Hulp gezocht bij weergaveprobleem met lettertype System in RTF-documenten
Beste collega's, Op de website van de Open Preservation Foundation wordt enthousiast gereageerd op e...
iPres 2016 was mijn eerste iPres, en I was impressed. Via 1 van de 60 mogelijke routes door het veelzijdige programma nam ik deel aan 15 van de 37 sessies. Ik sprak veel mensen, hoorde interessante nieuwe dingen en ken nu de gezichten die bij publicaties, e-mailadressen en Twitteraccounts horen. Sommige presentaties miste ik gedeeltelijk, omdat iPres in de wandelgangen soms nog interessanter was dan in de zalen. En zo hoort het op conferenties te zijn. Echt Zwitsers-precies ben ik dus niet met de conferentietijden omgegaan, ook al verwachtte iPres-voorzitter Barbara Signori dat wel van ons - met een vette knipoog.
In dit verslag staan mijn persoonlijke hoogtepunten. Het volledige programma en de proceedings zijn beschikbaar via www.ipres2016.ch, en via #ipres2016 zijn op Twitter veel additionele informatie, presentaties en meningen gedeeld.
Tweetroot-wordcloud van #ipres2016, gemaakt op 11-10-2016
De belangrijkste reden voor mij om iPres 2016 te bezoeken, was dat ik co-organisator was van een tutorial over Persistent Identifiers (PID’s) – permanente en unieke identificatiecodes voor (digitale) objecten. In de tutorial liet ik voor het eerst een internationaal publiek kennismaken met de PID-wijzer, een soort kieskompas voor Persistent Identifiers, ontwikkeld in het kader van het Netwerk Digitaal Erfgoed (www.den.nl/pagina/511/netwerk-digitaal-erfgoed).
Maar laten we aan het begin beginnen, en wees voorbereid op enig preservationjargon.
De eerste keynotespeaker is Robert E. (“Bob”) Kahn, die samen met Vincent Cerf TCP/IP uitvond, de twee fundamentele protocollen voor het internet. Hij roept een toekomstbeeld op met dynamische documenten, bevraagbare internet-of-things-apparaten en mobiele programma’s, die zelfstandig het internet afstruinen, bijvoorbeeld op zoek naar antwoorden op jouw vragen. In deze dynamische toekomst is nauwelijks nog sprake van het vastleggen van informatie in statische documenten, zoals we dat nu doen. Het werk aan opendataformaten (voor dergelijke documenten) is daarom volgens Kahn een goede, maar slechts tijdelijke oplossing voor digitale duurzaamheid. Wat je echt nodig hebt is een - zijn - Digital Object Architecture met Information Structure Descriptions. De toon is gezet.
Het praatje waarin Marcel Ras uitlegt wat het Netwerk Digitaal Erfgoed is, zorgt ervoor dat ik tijdens de lunch met Britten spreek over hoe we naar elkaars werk opkijken: wij kijken op naar hun Digital Preservation Coalition (www.dpconline.org), en zij naar onze interdisciplinaire aanpak en samenwerking. Fijn dat er later bij het panel Collaboration of the Collaborators wordt gesproken over samenwerking tussen de preservationorganisaties NDSA (VS), DPC (VK), NLNZ (NZ), OPF (EU), nestor (DUI) en NCDD (NL).
Bij de posters spreek ik Tobias Steinke van het Freiburgse emulatieproject EMiL (bw-fla.uni-freiburg.de). Mijn collega Jeroen van Luin onderzoekt cd-roms in ons archief. Ik heb op mijn beurt (images van) die cd-roms onderzocht d.m.v. de EMiL-software. Die software kan een voorstel doen voor de hard- en softwareomgeving die je nodig hebt om cd-rom te raadplegen, zoals een 386-PC met Windows 3.11 of MS-DOS. Op basis van dat voorstel kun je de juiste emulator opstarten en de cd-rom toegankelijk maken in zijn oorspronkelijke natuurlijke habitat. Ik ben benieuwd op basis waarvan EMiL bepaalt welke omgeving nodig is, en Tobias is zo vriendelijk me uit te leggen wat er tijdens de vorige iPres gepresenteerd werd: phaidra.univie.ac.at/view/o:429524 (zie Characterization of CD-ROMs for Emulation-Based Access). Een paper over werk gedaan met EMiL wint later de Best Paper Award, of beter: alweer. Op Twitter gaan daarom geluiden op dat de mannen achter EMiL niet meer mogen meedingen naar iPres-prijzen, en een groter compliment kun je ze waarschijnlijk niet geven.
Dag 2 start stipt om 9 uur met een keynote van Sabine Himmelsbach van the House of Electronic Arts in Basel. Wat zij vertelt blaast ons, net als het Swiss Alphorn Trio bij de receptie de avond ervoor, van onze sokken: netbased art is een flinke uitdaging. Als voorbeeld toont ze de schommelende vrouw van het werk Summer 2013 van Olia Lialina (art.teleportacia.org/olia/summer/). Afhankelijk van de snelheid van het internet, schommelt de vrouw sneller of langzamer. Om dit werk (in zijn huidige context) te preserveren, zou je het (huidige) internet moeten preserveren.
