Belanghebbende bij een Besluit Beperkingen Openbaarheid

  • apr 2017
  • Jeroen Padmos
  • ·
  • Aangepast 27 jun
  • 218
Jeroen Padmos
Informatierecht

Op 5 april j.l. heeft de Raad van State uitspraak gedaan in twee zaken waarin de Archiefwet een rol speelde. In beide zaken was met gebruik van artikel 15, tweede lid, Archiefwet na overbrenging van de archiefbescheiden alsnog een beperking aan de openbaarheid gesteld, danwel een al gestelde beperking verlengd.

In beide gevallen oordeelde de rechtbank dat de Archiefwet het herstellen van fouten, vergissingen e.d. na overbrenging niet mogelijk maakt. Dit zou betekenen dat de overbrenging op dit punt geen ruimte laat voor het maken van fouten of vergissingen. Tegen beide uitspraken is hoger beroep door de Minister OCW ingesteld. Hierbij is als nieuw element aangevoerd dat de andere procespartijen geen belanghebbenden zouden zijn bij het genomen besluit.

Volgens de Algemene wet bestuursrecht kan namelijk alleen een belanghebbende bezwaar of beroep instellen. Niet iedereen kan worden aangemerkt als een belanghebbende. Een belanghebbende moet zich bijvoorbeeld in voldoende mate onderscheiden van anderen. Het zijn van journalist, het doen van bronnenonderzoek, interesse in een stuk, een verzoek tot raadpleging: het is allemaal niet relevant voor het bepalen of iemand belanghebbende is.

De Raad van State oordeelde dan ook in beide gevallen dat het beperkingsbesluit op gelijke wijze alle personen raakt die de desbetreffende archiefbescheiden willen raadplegen of gebruiken. Beide procespartijen zijn geen belanghebbende bij deze besluiten.

Tegen een uitspraak van de Raad van State is geen beroep meer mogelijk. Op de vraag of na overbrenging alsnog beperkingen aan de openbaarheid gesteld mogen worden is dus geen antwoord gegeven. Wel lijkt de mogelijkheid voor de burger om tegen een dergelijk besluit bezwaar en beroep aan te tekenen zeer beperkt te zijn.

De links naar beide uitspraken: