Informele consultatie afwegingskader inspanningsverplichting

  • 24 apr
  • Openbaarmaking RDDI
  • ·
  • Aangepast 16 mei
  • 2
  • 3
  • 1437
Openbaarmaking RDDI
Informatiecategorieën Woo
  • Fauzia Roepnarain
  • Ger Wischmann
  • Ines Prakke
  • Ana van Meegen Silva
  • Carlo Vennik
  • Eric Peters

De reactietermijn voor deze consultatie liep tot en met 15 mei. Hartelijk dank voor de reacties! Nieuwe reacties kunnen we helaas niet meer meenemen.

Het afwegingskader voor de inspanningsverplichting tot actieve openbaarmaking moet een instrument worden dat overheidsorganisaties helpt keuzes te maken bij het openbaar maken van informatie uit eigen beweging, los van de verplichte informatiecategorieën die de Woo voorschrijft. Hieronder vind je de conceptversie van dit afwegingskader, dat de vorm heeft van een stappenplan.

We vragen je onderstaande vragen te beantwoorden. Dat kan in de reacties hieronder. Alle suggesties, ideeën en opmerkingen zijn welkom en worden meegenomen in het verdere traject voor het stappenplan en de beleidsontwikkeling voor artikel 3.1 van de Woo. Reageren kan t/m 15 mei. Heel hartelijk dank alvast!

De vragen:

• Wat vind je van de bruikbaarheid van het stappenplan voor bestuursorganen? Nodigt het stappenplan overheidsorganisaties uit om aan de slag te gaan met de inspanningsverplichting?

• Wat vind je van de vragen bij stap 3, Afwegingskader? Kun je aan de hand van die vragen de opbrengsten en inspanning van actieve openbaarmaking inschatten? En dekken deze vragen de verschillende elementen, zoals de inschatting van de inspanning en de inschatting van de publieke waarde?

Reacties

3 reacties, meest recent: 8 mei
  • Ik vraag mij af of een afwegingskader van toegevoegde waarde is. Hoogstens/niet anders dan om openbaar te maken overheidsinformatie te toetsen op legitimiteit (AVG, staatsveiligheid etc.).

    Want, de overheid is van de maatschappij (18 mln burgers) en de informatie over overheidshandelen dus ook. En (zoals bij stap 1 wordt benoemd) is de vraag niet is er maatschappelijke interesse voor een bepaald thema, maar de vraag is het de overheidshandelen in lijn met hetgeen de maatschappij verwacht van die overheid. Als er geen interesse is voor een thema is de vraag: waarom houdt de overheid zich hier mee bezig?

    Doet de overheid de goede dingen en doet de overheid dat goed, daar gaat het om. Dus zorg dat alle overheidsinformatie beschikbaar. Ik heb er ook geen last van dat er op internet veel meer informatie beschikbaar is dan waar ik behoefte aan/interesse in heb ....maar Google helpt het mij te vinden tijd en plaats onafhankelijk.

    Voor Toeslagen was er lange tijd weinig interesse.....totdat het schandaal ontstond....zorg dus dat de informatie vindbaar/beschikbaar is .....scheelt je achteraf veel gedoe met Woo verzoeken.

    Eric Peters
  • Aangepast op 6 mei

    Een goed stappenplan is altijd fijn als hulpmiddel, maar ik heb niet het gevoel dat dit stappenplan de overheid aanzet om meer openbaar te maken vanuit de inspanningsplicht. Vooral stap 2 komt over als een poging om redenen te zoeken om vooral niet openbaar te hoeven maken.

    Het uitgangspunt zou denk ik moeten zijn om alle overheidsinformatie openbaar te maken, tenzij vallend binnen één van de wettelijke uitzonderingsgronden. Dit document lijkt dit uitgangspunt niet te nemen, maar lijkt te zoeken naar criteria om vooral niet openbaar te maken. Volgens het afwegingskader komt informatie die voor slechts een kleine groep mensen interessant kan zijn, of die veel inspanning vergt om openbaar te maken niet of veel minder in aanmerking komt voor openbaar maken. Dat klinkt niet echt als een overheid die actief openbaar WIL maken, maar als een overheid die openbaar maakt omdat het nu eenmaal MOET.

    Sommige vragen bij stap 3 zijn op zichzelf denk ik geen verkeerde vragen, maar dan niet zozeer om rapportcijfers te geven en te overwegen om wel of niet openbaar te maken. Je kunt de vragen misschien eerder stellen om te bepalen welke informatie snel en minder snel is openbaar te maken. Tegelijk verwacht ik dat wanneer een bestuursorgaan dit afwegingskader gebruikt en in staat is om deze vragen te beantwoorden of cijfers toe te kennen, de afweging om openbaar te maken al zover gevorderd is dat al bepaald is om openbaar te maken of op welke termijn.

    Carlo Vennik
  • Dankjewel voor deze initiatief. Er is een grote behoefte aan duidelijke kaders en hulpmiddelen die de overheid ondersteunt bij de afweging tot proactief openbaarmaking. Een stappenplan is altijd nuttig, maar ook de juiste argumenten voor het beïnvloeden en overtuigen van stakeholders en collega’s.

    Het stappenplan is bruikbaar mits het verder aangescherpt wordt. Ik specificeer:

    Bij stap 2, legitimiteitsissues:

    • Hier kan ook een afwegingskader toegepast worden, namelijk een belangenafweging bij het toepassen van relatieve uitzonderingsgronden. De afweging die een instelling maakt in deze situaties is: weegt het toepassen van een relatieve uitzonderingsgrond (Woo, art. 5.2, lid 2 – leg ze in het stappenplan/rapportage allemaal uit) zwaarder dan het recht van eenieder op toegang tot informatie (Woo, artikel 1.1)?
    • Buiten de uitzonderingsgronden mogen er geen anderen “legitimiteitsissues” zijn. Het ontbreken van draagvlak is volgens de Woo geen legitieme redenen om documenten niet openbaar te maken (zie de eerdere opmerkingen van Eric Peters en Carlo Vennink).
    • bij de vraag: “Is er veel vertrouwelijke informatie die weggelakt moet worden?”. Leg uit waarom deze vraag een legitimiteitsissue is. Het lakken van documenten is namelijk meer een capaciteitsprobleem (onderdeel ”operationeel vermogen”). Hier is de redenen dat door het lakken van belangrijke onderdelen, de context van de informatie verloren gaat.

    Bij stap 3, het afwegingskader “openbaarmaking versus inspanning en kosten”. Bij punt 3 in slide 5 staat “het inschatten van de publieke waarde en de inspanning van het openbaar maken, is een subjectieve exercitie”. Toch proberen we hier scores aan te geven. Dit gaat veel vragen oproepen en iedereen gaat de scores anders invullen. Mijn voorstel is de scores zoveel mogelijk te verduidelijken zodat er weinig ruimte ontstaat voor eigen interpretaties. Geef duidelijke definities voor termen als “belangstelling”. Geef ook tips hoe men tot een inventarisatie voor iedere vraag kan komen. In plaats van een rapportcijfer van 0 tot 10, geef minder mogelijkheden (bijvoorbeeld bij vraag 1: geen belangstelling, weinig belangstelling, mattig belangstelling en veel belangstelling).

    Veel succes verder!

    Ana van Meegen Silva

Trefwoorden