Schermafdruk van Olia Liania’s Summer 2013
Dag 2 is ook de dag waarop ik, na een verzoek op Twitter, mijn laptop kan gaan versieren met nieuwe stickers. Nog blijer word ik door een praatje van Greg Jansen over de Brown Dog -service (browndog.ncsa.illinois.edu/). Brown Dog is een metaservice voor het beschikbaar en toegankelijk maken van grote hoeveelheden verschillende soorten wetenschappelijke data. Vooral de combinatie met Apache Cassandra (cassandra.apache.org/), Elastic en Kibana (www.elastic.co/products/kibana) voor het opslaan van, zoeken in resp. visualiseren van data spreken mij erg aan: maak onderzoek zo (gebruikers)vriendelijk mogelijk.
Onder het genot van een kop koffie spreek ik met Ulf Preuss uit Brandenburg. Bij de presentatie Navigating Through 200 Years of Historical Newspapers wijs ik de sprekers op het IMPACT Center of Competence (www.digitisation.eu/) en het bestaan van historische lexica, en daar is Ulf ook in geïnteresseerd. Het toeval wil dat ik deze zomer in Brandenburg vakantie vierde, dus het wordt een geanimeerd gesprek. Ook leer ik meer over de nog altijd ongelijke verhoudingen tussen de rijke en West-Duitse stad Berlijn en het arme, Oost-Duitse ommeland Brandenburg.
Uiteraard gaat het ook bij deze iPres over significant properties, de te bewar/ken karakteristieke eigenschappen van informatieobjecten. Gelukkig beperkt de discussie zich niet tot technische eigenschappen, maar dat het er niet makkelijker op. Bij videogames zijn bijvoorbeeld de experience en de historische context minstens zo belangrijk als het bewaren van de bits en de handleiding. Hoe bewaar je het gevoel van het spelen van Donkey Kong op een handheld? Hoe bewijs je dat een spel zijn tijd ver vooruit was? Kun je in de toekomst de speelervaring recreëren van de MMORPG World of Warcraft? (Hoe preserveer je de ervaring van het optreden van accordeonist Mario Batkovic, die tijdens het diner in het stadhuis de meest fantastische geluiden uit zijn trekzak tovert?) Nuttige input voor ons eigen denkwerk over significant properties.
Op woensdagochtend neemt David Bosshart van het Gottlieb Duttweiler Institute for Economic and Social Studies ons mee naar de toekomst. Hij vindt dat intelligente software de volgende stap in de ontwikkeling van de mensheid is, na de uitvindingen van taal en geld. Als we steeds minder auto’s nodig hebben, omdat onze smartphone onze afstandbediening voor de wereld is, hoeveel ruimte komt er dan wel niet vrij in de steden? Als we steeds meer taken kunnen delegeren naar apparaten, hoeveel tijd krijgen we dan wel niet voor introspectie? Net als Kahn twee dagen eerder wijst Bosshart op de noodzaak om anders over archieven na te gaan denken: van statische, lokale schuren van schaarste naar dynamische, gedistribueerde zeeën van overvloed. Leestips: Future Shock van Alvin Toffler en Present Shock van Douglas Rushkoff. Maar pas op: “When you read a book, the book reads you!” - je e-reader meet wat, wanneer en hoe snel je leest, wat je bookmarkt, highlight, zoekt, etc.
Bossharts techno-optimistisme stuit op weerstand, hoe vaak hij ook herhaalt dat nog nooit één van zijn voorspellingen is uitgekomen. Op Twitter haalt men de duistere toekomstperspectieven van de Britse tv-serie Black Mirror aan (aanrader). Uit de zaal komt de cynische vraag wat er in de toekomst in hemelsnaam mis kan gaan – klimaat, terrorisme, etc. Men wijst Bosshart erop dat als je digital preservation doet, je een gezonde mate pessimisme realisme moet hebben. Ieder zijn mening, maar opvallend vind ik, dat (juist) de hoogopgeleide digirati in de zaal zich (toch) onprettig voelen bij het idee van steeds krachtiger en machtiger wordende computers.
