Werken met bronnen

  • nov 2012
  • Verwijderde gebruiker
  • ·
  • Aangepast 27 jun
  • 106
Verwijderde gebruiker
KIA Community

Studenten krijgen een tekst in tien stroken. Opdracht: leg de tekst in de goede volgorde.

  • Who wrote this?

  • When?

  • Who is the intended audience?

  • For what purpose was it written?

  • What do you think the rest of the documents says?

  • What questions would you like to ask the author?

'Niet meer zeuren. Slavernij is allang voorbij. Iedereen deed het, jullie zelf ook. Wij zijn niet schuldig. Dus we kunnen geen claims gaan betalen. Van de regering. 'Het is gebeurd'. Antwoord op een claim.'

Wanneer is het geschreven?

Onze onderlinge discussie: 'We hebben de rest van het document nodig.' We zijn bezig met historisch redeneren ... dat is waar we mee bezig zijn. Niet zo lang gelden geschreven? Recently written. How recently? Few years ago? 10, 20, 50 jaar geleden? Tussen 1850 - 1990?

Wie schreef dit?

Politicus, representing authority. A white man, Government, minister, British,

Wie is het publiek?

Black people in the Carribean? Relatives, family?

Wat is het doel, waarom is dit geschreven?

Claiming, pain reparations?

Waarover gaat de rest van het document? Gaat het tegen slavernij of is het voor?

Op deze manier geven we de studenten een doel om het document te lezen. ... Na uitreiking van het document is de nieuwsgierigheid geprikkeld. Je scant meteen de datum, de naam van de auteur, waar komt het vandaan en waar bevindt zich dat fragment. Na lezing van dit document herhaalt Payne nog eens de vragen: Wie heeft het document geschreven, wanneer en wie is het publiek?

Voorafgaand aan dit document werd er een rapport geschreven. 'an extraordinary emblematical flag'. Wat denk je, wat zou er op die vlag staan? De vlaggen die we aan het begin van deze MasterClass hebben getekend, worden getoond. Unaniem (!) zijn er handen getekend met verbroken ketenen. En hoe surprised zijn we bij het zien van de oorspronkelijke vlag.

Doel is om de studenten duiBespreken van de vlag en de symbolen. delijk te maken het verschil tussen eigen perceptie en hoe de geschiedenis werkelijk was. Je zoekt naar bewijsmateriaal. Het is bewijsmateriaal vanuit het verleden. Het is niet alleen een narratief verhaal.

Trefwoorden