toch onder voorwaarden toegang tot dit beperkt openbare archief kan krijgen. Wanneer het nodig is een dossier of dossiers langer beperkt openbaar te stellen dan 75 jaar, omdat betrokkenen nog in leven (kunnen) zijn, is op grond van Archiefwet 15.4 bij rijksarchiefbewaarplaatsen een beslissing van de minister van OCW nodig. Aan deze systematiek van de Archiefwet kan niet worden voorbijgegaan. Zie verder vraag 6.

Voor overige archiefinstellingen:

Bij archiefinstellingen, die niet onder de Archiefwet vallen, gelden artikelen 9 en 10 van de AVG rechtstreeks, dat wil zeggen dat bijzondere en strafrechtelijke persoonsgegevens met betrekking tot levende personen niet zonder meer ter beschikking gesteld mogen worden. Wel kunnen bepaalde onderzoekers onder voorwaarden zoals genoemd in Uitvoeringswet AVG artikelen 24 en 32f toestemming krijgen archieven met dit type gegevens in te zien.

Particuliere archieven

Voor het inzien van particuliere beperkt openbare archieven is soms toestemming van de bruikleengever of schenker nodig.