Met een bezoek aan het panel Collaboration of the Collaborators sluit ik de conferentie af. Graag meld ik nog dat de Open Preservation Foundation (openpreservation.org) werkt aan een verzoek aan de Europese Commissie: het wordt hoog tijd dat digital preservation weer een subsidiabel onderwerp wordt! Laat het ons weten als je dit ook vindt, en/of als je wilt bijdragen aan dit initiatief. Misschien kunnen we dan volgend jaar in Kyoto terugblikken op een succesvolle campagne. En anders in 2019, wanneer iPres Amsterdam bezoekt.
iPres 2017 is in Kyoto
Het conferentie is afgelopen, maar ik heb nog anderhalve dag aan workshops te gaan. Op woensdagmiddag staat PREFORMA (www.preforma-project.eu/) op mijn programma. PREFORMA werkt aan validatietools voor tekst (PDF/A), plaatjes (TIFF) en video (Matroska, FFV1 en PCM), heel nuttig. Mij interesseert nog het meest, dat informatie over PDF(/A)-validatiefouten op een wiki geplaatst wordt, zodat iedereen zijn kennis en ervaringen kan delen. Ik hoop vooral dat er een discussie ontstaat over hoe erg fouten zijn. Regelmatig kom ik in mijn werk PDF-bestanden tegen die door validatietools niet-valide gevonden worden, maar die probleemloos getoond worden door PDF-viewers. Uitzoeken of dit een foutje in de validatietool is, dat het bestand retour afzender moet, of dat we het veilig kunnen ingesten in het e-depot, is momenteel op zijn Vlaams kostelijk.
Op donderdagochtend, na een diner bij de Bernse Berenkuil en een bezoek aan bierbrouwerij Barbière, is het tijd voor onze PID-tutorial. Na een pre-introductie door Marcel Ras en een introductie door Jonathan Clark, bespreekt Maurizio Lunghi de resultaten van het APARSEN-project (www.alliancepermanentaccess.org/). Tijdens zijn presentatie ontstaat een discussie met de aanwezige Bob Kahn. Maurizio heeft niet in de gaten met wie hij te maken heeft. Na zijn presentatie vraag hij me, wie die man ook al weer is, die al dat commentaar had. Ik vertel het hem, en Maurizio verschiet van kleur. Grappig. Maurizio praat na met Bob en kan er gelukkig later zelf ook om lachen.
Na een korte uitleg over het NDE-project Persistent Identifiers laat ik de deelnemers de PID-wijzer (www.ncdd.nl/pid-wijzer) invullen. Bij enkele vragen kunnen we nog wat verhelderende voorbeelden toevoegen, en het zou volgens mevrouw Kahn beter zijn de merknaam Handle.net te gebruiken, maar verder is de feedback positief: de manier van het optellen van de resultaten werkt prettig en het responsive design zorgt ervoor dat de wijzer ook op smartphones goed in te vullen is. Er is interesse in het uitbreiden van de tool met meer talen en meer PID-systemen. Missie geslaagd!
De deelnemers vullen de PID-wijzer in
Na mij spreekt URN-expert Juha Hakala en hij heeft aan twee dingen een hekel: Cool URI’s en content drift. Cool URI’s zijn een doorontwikkeling van URL's, maar geen persistent identifiers. Een argument hiervoor is dat niemand een domeinnaam (URL) bezit, maar slechts tijdelijk huurt, en het is lastig iets voor de lange termijn persistent te maken op basis van een tijdelijke huurovereenkomst. Content drift houdt in dat wordt verwezen naar informatie die veranderd is. Bah, dan nog liever een 404-foutmelding. Juha legt ook de werking uit van de gestapelde PID’s van de Nationale Bibliotheek van Finland: objecten krijgen een interne Handle toegewezen, en die Handle krijgt voor extern gebruik een URN. Het aangename voordeel van deze interessante aanpak is, dat de externe URN zelf nooit hoeft te worden gewijzigd (behalve waar die naar toe wijst), zelfs niet als objecten naar andere organisaties verhuizen. Teken het maar eens uit.
Tijdens de lunch sneak ik er even tussenuit, en bezoek ik de Swiss Toy Fair. Deze speelgoedbeurs overlapt met iPres, en is ook in de Bern Expo. Ik kom er meerdere iPresgangers tegen, vaak met tassen speelgoed in de hand. Zelf beperk ik me tot het maken van foto’s, mijn manier om de ervaring mee naar huis te nemen.
Na de middag, in de workshop Towards Smarter Persistent Identifiers, heb ik de eer om in het werkgroepje te zitten waarin ook Bob Kahn zit. We bespreken wat PID’s zijn, waarom we Cool URI’s geen echte PID's vinden (Juha zit ook in het groepje), hoe je mensen kunt overtuigen van het nut van PID's, en hoe we PID’s interoperabel kunnen maken. Helaas moet ik na de koffie afscheid nemen om de trein naar Zurich te halen en terug naar huis te vliegen.
Terugblikkend op iPres 2016 viel me vooral de grote verscheidenheid aan onderwerpen op, en dat het meteen op dag 1 al onverwacht veel over Persistent Identifiers ging. Deze oplossing voor dode links zal in de toekomst een nog veel belangrijkere, en liefst onzichtbare rol gaan spelen. Gelukkig trof ik tijdens mijn bliksembezoek aan de speelgoedbeurs ook een duidelijk zichtbare, levende Link aan.
Selfie met levende Link