Meer Augmented Reality
Vandaag gelezen (gezien en gehoord) eigenlijk op webwereld een video van Microsoft over hun toepassing...
Het is dinsdagochtend. Ik zit in de digitale werkgroep van de VNG over informatiebeheerplannen. Maar ik begin eigenlijk steevast over toezicht. Die rol heb ik mij de afgelopen jaren toegeëigend in mij mooie functie voor de Gemeente Amsterdam. Al is dat een heel proces geweest. De afdeling waar ik werk is onlangs van “Toezicht Beleid en Advies” tot “Afdeling Toezicht” omgevormd. En hoewel ik deze ontwikkeling volledig steun – gezien ik nu mijn eigen vlees, in de vorm van concernbreed beleid – niet langer hoef te keuren, ben ik nog niet bereid om mijzelf “archiefinspecteur” noemen. Waarom? Dat snap ik zelf ook niet.
De VNG bijeenkomst gaat van start. Ik wacht rustig af of men heeft onthouden dat ik had toegezegd om een presentatie te houden over Innovatie binnen het Archieftoezicht. Tuurlijk hebben ze dat. Mijn presentatie beoogt te benadrukken hoeveel vrijheid de Gemeentearchivaris heeft als het gaat om de invulling van de rol van toezichthouder. Mijn standpunt is dat die vrijheid en autonomie veel ruimte biedt om de bevindingen en boodschap (aanbevelingen) over te brengen en dat het goed is om hier innovatief en creatief mee om te gaan. De manier waarop een toezichthouder conclusies en aanbevelingen presenteert, zorgt dat er een gevoel van urgentie en energie voor het onderwerp ontstaat, of juist verloren gaat.
Vanuit de werkgroep lijkt er interesse in de insteek, en ook wordt het geconstateerde probleem – over het toch wel wat repetitieve karakter waarmee toezicht binnen gemeentes wordt vormgegeven – herkend. Eigenlijk gaat het betoog over narratief: hoe verpak je een boodschap, en wie brengt deze en wanneer? Hoe genereer je aandacht en houdt je deze vast? En, belangrijker nog: welk narratief werkt en hoe sorteer je het meest effect met toezicht?
Blijkbaar ben ik ook gevoelig voor hoe ik mijzelf in dit narratief zie. Voor mij kleven er nog te weinig spannende associaties aan het woord “inspecteur”. Dan denk ik aan een soort politieagent, onderwijzer, opvoeder, evangelist… Maar in mijn visie dan? Wat zouden mogelijke nieuwe associaties zijn? Ik zie een kameleon, geruisloos schakelend tussen een strategisch experimenteel onderzoeker, data analist, bondgenoot, mediator, verhalenverteller en gezaghebbend adviesorgaan.
Vooralsnog doe ik het met “Toezichthouder”, maar de vraag blijft belangrijk: whats in a name?